Trucks tijdens Dakar 2022: KAMAZ vs. Iveco

Gepubliceerd op: 28-12-2021 18:55

De hegemonie van het Russische KAMAZ-team duurt nu al enkele jaren, vanaf Dakar 2009 won er slechts twee keer, beide keren was dat Gerard de Rooy, een andere truck dan de blauwe KAMAZ. In de afgelopen jaren was het team van MAZ bezig met een sterke opmars, maar het Wit-Russische team werd niet toegelaten tot de rally vanwege een internationaal conflict. Daardoor blijven de trucks van Viazovich en Vasilevski thuis en ligt de druk op de Iveco-rijders.

De winnaar van 2021, Dmitry Sotnikov, is de kopman van het KAMAZ-team. Hij wordt bijgestaan door voormalig winnaars Eduard Nikolaev en Andrey Karginov en door de runner-up van 2021 Anton Shibalov. De eerste Iveco op de lijst is die van de Tsjech Martin Macik, hij gaat de strijd aan samen met zijn teamgenoot Martin Soltys. De Nederlandse Iveco’s worden aangevoerd door Janus van Kasteren. De kopman van het De Rooy Team krijgt versterking van Martin van den Brink, Mitchel van den Brink en Vick Versteijnen, die last-minute instapt als vervanger van Hans Stacey.

Ales Loprais wil met zijn Praga ook meedoen om de eindzege, de ervaren Tsjech verbetert ieder jaar zijn truck en probeert dan ook om KAMAZ van de troon te stoten. Ignacio Casale zal dat ook gaan proberen in zijn Tatra. Thomas Vratny komt met een Ford aan de start en is de vierde snelle Tsjech op de startlijst. Met startnummer 512 staat Teruhito Sugawara aan de start voor zijn 37e Dakar met de Hino. Daarnaast zullen er ook verschillende Nederlanders proberen om mee te doen in de top, naast de mannen van Team De Rooy.

Zo rijdt Gert Huzink met een nieuwe, hybride, Renault truck. Hij vormt een team samen met Pascal de Baar. Daardoor heeft het Riwald Dakar Team veel ervaring. Ook Kees Koolen keert terug naar de truck, hij gaat met een Iveco van Big Shock Racing en is bezig met een volledig energieneutrale truck voor de volgende Dakar. Richard de Groot, van het Firemen Dakar Team, wil ook laten zien dat hij uit het juiste hout is gesneden en in zijn Iveco. Maurik van den Heuvel hoopt ook op een goed resultaat in zijn International.

Alle Nederlandse trucks op een rij:
#504 Janus van Kasteren | Marcel Snijders | Darek Rodewald
#506 Martin van den Brink | Peter Willemsen | Bernard Der Kinderen
#515 Vick Versteijnen | Teun van Dal | Randy Smits
#516 Gert Huzink | Rob Buursen | Martin Roesink
#518 Pascal de Baar | Jan van der Vaet | Stefan Slootjes
#520 Kees Koolen | Wouter de Graaff | Gijs van Uden
#522 Richard de Groot | Jan Hulsebosch | Mark van der Laan
#523 Maurik van den Heuvel | Martijn van Rooij | Wilko van Oort
#524 Mitchel van den Brink | Richard Mouw | Bert Donkelaar
#527 William de Groot | Tom Breukelmans | Remon van der Steen
#530 Ben van de Laar | Jan van de Laar | Simon Stubbs
#535 William van Groningen | Wesley van Groningen | Remco Aangeenbrug
#537 Egbert Wingens | Marije van Ettekoven | Marijn Beekmans
#538 Ben de Groot | Ad Hofmans | Govert Boogard
#539 Gerrit Zuurmond | Tjeerd van Ballegooy | Klaas Kwakkel

Het belooft dus een spannende strijd te gaan worden tussen de Russen, de Tsjechen en de Nederlanders.

Vorige bericht

Wiljan van Wikselaar: In minder dan een jaar klaargestoomd voor Dakar

Op de crossmotor en wegracemachine was Wiljan van Wikselaar al een bekende coureur, maar hij heeft nog niet zo lang geleden zijn eerste stappen in de rallywereld gezet. Mede door de coronacrisis ging het ineens heel hard met de man uit Harskamp, die als kind al naar de Dakar Rally keek. In gesprek met de debutant. “Ik heb toen ik jong was lang op de crossmotor gezeten en daar daarna een poosje geracet op de weg”, aldus de 25-jarige Van Wikselaar, die zijn – voor de buitenwereld – plotse debuut in de Dakar Rally motiveert. “Dat gaan we volgend jaar ook weer oppakken, maar door corona was het steeds een half seizoen. Afgelopen jaar heb ik besloten dat niet meer te doen omdat er veel geld in zit, de sponsoren willen graag komen kijken en dat kon allemaal niet. Het werd er niet leuker op. Je ging heen voor het racen, maar ik wil er ook een beetje plezier aan hebben. Dus we hebben een seizoen overslagen. Ik wilde wel iets hebben om voor te trainen. Ik wilde toch eigenlijk altijd wel een keer de Dakar rijden en toen had ik met Mitchel [van den Brink] het idee om een keer in Andalusië te rijden. Toen kwamen er pakketten van de Andalucia Rally met de Rally van Marokko en uiteindelijk ook de Dakar. Ik won in Andalusië de enduro cup en toen ging het ineens heel hard en nu sta ik aan de start van de Dakar. Je kijkt er best wel tegenop als je klein bent, het is een groot evenement en binnen een jaar heb je zoveel mensen die je ondersteunen dat je zelf mee kunt doen. Dat is best apart.” Lessen geleerd in Marokko De zoektocht naar uitdaging blijkt voor Van Wikselaar altijd een drijfveer, ook nu. Maar hoger dan de Dakar Rally? “Mijn hele leven bestaat uit het afwerken van zoveel mogelijk uitdagingen op motorsportgebied, waar kun je dan nog verder in gaan dan de Dakar rijden.” Het was desondanks een stijle leercurve voor Van Wikselaar, die de afgelopen maanden enkele wedstrijden afwerkte om zichzelf klaar te stomen. In de Andalucia Rally reed de coureur enkel snelle pistes en kon hij terugvallen op zijn crosservaring, in de Rallye du Maroc maakte de Harskamper voor het eerst kennis met het mulle zand. “Ik heb daar echt een hoop geleerd, als je Dakar wilt rijden moet je daar gewoon heen”, blikt hij terug op de wedstrijd in Marokko. “Ik had van tevoren nooit echt ingeschat dat het in de duinen zo anders zou zijn. In zo’n rally kom je dat wel echt tegen. Dan leer je heel veel en als je zonder naar Dakar zou kunnen, dan wordt het wel een hele opgave.” Na een paar dagen had hij de slag in de duinen wel te pakken, maar constateerde Van Wikselaar wel dat hij moest werken aan zijn conditie: “Ik was niet fit genoeg. Ik kwam mezelf gewoon tegen de laatste twee dagen. Als je niet fit en sterk genoeg bent, dan heb je overal spierpijn en dat wordt elke dag erger. Het is een soort optelsom en als je zo naar de Dakar zou gaan is het veel te lang. Dan moet je wel echt fit zijn.” Die lessen konden de afgelopen maanden direct in de praktijk gebracht worden door Van Wikselaar, maar daarbij had hij nog wel tegenslag. “Ik heb in Marokko nog een crash gehad waardoor er een breuk in een van m’n rugwervels gevonden is, daar voel ik nog steeds maar het hindert me niet. Het gevoel is goed, de voorbereiding is goed geweest. Ik ben gewoon in zoverre hersteld dat ik een goede voorbereiding heb kunnen afwerken”, aldus Van Wikselaar, die de afgelopen maanden vele te vinden was in de sportschool. Hij werkt zijn eerste Dakar af onder de vleugels van Bart van der Velden, die met zijn BAS Dakar-formatie weer een aantal privérijders gaat begeleiden. Ook daarvoor was het optreden in Marokko een nuttige oefening, vindt Van Wikselaar. “Je leert het team goed kennen. Het zijn goede jongens en ik ben de enige Nederlander in het team. Het is wel fijn dat die monteurs ook uit Nederland komen, dan kun je het ’s avonds toch een beetje van je af praten en het is makkelijker om problemen te signaleren. Als je een mooie dag hebt gehad, kun je erover praten maar ook als je een mindere dag gehad hebt.” Niet bang voor de duinen Hij vervolgt: “Ik verwacht wel dat het heel zwaar gaat worden. Je hoort ook links en rechts wel dat het veel zand gaat worden, maar dat is voor mij niet erg. Ik vind het hartstikke mooi en wil het liefst zoveel mogelijk veel duinen rijden. Ik ben er zeker niet bang voor, maar het is natuurlijk wel totaal anders dan in Nederland. De eerste dagen in Marokko werd ik echt om m’n oren gereden in de duinen, ik wist niet wat ik meemaakte. Je moet het gewoon durven, een groot hart hebben. Als je niet durft verlies je veel snelheid. De punten van de duinen ook, de eerste dagen spring je niet zomaar een dal in. Na vier, vijf dagen gaat alles steeds makkelijker en dan zie je ook dat oudere en meer ervaren coureurs daar zoveel makkelijker rijden.” Uitrijden wordt daardoor ook een kwestie van indelen en het vinden van een juiste balans tussen snelheid en risico’s: “In Marokko kun je nog tegen de negentig procent van je kunnen rijden, maar in een lange wedstrijd als de Dakar kun je maar op zeventig procent gaan. De dagen zijn zo lang en je bent er zo lang mee bezig, je moet een behoorlijk budget verzamelen. Je kunt niet alle dagen risico nemen, een sleutelbeen is zomaar gebroken.”  
 
Lees verder