Van Loon rijdt twee uur in het donker: “Het was net de Efteling”

Gepubliceerd op: 04-01-2023 21:42

Na een probleemloze dag moesten Ronald van Loon en Erik Lemmen woensdag de laatste twee uur van de etappe in het donker rijden. Een aparte ervaring die deed denken aan dat pretpark in Kaatsheuvel.

In de vierde etappe van de Dakar Rally maakten Van Loon en Lemmen een ronde om Ha’il, de plek waar het bivak dinsdag opgeslagen werd. Na de hevige regenval van de afgelopen dagen was het zand plakkerig en behoorlijk zwaar, maar Van Loon kwam er zonder problemen door. “We zaten heel goed in het ritme, we hadden een hele leuke dag met veel zand”, aldus Van Loon. “Ik denk dat we zeker 200 kilometer in de duinen gereden hebben.”

Het tijdschema in Saudi-Arabië zorgt er wel voor dat de laatste twintig kilometer in het donker afgelegd moesten worden. “Het was heel apart”, zegt Van Loon over het rijden van de duinen in het donker. “Er zaten een paar afdalingen in, het was net de Efteling. Echt alsof je in een achtbaan zit. Een afdaling van vijftig meter, steil naar beneden. Je ziet dan helemaal niks omdat de koplampen ook naar beneden schijnen en ineens ga je weer omhoog. Het is een heel raar gevoel, maar ook wel goed. In het donker zie je niet alles, dan hoef je verder nergens naar te kijken.”

Na een moeizame openingsfase heeft Van Loon de smaak te pakken. In het zand voelt hij zich meer thuis dan op de pistes waar het hotseknotsen is. “We hebben lekker gereden en hebben eigenlijk niks meegemaakt, niet vastgestaan en geen lekke banden. We zijn een paar keer gestopt om de banden af te laten of juist bij te pompen. Daar hebben we wel mee gespeeld, op sommige stukken lagen veel stenen en daar ging het echt hard. Zodra het slecht werd, zijn we gestopt om de banden weer af te laten. Dat rijdt zoveel beter en rustiger.”

Donderdag staat er een special van 374 kilometer op het programma. Wederom zijn start en finish in Ha’il.

Vorige bericht

Klaassen krijgt smaak te pakken in de duinen

Dave Klaassen en Tessa Rooth hebben ook de vierde etappe van de Dakar Rally goed doorstaan. In de eerste serieuze duinen van de wedstrijd kon het duo de duinentraining van vorig jaar in Namibië in de praktijk brengen. “Voor ons was het een hele mooie dag”, doet Klaassen het verhaal. “We begonnen met een stuk duinen, voor het eerst reden we in de Dakar serieuze duinen. Het was goed te doen. We werden wel gedwongen om eigen pad te maken of in ieder geval niet door het grote spoor te rijden. Dat ging gewoon niet. Na een minuut of twintig hadden we de smaak aardig te pakken. We konden meer snelheid maken, dat eerste deel hebben we heel goed gereden.” Tussendoor was het zoeken naar de juiste bandenspanning. Als de banden te hard opgepompt worden is de kans op vastrijden een stuk groter. Met een te lage bandenspanning bestaat het risico op lekke banden. “We dachten dat we het zand wel gehad hadden en hadden de bandendruk op 2 bar gezet”, gaat Klaassen verder. “Toen kwamen in het hele mulle zand, het waren geen duinen, maar je moest tussen rotsen door waar het helemaal losgereden was. Daar kwamen we een keer bijna vast te staan, we hebben de banden weer afgelaten en konden we aan de klim beginnen. We gleden van de helling af en kwamen zeer ongelukkig terecht. Toen hebben we de banden op 0,6 bar gezet en vond ik een alternatieve route om er alsnog te komen. Later hadden we weer iets meer bandendruk en stonden we nog een keer vast, maar het ging heel goed.” Het parcours was dusdanig aan gort gereden dat het brandstofverbruik bij alle deelnemers veel hoger lag dan op een normale dag in de Dakar Rally. Ook voor Klaassen en Rooth werd het nog even spannend. “In het tweede deel schrok ik enorm van het brandstofverbruik, dat was gigantisch. We zaten echt mis. In de tweede proef was het goed dat we een stuk in het donker reden, de snelheid lag daardoor lager. We kwamen met slechts 11 liter brandstof op de meter aan de finish. We hebben nog even getankt, maar dat is iets waar we rekening mee moeten houden.” Klaassen en Rooth gingen voor de Dakar naar Namibië om te trainen in de duinen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen, vindt Klaassen. “Zonder die training waren we vandaag echt aan het martelen geweest. Ik voel me heel comfortabel met de transities van de duinen, hoe je over de toppen heengaat. Er was een waypoint waar we eigenlijk niet konden komen, maar dan is het de sport om toch op dat punt te komen. Die training geeft wel vertrouwen en het is leuk dat we dat nu in de praktijk kunnen brengen.”
 
Lees verder