Versteijnen voor het donker aan de pils

Gepubliceerd op: 06-01-2017 05:39

De herinneringen aan zijn eerste Dakar, toen hij de eerste week vrijwel permanent in het donker moest rijden, waren even door het hoofd geschoten bij Vick Versteijnen. In de derde etappe ging er veel mis, zodat hij de TopTrucks Scania in het donker door de woestijn moest sturen. En de vierde etappe zou een serieus lastige worden, dus Versteijnen had er rekening mee gehouden dat het weer nachtwerk zou worden. “Maar we zaten voor het donker aan de pils.”

Pas diep in de nacht was Versteijnen aangekomen in het bivak in Jujuy. In de derde etappe hadden hij en zijn crew moeten improviseren. “De spanrol liep kapot en nog wat dingen. Met een uur of drie knutselen hebben we dat kunnen maken. Dat zag er even naar uit dat het erg moeilijk ging worden, maar dat lukte allemaal gelukkig. De rest van de dag hebben we goed kunnen rijden. Vanwege de vertraging hebben we het laatste stuk in het donker moeten rijden. Om tien uur ’s avonds moesten wij nog beginnen aan het tweede deel. Gelukkig waren het vooral harde paden en konden we gewoon gas geven. Er zitten goede lampen op de Scania en die werken nog ook, dus dat viel niet tegen. We hebben iets rustiger gereden dan normaal gesproken overdag, maar we hebben echt nog wel gas gegeven in de nacht.”

De truck werd in een paar uurtjes tijd stevig onder handen genomen door de monteurs van het team, zodat Versteijnen weer door kon in etappe 4. Als 36ste truck mocht hij beginnen aan de 416 kilometer lange proef, waarvan vooraf nadrukkelijk werd gezegd dat het een taaie zou worden. Versteijnen had zich op een lange dag ingesteld. “Bij de start zag ik iedereen wel met zweethandjes zitten. De soep werd inderdaad heet opgediend deze dag. Wij moesten als laatste starten en we konden kiezen voor de moeilijke optie (door de duinen) of de makkelijke (er omheen en 12 uur straftijd pakken). We kozen voor de moeilijke en dat ging super. Het waren gigantisch hoge duinen, dat was echt kicken. We hadden alle vermogen nodig om toch maar boven te komen. We hebben alle duinen wel goed kunnen pakken, en dat moest ook wel hier want anders wordt het echt moeilijk. We hebben denk ik wel acht tot twaalf trucks ingehaald. We vertrokken als 36ste en zijn als twintigste gefinisht.”

Dat was alleszins beter dan gedacht. En het had nog beter gekund, want een afgebroken schokbreker linksvoor repareren vergde tijd. “Maar al met al ben ik dik tevreden. Ik had niet aan zien komen dat we voor het donker aan een koude pils zouden zitten. Ik verwachtte een helse dag. De truck deed het heel goed en dan zie je hoe krachtig ‘ie is, hoe goed ‘ie stuurt en veert – daar mogen we trots op zijn. Ik zie daarom ook niet op tegen de volgende etappe, in de bergen. Vandaag hebben we ook flink gas gegeven in de bergen. Dat ligt ons wel. Je kunt serieus de bocht aansnijden met dit ding, dus laat maar komen.”

Vorige bericht

Een nachtje doorakkeren bij Team DakarSpeed

“Geef me maar een overall, ik help wel. Dan maar een nachtje doorakkeren, maar het moet goed zijn.” Maurik van den Heuvel had zulke klappen gehad in de vierde etappe van de Dakar 2017 dat hij er alles voor over had de Scania Torpedo weer in orde te krijgen. Een kapotte schokbreker had ertoe geleid dat de rubbers waarop de cabine steunt waren doorgesleten. Daardoor kreeg de bemanning zulke klappen te verduren, dat Van den Heuvel met hoofdpijn aankwam in het bivak in Tupiza. Met de zeventiende tijd in de 416 kilometer lange etappe was Maurik van den Heuvel niet tevreden. Zeker niet omdat hij als negende had mogen starten. “Dat betekende dat er nogal wat snelle jongens achter me zaten. We reden hard, we reden flink, tot we verkeerd reden bij een hekje. We gingen linksaf, maar we moesten rechtdoor. Daar hebben we een kwartier verloren bij het zoeken naar het waypoint.” Dat was niet het enige ‘momentje’. In het tweede deel van de proef kwam de Scania vast te zitten in een modderpoel. “Ik mag de monteur de schuld geven: Wilko riep dat we naar rechts moesten en daar kwamen we vast in de modder. We hadden een rukje nodig van een meter, maar de eerste vier trucks die langs kwamen, lieten ons staan. Dat snap ik wel: dat zijn ook onze concurrenten. Gelukkig kwam Jos Smink als eerste Nederlander langs en die trok ons los. Die twee momentjes hebben ons twee keer een kwartier gekost. In totaal hebben we dus een half uur verloren. Verder hebben we goed gereden.” Wat eigenlijk vervelender was – en de monteurs in het bivak in Tupiza handenvol werk bezorgde – was dat de schokbreker was afgebroken. Dat zagen Van den Heuvel en zijn mannen in de neutralisatie bij de grens. “Dat had nog wat meer schade aangericht, maar de Scania is sterk dus dat hield het wel vol. Maar in het laatste deel van de etappe zat een stuk met rivierbeddingen met veel stenen. We hadden van onze bandenleverancier de tip gekregen met harde banden te rijden. Dan krijg je harde klappen – dat is niet goed voor je vullingen – maar rijd je minder gauw lek. Maar door die klappen en die gebroken schokbrekers moeten nu wel de cabinerubbers worden vervangen. Dat is nogal een grote klus, maar dat móet gebeuren. Dus ik help wel, want morgen moeten we weer 500 kilometer en dan moet het opgelost zijn.” Wat het klassement betreft, waarin Van den Heuvel op de twaalfde plaats staat, maakt hij zich geen zorgen. “Er is nog van alles mogelijk, het is niet erg dat we nu weer uit de top 10 zijn gevallen. Je ziet vandaag dat Kolomy problemen heeft en dat De Rooy juist weer plaatsen wint. Het blijft stuivertje wisselen en dat is het mooie van Dakar.”    
 
Lees verder