Met startnummer 150 begint Bram van der Wouden op nieuwjaarsdag aan het waarmaken van zijn droom. Deelname in de Dakar Rally stond voor Van der Wouden al heel lang op de verlanglijst en na een gedegen voorbereiding en de bouw van een unieke motor is het eindelijk zover. Rallymaniacs sprak de debutant.
In de rallywereld heeft Van der Wouden zijn sporen inmiddels wel verdiend. Het is inmiddels zo’n veertien jaar geleden dat hij voor het eerst aan de start stond in een rally en was het al de bedoeling om mee te doen aan de Dakar. Dat project kwam in 2012 abrupt tot stilstand: “In 2012 heb ik in een jaar tijd zelf drie keer in het ziekenhuis gelegen, toen is het een beetje naar de achtergrond verdwenen. In 2017 stond ik op het punt: blijf ik erover dromen of ga ik het gewoon doen?” Het antwoord is bekend, Van der Wouden zette de helm weer op en stond dat jaar weer aan de start. Deelname aan de Balkan Rally was de bedoeling, maar opnieuw kwam er een kink in de kabel: “Twee weken voor de start kreeg ik een zwaar ongeluk op de crossbaan. Ik had een hersenkneuzing en daar heb ik zeven maanden van moeten revalideren. Daardoor werd het hele spel met een jaar uitgesteld.”
Na deelname in de Breslau Rally, de Africa Eco Race en eerder dit jaar de Fenix Rally is Van der Wouden nu klaar voor het hoofdprogramma, de Dakar Rally. De man uit Zevenhuizen gaat ‘op de kist’ en betekent dat hij grotendeels op zichzelf aangewezen is. Het unieke aspect in het project van Van der Wouden is dat hij zelf een Sherco omgebouwd heeft. Van enduromotor naar rallymotor. Dat heeft veel tijd gekost, maar is tegelijkertijd ook een voordeel. “Het is een groot voordeel dat ik de motor zelf gebouwd heb. Als je een fabrieksmotor pakt en je komt te staan met een storing, dan denk ik dat je meer moet zoeken dan wanneer je de fiets zelf gebouwd hebt. Het is de vraag of een ombouwde enduro net zo goed is als een rallymotor, maar als ik naar m’n eigen motor kijk is er niet veel meer standaard. De koeling is aangepast, de carterinhoud is vergroot en er zit een oliekoeler op. Er is bijna niks meer te vergelijken met een standaard enduromotor, behalve de basis van het blok.”
Die ontwikkeling is eigenlijk altijd doorgegaan, stelt Van der Wouden: “Ik denk dat de spullen technisch beter is dan ooit tevoren en die is ook veel makkelijker rijbaar geworden met de laatste aanpassingen. Het gewicht is enorm naar beneden verplaatst en aan de onderkant is de motor een stuk breder geworden, eigenlijk zoals alle fabrieksmotoren. In het mulle zand kom je dan niet meteen tot het stuur vast te staan, maar dat je op het brede carter blijft hangen. Dat scheelt heel veel energie als je ‘m er een paar keer uit moet trekken. Ik heb in Noord-Frankrijk drie dagen op roadbook gereden en heel veel getest met de motor. Het is net alsof je met een enduro rijdt, maar er zit wel gewoon 30 liter benzine in.”
De zelfgebouwde machine trok ook de aandacht van Sherco, in de vorm van Nederlandse dealers en uiteindelijk ook de fabriek. Het gaat zelfs zover dat hij ondersteuning krijgt van de fabriek en dat hij in geval van nood ook aan kan kloppen bij de fabriek: “Dat maakt het wel extra bijzonder en ook in de Dakar mag ik bij het fabrieksteam aankloppen als ik problemen heb. Dan kan ik nog spullen halen of als er iets uitgelezen moet worden. Op die manier is er nog wel een soort back-up, ik ben de enige Sherco in het kistklassement. Ik zal het nog sterker zeggen: ik ben de eerste privérijder ooit die met een Sherco in de Dakar start. Dat is nog nooit eerder gebeurd. Er staan drie Sherco’s aan de start: Drie van het fabrieksteam en ik.”
De kistrijders in de Dakar Rally waren een tijdje naar de achtergrond verdwenen, maar de laatste jaren is er weer veel meer aandacht voor de coureurs die de Dakar zo puur mogelijk willen finishen. “Dat gevoel krijg je ook enorm”, zegt Van der Wouden op de vraag of hij de extra aandacht ook voelt. “In Marseille kreeg ik een kist van de organisatie en daar zaten veel goodies van Motul in, nieuwe crossbrillen zaten al in de kist. Afgelopen week werd ik door Motul Nederland gebeld en die hadden wel meer willen sponsoren. Ze zijn sinds een jaar officieel olieleverancier van Sherco en ik start in het Motul-klassement. Alles komt samen. Ik kreeg drie dozen vol met jassen en shirts, al mijn sponsoren heb ik een Motul-pakket kunnen geven.”
En ook in de omgeving leeft het: “Nu de Formule 1 weer voorbij is, zijn alle motorsportkampioenschappen afgelopen en ligt de focus op de Dakar. Bijna elke klant die ik in de zaak heb of aan de lijn, die begint erover. Dat is echt veel meer dan bij de Africa Eco Race. Dan is de Dakar echt veel groter, de Eco Race is binnen het wereldje bekend. Ik merk ook enorm aan het rondkrijgen van de sponsoring. Met de Eco Race heb ik daar veel meer moeite voor moeten doen, terwijl het nu een lastigere tijd is voor veel bedrijven. Ondanks dat heb ik gewoon de dubbele hoeveelheid sponsorgeld binnen weten te halen. En dat is goed ook, want het kost ook veel meer.”
Op 27 december vliegt Van der Wouden richting Saudi-Arabië waar het avontuur enkele dagen later begint. Waarom doet hij het eigenlijk zo graag? “Omdat ik het fantastisch vind om terug te gaan naar de gedachte van Thierry Sabine om het echt als avonturier te doen. Het is echt een jongensdroom voor mij. Als klein ventje keek ik naar de Dakar en zag ik Gerard Jimmink en Fabrizio Meoni. Om het als kistrijder helemaal zelf te doen zonder de hulp van een assistentieteam, dat is voor mij het echte gevoel dat past bij de Dakar. Dat vind ik het allermooiste. Sleutelen is voor mij ook een soort therapie, ik ben er eigenlijk altijd mee bezig. Ik houd er altijd wel van om het maximale uit mezelf te halen, dan is dit een mooie uitdaging. Hoe harder mensen roepen dat iets niet gaat, des te meer het voor mij een uitdaging is om het wel te doen. De meeste mensen in de rallywereld waren sceptisch over mijn plan om gelijk de eerste keer als kistrijder te gaan. Als je dat zegt, gaat er een extra vuurtje branden. De uitslag interesseert me niets. De eerste keer de finish halen is het belangrijkste en op welke plek maakt niet uit. Dat zal me echt een worst wezen. Als kistrijder moet je ook niet naar de rest kijken, eigenlijk alleen maar naar het kistklassement. Het is een groot verschil qua rust, maar ook met de risico’s die je kunt nemen.”