Kistrijder Van der Wouden in Dakar: “Als men zegt dat iets niet kan, motiveert mij dat nog meer”

Gepubliceerd op: 28-12-2021 08:15

Met startnummer 150 begint Bram van der Wouden op nieuwjaarsdag aan het waarmaken van zijn droom. Deelname in de Dakar Rally stond voor Van der Wouden al heel lang op de verlanglijst en na een gedegen voorbereiding en de bouw van een unieke motor is het eindelijk zover. Rallymaniacs sprak de debutant.

In de rallywereld heeft Van der Wouden zijn sporen inmiddels wel verdiend. Het is inmiddels zo’n veertien jaar geleden dat hij voor het eerst aan de start stond in een rally en was het al de bedoeling om mee te doen aan de Dakar. Dat project kwam in 2012 abrupt tot stilstand: “In 2012 heb ik in een jaar tijd zelf drie keer in het ziekenhuis gelegen, toen is het een beetje naar de achtergrond verdwenen. In 2017 stond ik op het punt: blijf ik erover dromen of ga ik het gewoon doen?” Het antwoord is bekend, Van der Wouden zette de helm weer op en stond dat jaar weer aan de start. Deelname aan de Balkan Rally was de bedoeling, maar opnieuw kwam er een kink in de kabel: “Twee weken voor de start kreeg ik een zwaar ongeluk op de crossbaan. Ik had een hersenkneuzing en daar heb ik zeven maanden van moeten revalideren. Daardoor werd het hele spel met een jaar uitgesteld.”

Na deelname in de Breslau Rally, de Africa Eco Race en eerder dit jaar de Fenix Rally is Van der Wouden nu klaar voor het hoofdprogramma, de Dakar Rally. De man uit Zevenhuizen gaat ‘op de kist’ en betekent dat hij grotendeels op zichzelf aangewezen is. Het unieke aspect in het project van Van der Wouden is dat hij zelf een Sherco omgebouwd heeft. Van enduromotor naar rallymotor. Dat heeft veel tijd gekost, maar is tegelijkertijd ook een voordeel. “Het is een groot voordeel dat ik de motor zelf gebouwd heb. Als je een fabrieksmotor pakt en je komt te staan met een storing, dan denk ik dat je meer moet zoeken dan wanneer je de fiets zelf gebouwd hebt. Het is de vraag of een ombouwde enduro net zo goed is als een rallymotor, maar als ik naar m’n eigen motor kijk is er niet veel meer standaard. De koeling is aangepast, de carterinhoud is vergroot en er zit een oliekoeler op. Er is bijna niks meer te vergelijken met een standaard enduromotor, behalve de basis van het blok.”

‘Het is net alsof je met een enduro rijdt’

Die ontwikkeling is eigenlijk altijd doorgegaan, stelt Van der Wouden: “Ik denk dat de spullen technisch beter is dan ooit tevoren en die is ook veel makkelijker rijbaar geworden met de laatste aanpassingen. Het gewicht is enorm naar beneden verplaatst en aan de onderkant is de motor een stuk breder geworden, eigenlijk zoals alle fabrieksmotoren. In het mulle zand kom je dan niet meteen tot het stuur vast te staan, maar dat je op het brede carter blijft hangen. Dat scheelt heel veel energie als je ‘m er een paar keer uit moet trekken. Ik heb in Noord-Frankrijk drie dagen op roadbook gereden en heel veel getest met de motor. Het is net alsof je met een enduro rijdt, maar er zit wel gewoon 30 liter benzine in.”

De zelfgebouwde machine trok ook de aandacht van Sherco, in de vorm van Nederlandse dealers en uiteindelijk ook de fabriek. Het gaat zelfs zover dat hij ondersteuning krijgt van de fabriek en dat hij in geval van nood ook aan kan kloppen bij de fabriek: “Dat maakt het wel extra bijzonder en ook in de Dakar mag ik bij het fabrieksteam aankloppen als ik problemen heb. Dan kan ik nog spullen halen of als er iets uitgelezen moet worden. Op die manier is er nog wel een soort back-up, ik ben de enige Sherco in het kistklassement. Ik zal het nog sterker zeggen: ik ben de eerste privérijder ooit die met een Sherco in de Dakar start. Dat is nog nooit eerder gebeurd. Er staan drie Sherco’s aan de start: Drie van het fabrieksteam en ik.”

Aandacht voor kistrijders

De kistrijders in de Dakar Rally waren een tijdje naar de achtergrond verdwenen, maar de laatste jaren is er weer veel meer aandacht voor de coureurs die de Dakar zo puur mogelijk willen finishen. “Dat gevoel krijg je ook enorm”, zegt Van der Wouden op de vraag of hij de extra aandacht ook voelt. “In Marseille kreeg ik een kist van de organisatie en daar zaten veel goodies van Motul in, nieuwe crossbrillen zaten al in de kist. Afgelopen week werd ik door Motul Nederland gebeld en die hadden wel meer willen sponsoren. Ze zijn sinds een jaar officieel olieleverancier van Sherco en ik start in het Motul-klassement. Alles komt samen. Ik kreeg drie dozen vol met jassen en shirts, al mijn sponsoren heb ik een Motul-pakket kunnen geven.”

En ook in de omgeving leeft het: “Nu de Formule 1 weer voorbij is, zijn alle motorsportkampioenschappen afgelopen en ligt de focus op de Dakar. Bijna elke klant die ik in de zaak heb of aan de lijn, die begint erover. Dat is echt veel meer dan bij de Africa Eco Race. Dan is de Dakar echt veel groter, de Eco Race is binnen het wereldje bekend. Ik merk ook enorm aan het rondkrijgen van de sponsoring. Met de Eco Race heb ik daar veel meer moeite voor moeten doen, terwijl het nu een lastigere tijd is voor veel bedrijven. Ondanks dat heb ik gewoon de dubbele hoeveelheid sponsorgeld binnen weten te halen. En dat is goed ook, want het kost ook veel meer.”

Op 27 december vliegt Van der Wouden richting Saudi-Arabië waar het avontuur enkele dagen later begint. Waarom doet hij het eigenlijk zo graag? “Omdat ik het fantastisch vind om terug te gaan naar de gedachte van Thierry Sabine om het echt als avonturier te doen. Het is echt een jongensdroom voor mij. Als klein ventje keek ik naar de Dakar en zag ik Gerard Jimmink en Fabrizio Meoni. Om het als kistrijder helemaal zelf te doen zonder de hulp van een assistentieteam, dat is voor mij het echte gevoel dat past bij de Dakar. Dat vind ik het allermooiste. Sleutelen is voor mij ook een soort therapie, ik ben er eigenlijk altijd mee bezig. Ik houd er altijd wel van om het maximale uit mezelf te halen, dan is dit een mooie uitdaging. Hoe harder mensen roepen dat iets niet gaat, des te meer het voor mij een uitdaging is om het wel te doen. De meeste mensen in de rallywereld waren sceptisch over mijn plan om gelijk de eerste keer als kistrijder te gaan. Als je dat zegt, gaat er een extra vuurtje branden. De uitslag interesseert me niets. De eerste keer de finish halen is het belangrijkste en op welke plek maakt niet uit. Dat zal me echt een worst wezen. Als kistrijder moet je ook niet naar de rest kijken, eigenlijk alleen maar naar het kistklassement. Het is een groot verschil qua rust, maar ook met de risico’s die je kunt nemen.”

Vorige bericht

Auto’s: Wie zijn de kanshebbers in een sterk deelnemersveld?

Al enkele jaren groeit het aantal podiumkandidaten in de autocategorie, zo ook dit jaar. In principe zou iedereen in de top 35 kans maken op een plaats in de top, dat belooft dus een spannende strijd te worden. Tel daarbij het debuut van Audi en de T1+-categorie op, waar moet je op letten en wat is die T1+-categorie? Rallymaniacs geeft meer uitleg. De techniek: T1, T1+, Buggy, Hybrid Als eerste de techniek, oftewel welke types zijn er dit jaar allemaal? Al enkele jaren was er veel kritiek op de buggy’s en het voordeel dat zij hadden. Dat begon met de Peugeot 2008 en 3008 DKR. Deze Peugeots waren tweewiel-aangedreven en mochten, ten opzichte van een vierwiel-aangedreven auto, daardoor met grotere banden, een grotere veerweg, een grotere restrictor en een banden-aflaatsysteem rijden. Het Duitse X-Raid keek dit trucje af en bouwde de MINI JCW Buggy, tevens de auto die afgelopen Dakar won. Om het gat tussen de buggy’s en de 4×4’s te dichten, is de organisatie al enkele jaren met kleine aanpassingen bezig om het spannender te maken. Dit jaar is daarin een hele grote aanpassing: de T1+-klasse. Deze T1+ is een vierwiel-aangedreven auto, maar heeft een grotere veerweg, bredere wielbasis en grotere banden. Daarnaast mag een vierwiel-aangedreven auto voortaan worden aangedreven door een benzine motor met twee turbo’s, dit geldt voor zowel gewone T1’s als de T1+. Die turbo levert vooral voordeel op in de duinen doordat er meer koppel beschikbaar komt. Door deze aanpassingen hopen de ASO en de FIA dat het gat tussen de T1’s en de buggy’s is gedicht. Echter, binnen de T1+ zien we een aantal verschillende setups. Zo heeft Prodrive drie BRX Hunters aan de start en rijden deze alle drie met een V6 twin-turbo en een gloednieuwe brandstof. Deze nieuwe Hunter is nog niet in competitie getest, dus het is afwachten hoe snel en betrouwbaar deze Britse machine is geworden. Dan heeft Gazoo Racing, het Toyota fabrieksteam, vier auto’s in competitie. Deze rijden tevens met een V6 twin-turbo benzinemotor, tijdens de zomertests lijkt de betrouwbaarheid van die motoren niet helemaal goed te zijn en niet alle motoren blijven heel. Heeft Gazoo de oorzaak gevonden en deze opgelost voor Dakar? Naast Gazoo Racing heeft Overdrive Racing uit België ook een aantal Hiluxen aan de start. Deze zijn voorzien van de oude vertrouwde V8 motor en hebben verder de voordelen van de T1+ aan boord, er zullen ook enkele reguliere T1’s van Overdrive Racing aan de start staan. De T1+ met V8 motor is in de afgelopen rally’s al getest, door onder andere Erik van Loon, en die resultaten zijn veelbelovend. Het team van X-Raid heeft zich niet bezig gehouden met de ontwikkeling van een T1+, maar heeft de bestaande MINI 4×4 wel weer verbeterd. Naast de 4×4 worden er dus ook enkele buggy’s ingezet door het Duitse team. Maar de belangrijkste innovatie uit Duitsland is het team van Audi. Zij komen met een hybride auto aan de start met een heel bijzondere motorconstructie. De Audi RS Q e-tron wordt aangedreven door twee elektromotoren, eentje voor de voorwielen en eentje voor de achterwielen. De accu’s worden opgeladen door een soort KERS-systeem, daarbij wordt de energie die vrijkomt tijdens het remmen omgezet in stroom, en door een 2 liter viercilinder turbo motor, afkomstig uit de DTM. Deze verbrandingsmotor drijft geen wielen aan, maar wordt alleen gebruikt om de accu’s te laden. Wat nog meer bijzonder is, is dat er met een single-gear versnellingsbak wordt gewerkt, waardoor de rijders zelf niet hoeven te schakelen. Er wordt gezegd dat zij moeite hebben met de koeling tijdens de tests, maar Audi heeft veel werk verzet en komt met een hele sterke line-up aan de start. Over de techniek van de nieuwe Audi RS Q e-tron zullen we in aanloop naar de Dakar nog dieper op ingaan. Naast de Prodrive, Toyota, MINI’s en Audi staan er natuurlijk andere auto’s aan de start. Zo heeft PH-Sport enkele Peugeots, heeft Martin Prokop zijn eigen Ford Raptor T1+ en zien we enkele andere buggy’s aan de start. Bij de buggy’s zijn de Century CR6 en Optimus MD populair. Beide auto’s hebben laten zien dat ze snel zijn en betrouwbaar, het belooft dus een hele spannende strijd te worden, kijkend naar de techniek. Wie zit waar? Vorig jaar won Stéphane Peterhansel de rally in een MINI JCW Buggy, hij vormde een team met Carlos Sainz. Dit jaar zijn zij allebei in dienst van Audi en maken zij het debuut van het Duitse merk in de Dakar Rally. Zij vormen een team met Matthias Ekström, vooral bekend uit de Rallycross en DTM. Het team van Gazoo Racing is ongewijzigd: Nasser Al-Attiyah, Giniel de Villiers, Henk Lategan en Variawa Shameer zullen het Zuid-Afrikaanse team vertegenwoordigen. Prodrive komt aan de start met Nani Roma, Orlando Terranova en Sébastien Loeb. Naast de fabrieksteams zijn er veel privateers die mee willen doen om de topposities. In de MINI Buggy rijden Jakub Przygonski, Denis Krotov en Sebastian Halpern. De 4×4 van MINI wordt bestuurd door, onder andere, Yasir Seaidan, Vaidotas Zala en Laia Sanz. Het team van Overdrive Racing onderhoudt de Toyota’s van, onder andere, Yazeed Al-Rahji, de lokale held die graag wil winnen, Erik van Loon, Lucio Alvarez, Ronan Chabot en Juan Cruz Yacopini. Het team van PH-Sport brengt de Peugeots van Khalid Al Qassimi, Cyril Despres en Lionel Baud aan de start. Naast al deze auto’s zijn er meerdere rijders die een gooi willen doen naar een topklassering. Vladimir Vasilyev komt met zijn vertrouwde BMW X5, Martin Prokop met zijn vernieuwde Ford Raptor T1+, Mathieu Serradori leidt de Century CR6-en van SRT Racing en de Chinees Guoyu Zhang komt met een BAIC aan de start. Christian Lavielle rijdt een Optimus MD en Romain Dumas keert terug met zijn Rebellion Motors Buggy. Benediktas Vanagas komt, net als andere jaren, met een Toyota Hilux, ook hij maakt de overstap naar de T1+. Han Wei rijdt een SMG Buggy en Jerome Pélichet een Optimus MD. Mirsolav Zapletal rijdt met zijn vertrouwde Ford F150 en Brian Baragwanath komt, net als vorig jaar, met een Century CR6. De Nederlanders Erik van Loon is de eerste Nederlander op de startlijst, met nummer 217, en komt dus met een Toyota Hilux T1+ en de vertrouwde V8 motor. De gebroeders Tim en Tom Coronel, nummer 247, maken de overstap van The Beast naar een Century CR6 en zouden dus zomaar eens richting die top 15 kunnen gaan. Maik Willems, nummer 277, gaat van start in zijn vertrouwde Toyota Hilux. De laatste Nederlander bij de auto’s is Henri van Steenbergen, met nummer 292, en hij rijdt met een Oryx DW.
 
Lees verder