Er gebeurde zoveel in het eerste deel van de tiende etappe van de Dakar 2020 dat de organisatie besloot het tweede deel te schrappen. Dat was niet per se nadelig voor Petronas Team De Rooy Iveco, want in de eerste 345 km had Janus van Kasteren een cabinedemper kapot en stond Albert Llovera met een kapotte turbo. Michiel Becx en Vick Versteijnen moesten dus te hulp schieten.
De tiende etappe is het eerste deel van de marathonetappe. In het bivak is geen assistentie toegestaan. Deelnemers moeten het dus zelf opknappen en elkaar helpen waar nodig, want de servicetrucks en de monteurs beleven achter in Haradh. Zuinig zijn op het materiaal, of toch ten minste de schade beperken, was dus eerste prioriteit.
De duinen in de eerste 100 km van de etappe bleken verdraaid gemeen. Er gebeurden zoveel ongelukken dat de organisatie geen helikopters meer beschikbaar had voor het tweede deel, terwijl in dat gebied de wind ook fors aantrok. “Het was gevaarlijk”, bevestigde Janus van Kasteren. “Eén op de tien was gebroken. De meeste duinen waren gewoon glooiend, zodat je er met 80 overheen kon. Maar dan was er ineens eentje recht naar beneden. Je kon vandaag heel hard crashen en dat is bij een aantal ook wel gebeurd. Terecht dus dat de organisatie kiest voor de veiligheid.”
Bij Van Kasteren bleef de schade beperkt tot een afgebroken cabinedemper. “Die klapperde tegen de cabine. Wij hebben ook wel een afstapje gemaakt. We dachten eerst dat het een bladveer was, dus hebben iets voorzichtiger gereden. Na de afgelasting zagen we dat het de schokbreker voor de cabine was.”
Aanvankelijk meende Van Kasteren dat Vick Versteijnen daar wel een reserve van bij zich had, maar dat blijkt een gewone schokbreker te zijn. “Dus Janus aast op mijn cabinedemper”, wist Versteijnen, die niet meer voor het klassement rijdt, en dat onderdeel dus zal moeten inleveren ten gunste van Van Kasteren, die in de etappe achtste werd en in het klassement nog altijd zevende staat.
“Er was niet veel te winnen”, stelde Van Kasteren. “In het tweede deel van de proef stonden echt grote duinen op het programma. We kunnen ze vanuit het marathonbivak zien liggen. Hopelijk krijgen we ze morgen, op de terugweg.”
Ook Versteijnen keek daar naar uit. “Wij zaten er lekker in vandaag”, vertelde hij over de tiende etappe. “We hebben er zat gezien die hard van een duin zijn afgestapt. Omdat het de marathonetappe is, hebben we er wel een tandje afgehaald. Ik ben blij dat we er zijn.”
Michiel Becx moest in de duinen assistentie geven aan Albert Llovera. De Andorrees stond met een kapotte turbo. Becx leverde het reserve-onderdeel af en reed daarna door om bij Van Kasteren in de buurt te kunnen blijven in geval van nood. De bemanning van Llovera kon met de hulp van een andere snelle assistentie-crew zelf de turbo vervangen en de weg naar het bivak vervolgen. Becx arriveerde daar met de 21ste tijd, Llovera met de 31ste.