Wiljan van Wikselaar: In minder dan een jaar klaargestoomd voor Dakar

Gepubliceerd op: 27-12-2021 11:12

Op de crossmotor en wegracemachine was Wiljan van Wikselaar al een bekende coureur, maar hij heeft nog niet zo lang geleden zijn eerste stappen in de rallywereld gezet. Mede door de coronacrisis ging het ineens heel hard met de man uit Harskamp, die als kind al naar de Dakar Rally keek. In gesprek met de debutant.

“Ik heb toen ik jong was lang op de crossmotor gezeten en daar daarna een poosje geracet op de weg”, aldus de 25-jarige Van Wikselaar, die zijn – voor de buitenwereld – plotse debuut in de Dakar Rally motiveert. “Dat gaan we volgend jaar ook weer oppakken, maar door corona was het steeds een half seizoen. Afgelopen jaar heb ik besloten dat niet meer te doen omdat er veel geld in zit, de sponsoren willen graag komen kijken en dat kon allemaal niet. Het werd er niet leuker op. Je ging heen voor het racen, maar ik wil er ook een beetje plezier aan hebben. Dus we hebben een seizoen overslagen. Ik wilde wel iets hebben om voor te trainen. Ik wilde toch eigenlijk altijd wel een keer de Dakar rijden en toen had ik met Mitchel [van den Brink] het idee om een keer in Andalusië te rijden. Toen kwamen er pakketten van de Andalucia Rally met de Rally van Marokko en uiteindelijk ook de Dakar. Ik won in Andalusië de enduro cup en toen ging het ineens heel hard en nu sta ik aan de start van de Dakar. Je kijkt er best wel tegenop als je klein bent, het is een groot evenement en binnen een jaar heb je zoveel mensen die je ondersteunen dat je zelf mee kunt doen. Dat is best apart.”

Lessen geleerd in Marokko

De zoektocht naar uitdaging blijkt voor Van Wikselaar altijd een drijfveer, ook nu. Maar hoger dan de Dakar Rally? “Mijn hele leven bestaat uit het afwerken van zoveel mogelijk uitdagingen op motorsportgebied, waar kun je dan nog verder in gaan dan de Dakar rijden.” Het was desondanks een stijle leercurve voor Van Wikselaar, die de afgelopen maanden enkele wedstrijden afwerkte om zichzelf klaar te stomen. In de Andalucia Rally reed de coureur enkel snelle pistes en kon hij terugvallen op zijn crosservaring, in de Rallye du Maroc maakte de Harskamper voor het eerst kennis met het mulle zand. “Ik heb daar echt een hoop geleerd, als je Dakar wilt rijden moet je daar gewoon heen”, blikt hij terug op de wedstrijd in Marokko. “Ik had van tevoren nooit echt ingeschat dat het in de duinen zo anders zou zijn. In zo’n rally kom je dat wel echt tegen. Dan leer je heel veel en als je zonder naar Dakar zou kunnen, dan wordt het wel een hele opgave.” Na een paar dagen had hij de slag in de duinen wel te pakken, maar constateerde Van Wikselaar wel dat hij moest werken aan zijn conditie: “Ik was niet fit genoeg. Ik kwam mezelf gewoon tegen de laatste twee dagen. Als je niet fit en sterk genoeg bent, dan heb je overal spierpijn en dat wordt elke dag erger. Het is een soort optelsom en als je zo naar de Dakar zou gaan is het veel te lang. Dan moet je wel echt fit zijn.”

Die lessen konden de afgelopen maanden direct in de praktijk gebracht worden door Van Wikselaar, maar daarbij had hij nog wel tegenslag. “Ik heb in Marokko nog een crash gehad waardoor er een breuk in een van m’n rugwervels gevonden is, daar voel ik nog steeds maar het hindert me niet. Het gevoel is goed, de voorbereiding is goed geweest. Ik ben gewoon in zoverre hersteld dat ik een goede voorbereiding heb kunnen afwerken”, aldus Van Wikselaar, die de afgelopen maanden vele te vinden was in de sportschool. Hij werkt zijn eerste Dakar af onder de vleugels van Bart van der Velden, die met zijn BAS Dakar-formatie weer een aantal privérijders gaat begeleiden. Ook daarvoor was het optreden in Marokko een nuttige oefening, vindt Van Wikselaar. “Je leert het team goed kennen. Het zijn goede jongens en ik ben de enige Nederlander in het team. Het is wel fijn dat die monteurs ook uit Nederland komen, dan kun je het ’s avonds toch een beetje van je af praten en het is makkelijker om problemen te signaleren. Als je een mooie dag hebt gehad, kun je erover praten maar ook als je een mindere dag gehad hebt.”

Niet bang voor de duinen

Hij vervolgt: “Ik verwacht wel dat het heel zwaar gaat worden. Je hoort ook links en rechts wel dat het veel zand gaat worden, maar dat is voor mij niet erg. Ik vind het hartstikke mooi en wil het liefst zoveel mogelijk veel duinen rijden. Ik ben er zeker niet bang voor, maar het is natuurlijk wel totaal anders dan in Nederland. De eerste dagen in Marokko werd ik echt om m’n oren gereden in de duinen, ik wist niet wat ik meemaakte. Je moet het gewoon durven, een groot hart hebben. Als je niet durft verlies je veel snelheid. De punten van de duinen ook, de eerste dagen spring je niet zomaar een dal in. Na vier, vijf dagen gaat alles steeds makkelijker en dan zie je ook dat oudere en meer ervaren coureurs daar zoveel makkelijker rijden.”

Uitrijden wordt daardoor ook een kwestie van indelen en het vinden van een juiste balans tussen snelheid en risico’s: “In Marokko kun je nog tegen de negentig procent van je kunnen rijden, maar in een lange wedstrijd als de Dakar kun je maar op zeventig procent gaan. De dagen zijn zo lang en je bent er zo lang mee bezig, je moet een behoorlijk budget verzamelen. Je kunt niet alle dagen risico nemen, een sleutelbeen is zomaar gebroken.”

 

Vorige bericht

Ervaring afgewisseld met talent bij de SSV’s

De SSV’s zijn verdeeld in twee categorieën: Light Prototype (T3) en SSV (T4). Het grootste verschil tussen deze categorieën is dat de T3-voertuigen speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor de Cross Country en de T4’s zijn productie-voertuigen die met de noodzakelijke veiligheidsaanpassingen geschikt zijn gemaakt voor Cross Country. Gedurende het World Cup seizoen was het erg spannend in beide categorieën en zijn de verschillen klein. Tijdens Dakar 2021 hebben we veel verschillende dagwinnaars gezien. Een van de opvallende constateringen vorig jaar, was dat de T4’s regelmatig sneller zijn dan de T3’s. De T3’s hadden veel technische problemen en dat kwam mede doordat zij flink hebben ontwikkeld en er daardoor een groter risico is op problemen. In de World Cup dit jaar waren er aanzienlijk minder problemen en lijken de meeste kinderziektes te zijn verdwenen. De World Cup for Cross Country Rallies in de T3-categorie werd gewonnen door Cristina Gutierrez Herrero, de T4-categorie door Austin Jones. In het Baja kampioenschap ging de winst voor de T3’s naar Dania Saud Akeel en bij de T4’s naar Alexandre Re. De light prototypes (T3) Tijdens de Dakar van 2021 werd Josef Machacek de winnaar bij de T3’s en de winst bij de T4’s ging naar ex-motorrijder Francisco Lopez Contardo. Lopez Contardo maakt de overstap naar de T3’s waar een goed gevuld deelnemersveld aan de start staat. Machacek krijgt concurrentie van de wereldkampioenen Guttierez Herrero en Akeel, maar dus ook door de T4-winnaar van vorig jaar Lopez Contardo. Daarnaast staan er een aantal jonge talenten aan de start: Seth Quintero, Mitchell Guthrie, Sebastian Eriksson (met de Nederlandse navigator Wouter Rosegaar naast hem) en Guillaume de Mevius (genavigeerd door Tom Colsoul). Daarnaast staan er ook ervaren deelnemers als Jean-Luc Pisson, Fernando Alvarez, Camelia Liparoti, Pavel Lebedev en Boris Gadasin aan de start. Het lijkt dus een hele spannende strijd te gaan worden in de T3-categorie. Er staan twee Nederlanders aan de start in de T3-categorie. Michiel Becx, startnummer 339, en Hans Weijs, startnummer 350, hebben samen een nieuwe buggy ontwikkeld: de Arcane. Deze T3 weegt 900 kilogram en wordt aangedreven door een Yamaha 1 liter turbo motor die 240 PK levert, de versnellingsbak is sequentieel. Alle vier de wielen zijn aangedreven van deze dichte buggy. De vering komt van Reiger Suspension. Becx is geen onbekende in Dakar en reed al eerder met een Iveco van De Rooy en zijn MitJet. Voor Weijs wordt het zijn eerste Dakar, maar Weijs brengt veel ervaring met zich mee. Zo reed en streed hij mee in het Junior WRC, waar hij tijdens de laatste rally net de wereldtitel misgreep. Hij reed voor het officiële team van Volkswagen in het WRC en was testrijder voor het Duitse team. Naast twee Nederlandse rijders staat er ook een Nederlandse navigator bij een jong talent aan de start. Wouter Rosegaar navigeert bij Sebastian Eriksson in de Can-Am van EKS South Racing. Eriksson, 28 jaar, debuteert in de Dakar Rally, maar heeft zijn strepen verdiend in de Rallycross, waar hij in diverse klasses races won. Daar maakte hij deel uit van het team van Matthias Ekström, die met Audi deelneemt in het autoklassement. De SSV’s (T4) Waar in de T3-categorie het talent en de ervaring zich afwisselen, is dat bij de T4’s niet minder. Een aantal snelle rookies met de nodige ervaring uit andere klasses gaan de strijd aan met ervaren deelnemers. Teamgenoten Austin Jones en Aron Domzala zullen willen laten zien wat ze waard zijn. Jones won de World Cup en kreeg daarin stevige concurrentie van Eugenio Amos,Sergei Kariakin en de gebroeder Goczal. De Australische Molly Taylor maakt haar debuut in de Dakar maar brengt wel veel ervaring met haar mee. Zo werd ze Australisch rallykampioen tussen hele sterke mannen, maar ze stond ook haar mannetje in de Extreme-E dit jaar, waar ze kampioen werd met Johan Kristoffersson en het team van Nico Rosberg. Ook in de T4 lijkt het dus spannend te gaan worden. In totaal staan er vijf Nederlanders aan de start met een T4. De eerste is Paul Spierings, hij maakt de overstap van twee wielen naar vier wielen en gaat met een Can-Am de Saoedische woestijn trotseren. Spierings rijdt samen met navigator Jan-Pieter van der Stelt en rijdt met nummer 426. Gert-Jan van der Valk is de volgende Nederlander op de lijst en gaat met nummer 454 van start op zijn South Racing Can-Am. André Thewessen is de derde Nederlander, hij debuteert in de zwaarste rally ter wereld en doet dat met nummer 459. Met startnummer 461 rijdt Jan de Wit, hij debuteert en wordt bijgestaan door de ervaren navigator Serge Bruynkens. Jeffrey Otten is de laatste Nederlander op de startlijst, ook hij maakt zijn debuut en rijdt met nummer 469. Binnen de T3-categorie wordt het een strijd tussen de OT3’s, gebouwd door Overdrive Racing, de Zephyr van PH-Sport, Can-Am’s, van onder andere South Racing, en Yamaha’s van het Duitse X-Raid. Bij de T4’s staan erg veel Can-Am’s aan de start, het grootste deel komt van South Racing vandaan. Een aantal Polarissen en twee BRP-buggy’s uit Rusland.
 
Lees verder