Maik Willems na zware monsteretappe Dakar Rally: “We zijn bofkonten”

Gepubliceerd op: 14-01-2024 00:14

‘Idioot zwaar’ noemde Maik Willems de marathonetappe over twee dagen in het mythische Empty Quarter van Saoedi-Arabië. Zijn inspanningen in de Dakar Rally werden beloond met de 31ste plaats bij de auto’s, én met landschappen die ‘zo uit een documentaire van National Geographic’ leken te komen. Dat vertelde de coureur van het Bastion Hotels Dakar Team tijdens de rustdag in het bivak in Riyad.

“Feitelijk ging het perfect. Het was een superrit”, blikte hij terug op de monsteretappe die was verdeeld over de donderdag en vrijdag. “De eerste dag was ontzettend pittig met ontzettend veel duinen. We zijn heel steil naar boven en weer naar beneden gereden, afgewisseld met rare plateaus. Daardoor moest je verder omhoog terwijl je vaart miste als je daar aankwam. Het was heel erg moeilijk.”

Verraderlijke aangelegenheid

Een duin in een rallyauto bedwingen is nu eenmaal een verraderlijke aangelegenheid, wist de ervaren Willems, die aan zijn tiende Dakar bezig is. “Een duin bestaat uit zand. Je moet vaart maken om erbovenop te komen. Bijna boven weet je niet wat er na de knik komt. Dus moet je er altijd vanuit gaan dat-ie stijl naar beneden gaat. Je moet dan in een splitsecond beslissen wat je moet doen. Het is geweldig balanceren.”

Dat deed hij blijkbaar goed, want hij kende hoegenaamd geen problemen. Althans, op één akkefietje na. Willems: “Na vijftig, zestig kilometer kwamen we op de neus terecht. Het was een iets steilere duin dan ik verwacht had. Alle lampen waren aan gort.”

Geen verlichting

Dat lijkt niet onoverkomelijk, maar dat was het voor Willems en zijn navigator Robert van Pelt bijna wel geworden. Dat zit zo: “Je had tijdens de eerste dag vier bivakken waar je kon stoppen. Wij waren om 14.30 uur bij het eerste bivak. En we hadden dus geen verlichting. Als we in het donker kwamen te rijden zouden we het haasje zijn.”

Toch waagde het duo erop, en het zette koers naar het tweede bivak. “Vijf minuten voordat het pikdonker was, waren we daar. Er hing daar een heel ouderwetse Dakar-sfeer. Het was wat oncomfortabel slapen, maar dat is maar een detail. We zijn vroeg naar bed gegaan en hebben genoten van een schitterende sterrenhemel.”

Stervensmoeilijk

De volgende dag kon hij om 6.45 uur starten en hij kwam om 12.30 uur al over de finish. “De eerste dag was stervensmoeilijk. Er is zo veel ellende geweest voor veel deelnemers. Maar we zijn op de 31ste plaats gefinisht. Daarmee waren we tevreden. En toen mochten we als toetje nog 850 kilometer naar Riyad rijden. Daar kwamen we aan om 0.30 uur.”

“De etappe was idioot zwaar. Ik denk wel één van de zwaarste ooit. Al heb ik het in Peru nog weleens zwaarder meegemaakt. Maar dit was pittig, op het randje. Ik heb méér dan genoten. Het was een prachtige route. Technisch was-ie heel moeilijk. Maar qua omgeving was het alsof we door een film van National Geographic kwamen.”

Even rustig aan

Zaterdag kon hij het voor de verandering een dagje rustig aan doen. “De rustdag van vandaag is wel lekker. De monteurs zijn natuurlijk wel druk bezig. Het bodywork wordt gefikst en verder is er het normale technische onderhoud. Dan is-ie voor morgenochtend weer klaar.”

Voor Willems persoonlijk hoefde een rustdag niet zo. “Ik rijd liever door. Dit breekt een beetje je ritme. Maar het is natuurlijk goed om de auto een keer helemaal goed na te lopen. Dan kunnen we goed de tweede week in.”

Die begint zondag met de zevende etappe. Dan wacht een rit van 873 kilometer waarvan 483 kilometer special. “Het wordt een zware dag. Van de andere kant, veel kilometers moeten rijden zegt niet alles. Het gaat erom in welk tempo je die kunt rijden. Gelukkig mogen we relatief vroeg starten omdat we goed geëindigd zijn.” Hij keek er al naar uit, zo genoot hij tot dusver van deze Dakar.  “We zijn bofkonten.”