Van den Heuvel en Van Genugten in mineur

Gepubliceerd op: 14-01-2019 03:27

De etappezege van Gerard de Rooy en de tweede plaats voor Federico Villagra stonden in schril contrast tot de problemen die Maurik van den Heuvel en Ton van Genugten ondervonden in de loodzware zesde etappe van de Dakar Rally. Het waren opnieuw motorstoringen die de beide Petronas Team De Rooy Iveco-rijders van een goed resultaat afhielden.

“Het had een prachtige dag kunnen worden”, wist Ton van Genugten, die als winnaar van etappe 5 de special opende. “In de duinen verloor ik een minuut of zeven doordat de twee Kamazzen die achter me waren gestart mijn spoor maar hoefden te volgen. Ze bleven ook strak achter me hangen, zo van ‘laat hem het maar uitzoeken, wij volgen wel’. Ze hebben jammer genoeg niet lang plezier van me gehad.”

De eerste 57 km ging het prima met Van Genugten, maar al 10 km na een neutralisatie van 19 km ging het mis. “Ik reed in een gat en de motor hield ermee op”, moppert Van Genugten. “Doodzonde, want het was echt een proef voor mij.”

Die mening was ook Maurik van den Heuvel toegedaan. “Duinen en bokkenpaden: dat is Ton zijn terrein.” Het had voor hemzelf ook goed kunnen gaan, ware het niet dat de motor opnieuw in de noodloop schoot. “Na 4 km begon het al”, vertelde hij na aankomst in het bivak in San Juan de Marcona. “En dan zijn het nog 300 lange kilometers. Op 70 procent van het vermogen rijden kon niet in deze etappe, met zoveel duinen en zulk zwaar zand. Het waren de zwaarste duinen tot nu toe deze Dakar. Ik heb nog nooit zoveel auto’s vast zien staan. En niet een beetje vast, maar echt hopeloos vast.”

Door de emergency loop kwam Van den Heuvel voortdurend vermogen tekort. Vooral in de duinen was dat een groot probleem. “Dan wordt het ook gevaarlijk. Ik kwam niet boven, ben bijna omgevallen en heb een paar keer vastgezeten. Gewoonlijk geef je op het topje even een spuit gas bij en schiet je er overheen, maar dat kon niet. Janus van Kasteren heeft me losgetrokken.”

Het laatste waypoint, bovenop een berg waar zelfs Gerard de Rooy en Federico Villagra slechts met de grootste moeite bovenkwamen, moest zowel Van den Heuvel als Van Genugten laten lopen. “Dat ging niet”, zegt Van den Heuvel. “Heel frustrerend, maar voor de monteurs is het minstens zo balen als voor ons. Ze proberen er alles aan te doen om het probleem op te lossen, op de rustdag zijn alle stekkertjes en sensoren vervangen en vernieuwd, maar ze kunnen het niet vinden. We zullen het ermee moeten doen en hopen dat het meevalt.”

Omdat veel trucks het waypoint op de berg hebben gemist, maar nog niet alle straftijden zijn verrekend – op het missen van dat waypoint staat een penalty van een uur – is nog niet helemaal duidelijk waar Van den Heuvel en Van Genugten staan in de daguitslag. Wat het klassement betreft: Eduard Nikolaev behoudt de leiding, op 10 minuten voor zijn teamgenoot Dmitry Sotnikov. Achter de beide Kamaz-rijders komt Gerard de Rooy met een achterstand van 1 uur en 50 minuten. Federico Villagra nam de vierde plaats over van Ton van Genugten op 4.06.48. Van Genugten staat vijfde op 23 minuten van zijn Argentijnse teamgenoot.

Vorige bericht

Paul Spierings gehavend door zesde etappe

Neus kapot, helm kapot, bril kapot, schade aan de motor: Paul Spierings kwam gehavend aan de finish van de zesde etappe van de Dakar Rally 2019. Op kilometer 34 van de 336 km lange special klapte hij met zijn gezicht op de navigatietoren van zijn motor. “Gelukkig zijn mijn tanden nog heel.” De etappe van Arequipa naar San Juan de Marcona was een heftige. Niet alleen voor Paul Spierings. In elk geval twee van de elf resterende Nederlandse motorrijders moesten de strijd staken en zij waren zeker niet de enigen. Vier duinenpartijen stonden de deelnemers te wachten, en dat waren bepaald niet de minste. Zowel aan het begin als aan het eind zaten duinen die zo hoog en steil waren, dat er veel voor nodig was om boven te komen. In de eerste zone ging Spierings op zijn gezicht. “De motor kwam met de kont omhoog en terwijl ik dat probeerde op te vangen, kwam de voorkant los”, vertelde hij na aankomst in het bivak in San Juan de Marcona. “Ik klapte vol met mijn gezicht op de navigatietoren. Alles kapot. Ik heb daar een kwartiertje gezeten om bij te komen en de boel enigszins te repareren. Met maar één, half-kapotte kilometerteller was het lastig navigeren.” Aan het eind van de etappe zat nog een gebied met enorme duinen. Met eentje had Spierings veel moeite. “Ik schoof elke keer naar beneden. Nog eens proberen: weer niet. Het ging gewoon niet. Maar toen zag ik auto’s, die me hadden ingehaald, ergens anders naar beneden komen. Als zij naar beneden kunnen, kan ik ook naar boven, dacht ik. Dus ik ben daar naar boven gereden en daar sprong het waypoint erin op de gps.” Als de donder reed Spierings weer naar beneden om naar het volgende punt te racen, een bruggetje 13 kilometer verderop. Maar daar aangekomen bleek dat hij toch een waypoint had gemist. “Dat had ik kunnen weten”, verweet hij zichzelf. “Ze moeten op volgorde en ik was tegen de richting in gereden. Dus moest ik 13 kilometer terug, het waypoint valideren en weer 13 kilometer terug naar het bruggetje.” De zesde etappe had Spierings veel geleerd, vond hij. “Door schade en schande word je wijs, zeggen ze toch? Met de motor komt het wel goed; daar zorgen de monteurs van het HT Rally Raid-team wel voor. Ik moet nu even voor mezelf zorgen en met mijn gezicht en mijn knie naar de dokter. Dan komt dat ook wel goed.”
 
Lees verder