Hoe zit het nu eigenlijk? Auto’s, SSV’s, T1, T1+, T4? Rallymaniacs legt het uit!

Gepubliceerd op: 16-12-2022 19:56

In aanloop naar Dakar en tijdens de rally wordt er veelvuldig gesproken over de verschillende categorieën die er zijn. Met name bij de FIA-klassen (de auto’s, SSV’s en trucks) wordt er gestrooid met benamingen. In dit artikel leggen wij uit wat de categorieën zijn en wat de verschillen hiertussen zijn.

Auto’s (T1 en T2)

Als eerste de auto’s. Binnen de auto-categorie zijn er in basis 2 hoofdgroepen: T1 en T2. T1’s zijn gemodificeerde of prototype voertuigen, T2’s zijn standaardvoertuigen die natuurlijk voldoen aan de veiligheidsvoorschriften en dus onder andere een rolkooi hebben. Op de deelnemerslijst staan steeds minder T2’s, de meestgebruikte is de Toyota Landcruiser VDJ200 waarin onder andere Ronald Basso rijdt.

De onderverdeling in de T1-klasse is iets complexer, er zijn namelijk 6 subcategorieën: T1.U, T1+, T1.1, T1.2, T1.3 en T1.4. Hoe zit dat nu precies?

T1.U – Zoals de Audi RS Q E-tron

De U staat voor “Ultimate”, de bekendste auto binnen deze groep is de Audi RS Q E-tron. De auto’s in deze categorie zijn twee- of vierwielaangedreven en hebben altijd een duurzame bron van energie. Het zijn dus hybride, elektrische of waterstof aangedreven motoren. Wanneer er gebruikt wordt gemaakt van een verbrandingsmotor dan mag dit een benzine- of dieselmotor zijn en er mag ook een turbo aanwezig zijn. Middels een elektronisch regelsysteem wordt de kracht gelimiteerd tot het maximaal toegestane. Afhankelijk van de aandrijving en motortype zit hierin verschil.

Verder heeft de T1.U veel overeenkomsten met de T1+. Zo mag deze maximaal 2.300 mm breed zijn (zonder spiegels), een maximale veeruitslag van 350 mm hebben en mag de diameter van de velg tussen de 910 en 940 mm zijn. De T1.U heeft een minimaal gewicht van 2.100 kilogram, wat iets hoger ligt dan bij de overige T1’s. De T1.U mag overigens niet beschikken over een bandenaflaatsysteem, dat betekent dat de rijders uit moeten stappen om de banden leeg te laten of op te pompen.

T1+ – Zoals de Toyota Hilux van Nasser Al-Attiyah

De T1+ reed vorig jaar voor het eerst mee in de Dakar Rally en voorafgaand aan de rally heeft de Nederlander Erik van Loon er diverse testrally’s mee gereden. Het is in feite een upgrade van de T1.1-klasse, oftewel een 4WD-auto. Deze mag worden aangedreven door een benzine- of dieselmotor en deze mag voorzien zijn van een (of meerdere) turbo’s. Afhankelijk van de motor moet de auto een bepaald minimumgewicht hebben, voor diesel-aangedreven auto’s is dat 2.040 kg en voor benzine-aangedreven auto’s is dat 2.000 kg.

Daarnaast heeft de auto veel overeenkomsten met de T1.U, zoals de maximaal toegestane breedte van 2.300 mm, de veringuitslag van 350mm en de diameter van de velg. Deze velg moet een minimum gewicht hebben van 12 kg zonder band. Om de auto’s qua performance dichter bij elkaar te krijgen en de voordelen van een dieselturbo ten opzichte van een atmosferische benzinemotor te minimaliseren, hebben alle motoren een restrictor.

Met een restrictor wordt de luchtinlaat verkleind en daardoor kan er minder kracht uit de motor worden gehaald. Voorafgaand aan de Dakar Rally worden de nieuwe regels daarvoor bekend gemaakt. Doordat de T1+ nog vrij nieuw is, zijn de restrictormaten best uiteenlopend en is de FIA nog zoekende naar de beste keuzes hierin. Voor een atmosferisch aangedreven auto varieert de restrictor tussen de 32 en 37 mm (afhankelijk van de motorinhoud en brandstofkeuze). Voor een turbomotor is dat tussen de 35 en 39 mm.

T1.1 – vierwielaangedreven auto’s zoals de Toyota Hilux van Maik Willems

Eigenlijk zijn dit, oneerbiedig gezegd, de wat oudere auto’s. Dat wil overigens niet zeggen dat zo’n auto niet mee kan doen voor de prijzen. De reglementen voor deze categorie bestaan al vrij lang en zijn de voorgangers van de T1+’s. De T1.1 zijn dus vierwielaangedreven en mogen een benzine- of dieselmotor hebben met of zonder turbo’s. De auto’s mogen maximaal 2.000 mm breed zijn, wat dus 30 cm scheelt met de T1+ of T1.U.

Het minimumgewicht van deze auto’s wordt bepaald door de cilinderinhoud, wanneer de auto geen turbo heeft ligt dit tussen de 1.400 en 2.000 kg. Een turbo-aangedreven motor heeft een minimumgewicht van 1.850 kg. De auto’s mogen een maximale veeruitslag van 280 mm, daarnaast zijn ook de velgen kleiner (810 mm) dan bij de T1+ en T1.U. De restrictorgrootte is hetzelfde als bij de T1+ en ligt, afhankelijk van de brandstof en wel/geen turbo, tussen de 32 en 39 mm.

Een opvallend verschil met de T1.U en T1+ is het aantal reservewielen, bij de T1.1 (en T1.2) moeten er minimaal 2 reservewielen aan boord zijn, maar het mogen er meer zijn. De T1.U en T1+ moeten 2 reservewielen aan boord hebben (zij mogen deze wel uitwisselen op de proef).

T1.2 – tweewielaangedreven auto’s zoals de Century CR6 van Tim en Tom Coronel

De T1.2 categorie wordt binnen Dakar vaak aangemerkt als de Buggy’s. Het zijn tweewielaangedreven auto’s die iets breder zijn dan de T1.1 (namelijk 2.200 mm). In tegenstelling tot 2 jaar geleden hebben zij dezelfde maximale veerweg als de T1.1. Het maximaal gewicht ligt tussen de 1.280 en 1.580 kg, afhankelijk van de cilinderinhoud en het motortype. De velgen zijn iets groter en mogen een maximale diameter van 940 mm hebben, dat is net zo groot als van de T1+ en T1.U.

In tegenstelling tot de T1.U, T1+ en T1.1 mogen buggy’s wel een bandenaflaatsysteem hebben. Hiermee kunnen de rijders tijdens het rijden, vanuit de cockpit, de bandenspanning verlagen. Om de banden op te pompen moeten zij wel stoppen en de auto verlaten.

De regels voor de T1.2 categorie zijn sterk aangepast na de dominantie van de Peugeot’s en MINI buggy’s, in de ogen van de concurrentie hadden zij een oneerlijk voordeel. Het maximum gewicht lag lager, de banden waren groter, zij mochten de banden aflaten zonder te stoppen én hadden een grotere veerweg. Inmiddels zijn de prestaties van deze auto’s meer in lijn met de T1.1.

T1.3 en T1.4

In de reglementen wordt ook nog gesproken over T1.3 en T1.4. Vorig jaar stonden er in deze categorie geen auto’s aan de start en ook dit jaar lijkt dat het geval te zijn. De T1.3 auto’s zijn auto’s die vallen onder het Score-reglement en lijken erg op de Amerikaanse Baja auto’s. De bekendste voor de Nederlanders is The Beast van Tim en Tom Coronel. Deze auto behoorde officieel tot de T1.3 categorie en was, in basis, gebouwd door het Amerikaanse Jeffries.

T1.4 auto’s zijn eigenlijk T2’s met een verlopen homologatie. De homologatie van een auto zijn de regels en voorwaarden waaraan de auto moet voldoen, veelal opgesteld door de FIA of voorheen door de ASO. Auto’s met een verlopen homologatie mogen niet deelnemen aan de Dakar Rally, maar zouden wel mee kunnen doen aan de Dakar Classic, mits ze oud (en veilig) genoeg zijn.

SSV’s (T3 en T4)

Een van de hardst groeiende categorieën binnen de Cross Country zijn de SSV’s (of UTV’s zoals ze in het begin werden genoemd). Deze kleine, behendige en betaalbare buggy’s hebben een groter aandeel in de deelnemerslijst dan de reguliere auto-categorieën. In de competitie is het vaak spannend doordat de maximale snelheid flink lager ligt en daardoor de gaten ook kleiner zijn.

Het verschil tussen T3 en T4 is vergelijkbaar met de auto’s: de T3 zijn prototype voertuigen en T4 zijn standaard voertuigen.

Qua techniek lijken de T3 en T4 erg veel op elkaar. Zij hebben, veelal, een aandrijving die kan wisselen tussen vier- en tweewielaandrijving en wordt er met een CVT-automaat gereden. De motorinhoud mag maximaal 1.050 cc bedragen. In de vering zijn zij vrij, maar er mag maximaal 1 veerpoot per wiel aanwezig zijn. Maar er zijn ook verschillen en er is een vreemde eend in de bijt.

T3 – Lightweight Proto’s zoals de Arcane van Hans Weijs

De T3’s zijn, in principe, de snellere van de twee SSV’s. Doordat ze best veel op elkaar lijken, gebeurt het regelmatig dat een T4 sneller is dan een T3, meestal heeft dat te maken met technische problemen. De T3’s zijn prototypes en zijn aangepaste SSV’s, terwijl T4’s standaard zijn.

Met 2.100 mm maximale breedte zijn de T3’s wat breder dan de T4. Het minimaal gewicht ligt op 900 kg en de restrictor voor een turbo-aangedreven motor is 27 mm. De SSV’s mogen een turbo hebben, maar dit is niet verplicht.

De grootste groep T3’s bestaat uit Can-Am’s, daarom is het bijzonder dat er een Nederlands team is dat zelf een T3 heeft ontwikkeld, onder leiding van Hans Weijs Motorsport.

T3.U – De SSV van de toekomst

Nieuw deze Dakar is de T3.U waarbij de U staat voor Ultimate. Net als bij de T1.U moet de T3.U aangedreven worden door een elektrische of hybride motor. Wanneer er een verbrandingsmotor wordt gebruikt, mag deze een cilinderinhoud van 1.650 cc hebben. Het minimum gewicht is 1.050 kg en is daarmee zwaarder dan een reguliere T3. Ook de restrictor is iets groter bij een turbo, namelijk 29 mm.

De T3.U maakt dit jaar haar debuut in de handen van Mitch Guthrie in een South Racing Can-Am.

T4 – SSV’s zoals de Can-Am van Marek Goczal

Wanneer je vlug kijkt dan valt het niet eens op dat een T4 toch redelijk verschilt van een T3. Hij is 1.900 mm breed, heeft een minimum gewicht van 800 kg (wanneer er een turbomotor in ligt is het 900 kg) en voor een turbomotor is de restrictor 25 mm.

Trucks (T5)

De makkelijkste categorie lijkt de T5-categorie en dat is het eigenlijk ook wel. Er zijn drie subcategorieën: T5.U, T5.1 en T5.2. Hierin geldt hetzelfde als voor de T1’s. De T5.U zijn aangedreven middels nieuwe technologie (zoals waterstof, met uitzondering van hybride), T5.1 zijn de racetrucks en de T5.2 zijn trucks die voldoen aan het race service truck reglement.

Bijna alle trucks vallen in de T5.1-categorie. Wat voor trucks belangrijk is, is dat de cabine gelijk is aan die van een productietruck. De maximale breedte van de truck, exclusief spiegels, is 2.550 mm, wat niet eens zo heel veel breder is dan de T1.U of T1+. Afhankelijk van de cilinderinhoud bedraagt de minimale hoogte van de truck 2.800 mm (voor minder dan 10 liter motoren) of 3.000 mm (voor grotere motoren).

Het minimum gewicht bedraagt 8.760 kg voor trucks met een cilinderinhoud die groter is dan 10 liter, wanneer die kleiner is wordt dit 6.760 kg. De maximale cilinderinhoud is 13.000 cc, ofwel 13 liter, de motor moet afkomstig zijn uit een productietruck. Rondom de vering en demping zijn weinig regels, het belangrijkste is dat er per as maximaal 4 dempers gemonteerd mogen worden. De maximale veerweg is 300 mm, de vering wordt verzegeld met een soort riem. Als deze is geknapt dan is de veerweg te groot en volgt er een straf, tenzij deze kapot is gegaan door een ongeval.

Met al deze gegevens en getallen is het niet zo vreemd dat de trucks vaak de mastodonten van de Dakar Rally worden genoemd. Nederland is goed vertegenwoordigd op de deelnemerslijst en, mede door de afwezigheid van Kamaz en MAZ, wellicht kan er zelfs een Nederlander zich dit jaar kronen tot Dakar-winnaar.

Maximumsnelheden

De Cross Country kent diverse maximumsnelheden, bij overschrijdingen daarvan gaat het meestal om een zone tijdens een rally. In het roadbook kunnen speed zones worden aangegeven, bijvoorbeeld 50 of 90 kilometer per uur. Per categorie zijn er ook maximumsnelheden, zo mag een T4 ” slechts” 125 km/u rijden terwijl een T1 170 km/u mag behalen. De maximumsnelheden zijn als volgt:

T1: 170 km/u
T2: 170 km/u
T3: 135 km/u
T4: 125 km/u
T5: 140 km/u
T5.2: 125 km/u

Dit is ook een van de redenen waarom je een autorijder hoort klagen wanneer deze achter een buggy terecht komt. Ze mogen niet harder dan 135 of 125 km/u terwijl zij 170 km/u mogen.

Gedurende het seizoen

Nieuwe reglementen gaan in tijdens de Dakar Rally. Daardoor zie je in de rally’s voorafgaand aan de Dakar dat er vaak een “Open”-klasse is. Voor een fabrikant is dit interessant om zo de nieuwe reglementen eigen te maken en testkilometers te maken. Afhankelijk van de reglementswijzigingen wordt er bepaald of een auto al dan niet in deze categorie deelneemt. Tijdens de Rallye du Maroc reden bijvoorbeeld de Audi’s met de nieuwe auto in het Open-klassement en ook Lionel Baud in een nieuwe Toyota Hilux reed hierin. Tijdens de Dubai Baja reden zowel Yazeed Al Rajhi als Erik van Loon met de nieuwe specificaties, maar zij mochten wel meerijden in het reguliere klassement, aangezien zij de specificaties zoveel mogelijk hebben gesimuleerd door het vermogen terug te schroeven.

Doordat soms auto’s deelnemen in de Open-klasse is het lastig om te zien waar zij staan ten opzichte van de concurrentie. Zo reed Carlos Sainz tijdens de 4e etappe een tijd van 3:18:22, Yazeed Al Rajhi reed 3:11:40. Dan lijkt de Hilux dus sneller dan de Audi, maar de Hilux reed met meer vermogen dan tijdens Dakar en de Audi reed verder weg in het veld. Het geeft hoe dan ook een vertekend beeld, maar tegelijk is het erg interessant. Wij durven geen voorspelling te doen voor de Dakar Rally, maar hopen op een spannende strijd tussen Audi, Toyota, Prodrive, Century, MINI en wellicht nog een outsider?