De eerste etappe van de Morocco Desert Challenge, over 391 kilometer van Plage Blanche naar Icht, was meteen een pittige. Een aantal motorrijders haalde de finish niet door technische malheur of valpartijen. De start op het strand was spectaculair – de eerste groep van vijf motorrijders vertrok op de achterwielen – maar daarna werd het al snel lastiger. Snelle stukken werden afgewisseld met technische, waar het lastig navigeren was. De Belg Kim de Rycker kwam als eerste over de finish bij het bivak van Borj Biramane bij het plaatsje Icht.
Het was alweer even geleden sinds Kim de Rycker een woestijnrally reed en dus was het begin wat onwennig voor de Belg. “Op het strand ging het 40 kilometer lang vol gas, maar daarna moest ik even zoeken naar een prettig tempo. Ik moest ook de motor weer even leren kennen. Doordat het bewolkt is, was het lastig om diepte te zien en de vele stenen maakten het ook moeilijker navigeren. Doordat je zo op de stenen moet letten, zie je een pad al snel over het hoofd en moet je terug om te zoeken. Ik ben alles bij elkaar ongeveer 12 kilometer verkeerd gereden, denk ik. Maar blijkbaar hebben anderen nog meer problemen gehad, anders was ik niet als eerste aan de finish geweest. Daar ben ik zeer tevreden over.”
Het eerste deel van de proef, tot aan de tankstop, bedroeg 214 kilometer, maar Maikel Verkade reed er ‘zeker 240’. “Ik ben een paar keer verkeerd gereden en dat heeft me veel tijd gekost”, zei Verkade aan de finish. “Ik miste een zonnetje: het was vaak slecht te zien. Door de bewolking was het ook vreselijk benauwd. Ik ben steenkapot.”
De Marokkaanse coureur Harite Gabari had de eer met nummer 101 te vertrekken op Plage Blanche vanochtend om 9 uur plaatselijke tijd. “Een geweldige ervaring”, sprak hij aan de finish. “Het strand en het oued waren magnifiek. Daarna was het ook een mooie route – ik heb genoten – maar wel echt moeilijk. Door de warmte werd het een extra zware dag. Ik ben eerlijk gezegd blij dat ik er ben. Ik heb het zwaar gehad.”
Snakkend naar een koude cola en een verkoelende douche kwam Rob Smits als tweede motorrijder over de finish. Dat verraste hem. “Dat betekent dat ik in het laatste deel veel ben ingelopen op Kim de Rycker, want bij de tankstop lag die 20 minuten voor op mij.” Smits moest zeker in het begin wennen aan het ritme en de warmte. “Ook navigeren was alweer even gereden. Het was even zoeken. Aanvankelijk reed ik samen met mijn vader, maar bij de tankstop heeft hij me alleen verder gestuurd: het ging te hard. Alleen navigeren is makkelijker, dus in het laatste deel kon ik het tempo nog een beetje opvoeren. 30 kilometer voor de tankstop was mijn water al op, zo warm was het. Veel te warm om te eten. Ik kreeg het gewoon niet weg. Ik heb geen broodje genomen bij de stop, ik kreeg een reep al niet weg.”
De stenen maakten het ook Smits lastig, met één navigatiefout als gevolg. “Ik had wat meer zand verwacht in plaats van zoveel technische stukken. Verder is het allemaal goed gelopen.”
“Ik ben geen 20 meer”, pufte Mark Smits aan de finish van de eerste etappe. “In het eerste deel ging het zo hard dat ik het roadbook niet eens bij kon houden. Ik moest alle zeilen bijzetten om enigszins in het spoor van Rob te blijven. Als je niet je eigen tempo kunt rijden, en boven je macht rijdt, ga je fouten maken. Daarom wilde ik Rob ook niet ophouden, want dan rijdt hij niet zijn eigen tempo. Dus ik heb hem weggestuurd: ga maar, ik red me wel.”
Na de tankstop ging het daardoor inderdaad een stuk beter met Smits senior. “Het was wel hard werken op die stenen. Ik moest mijn stuur stevig vastklemmen om de motor in de hand te houden. Ik heb wel gezien dat anderen ook problemen hadden. Pedro Bianchi Prata was misselijk en moest een paar keer stoppen om over te geven. Ik ben hem een paar keer voorbij gestoken en hij mij vervolgens weer, maar het grootste deel van dat tweede stuk heb ik alleen gereden.”
Vier keer moest Pedro Bianchi Prata stoppen na de tankstop, waarmee de Portugese toprijder veel tijd verloor. Hij kwam meer dan een uur na Kim de Rycker over de finish. “Ik dronk een flesje water en het smaakte me al niet. Of het bedorven was of gewoon verkeerd is gevallen, weet ik niet, maar ik moest vier keer stoppen om over te geven. Daardoor verloor ik zoveel vocht dat ik geen kracht meer had en het tempo ver moest terughalen. Jammer, want het was een prachtige etappe, met moeilijk navigeren.”