Bij het begin van de briefing om 21 uur plaatselijke tijd in Icht waren er nog meer auto’s op de proef van de eerste etappe van de Morocco Desert Challenge dan er binnen waren in het bivak. Rijders spraken met ontzag over de etappe van Plage Blanche naar Icht (391 km) als ‘een van de moeilijkste etappes’ die ze ooit reden. En dat waren zeker niet de minste rijders. De buggy van Javier Herrador was de snelste van het algemeen autoklassement.
Hij was te uitgewoond om nog te stoppen en twee lekke banden te wisselen, dus stuurde Javier Herrador zijn gelijknamige buggy in een uiterste krachtsinspanning maar zo over de finish van de eerste etappe: met twee lekke banden. De Spanjaard moest in het bivak van Bouj Biramane uit zijn auto worden geholpen en had daarna zeker 20 minuten nodig om weer een beetje bij zijn positieven te komen. “Het was te heet en te zwaar”, pufte hij. “De laatste 20 kilometer was ik niet meer in staat om uit de auto te komen om de banden te wisselen.”
De etappe was Herrador bijzonder zwaar gevallen. Zo zwaar dat hij compleet uitgewoond was als gevolg van oververhitting en uitdroging. “Er waren stukken bij waarop we hooguit 50 km/u konden. Zóveel stenen en zulke moeilijke navigatie! Aan het roadbook lag het niet, dat was perfect. Mijn navigator heeft me er doorheen gesleept vandaag. Maar de paden waren vaak heel moeilijk te vinden door de vele stenen. We zagen het gewoon niet. De warmte maakte het er niet gemakkelijker op. Ik zag meer sterretjes dan stenen op den duur en dat wil wat zeggen. Dat we hebben gewonnen, is bijna ongelooflijk. Ik ben blij dat ik het leven nog heb.”
Als iemand weet wat afzien is, is het wel Tim Coronel. Dus als hij zegt dat het een loodzware proef was, dan is dat zo. “Na 32 kilometer had ik al twee kapotte velgen”, vertelt Coronel. “Misschien is dat mijn redding geweest, want ik was gedwongen om het rustig aan te doen. Was dat niet gebeurd, dan had ik geheid meer kapot gereden op die stenen. Het was een serieuze proef, maar wel een heel mooie.”
Er was zoveel gebeurd, dat Tomas Ourednicek eigenlijk niet goed wist waarmee hij eerst moest beginnen. Bij de kap die bij een snelheid van 180 km/u op het strand van het dak van de Ford was afgewaaid? Of bij de kokende benzine die de Tsjech dwong om minstens 20 minuten te stoppen om de boel te laten afkoelen? “Ik heb vijf Dakars gedaan, maar dit was waarschijnlijk de moeilijkste proef uit mijn carrière”, oordeelde Ourednicek.
“Niet te geloven, zo lastig. Er leek ook geen eind aan te komen. Ik heb mijn navigator wel twintig keer gevraagd hoe ver het nog was. Een uur nadat hij had gezegd dat het nog 80 kilometer was, vroeg ik het nog een keer en toen moesten we nog 70 kilometer. Hadden we dus een uur gedaan over 10 kilometer. Bij twee miljoen stenen ben ik de tel kwijtgeraakt. En heet! De temperatuur van de luchtinlaat gaf 60 graden Celsius aan. Ik geloof niet dat ik dat eerder heb meegemaakt. En het ergste van alles was nog wel dat al na 35 kilometer de airconditioning in de auto het begaf. Het belangrijkste onderdeel!”
“Al die stenen – en het waren er belachelijk veel – lachen naar je. Als je vandaag iets te fanatiek was, kon je met gemak de boel kapot rijden. Daar hoefde je geen enkele moeite voor te doen.” Maik Willems besloot niet terug te lachen naar de stenen, maar probeerde ze te negeren. Dat leverde een mooi resultaat op: Willems kwam maar een minuutje tekort op de Portugees Nuno Matos, die er met de etappezege in de 4×4-klasse vandoor ging. “Het was vandaag een kwestie van geen gekke dingen doen, niet te gretig zijn. We hebben niks kapot, nog geen band lek gereden. Maar het was wel een heel moeilijke proef. Zo zwaar heb ik ze in de Dakar nog niet meegemaakt, geloof ik.”
De Volkswagen Beetle van Dave van Hyfte was veel te vroeg in het bivak. “De stuurstang is gebroken”, verklaarde de Belg teleurgesteld. “We hebben het kunnen repareren om ermee over het asfalt naar de finish te rijden, maar de proef rijden, dat ging niet. Heel jammer, want meteen de eerste dag missen wil niemand.”