Geen grote veranderingen in laatste etappe Tuareg Rally

Gepubliceerd op: 23-03-2019 17:33

Bij aanvang van de zevende en laatste etappe van de Tuareg Rally waren de kaarten al min of meer geschud. De drie rondes van 30 kilometer door de duinen van de Grand Erg Occidental – een gebied van in totaal 78.000 vierkante kilometer duinen – brachten nauwelijks nog veranderingen.

Dat betekent dat de overwinning in de Pro-klasse van de motoren ging naar de Litouwer Arunas Gelazninkas, de tweede plaats voor de Fransman Dominique Robin is en de derde plaats voor de Algerijn Abdelkader Mebarki. Gelazninkas kwam ook in de laatste etappe ruimschoots als eerste aan de finish, met een fraaie jump over het laatste duinkammetje. Deze editie van de Tuareg was pas de vierde rally voor de Litouwer. “Ik wil graag in verschillende wedstrijden ervaring opdoen”, vertelde hij. “Ik wilde deze rally gewoon graag een keer rijden. Vorig jaar heb ik de Merzouga gereden, volgend jaar zoek ik weer iets anders.”

In de slotetappe door de duinen kon hij het gas van zijn KTM vol open draaien. “Bij de massastart was ik als eerste weg. Ik heb in de eerste ronde door de duinen mijn spoor uitgezet en in de volgende twee ronden heb ik zo hard gepusht als ik kon. Mijn roots liggen in de cross, en ik hou van zand en duinen, dus dit was wel mijn terrein. Ik heb geen problemen gehad.”

Dominique Robin reed de Tuareg al vaker en werd voor de vierde opeenvolgende keer tweede. Daar baalde de Fransman wel een beetje van. “Ik heb het nergens laten liggen, maar het was naar mijn smaak teveel een motorcrosswedstrijd, met weinig gelegenheid om het verschil te maken met navigatie of technisch rijden. Daarvoor zijn er te veel waypoints die je gewoon kunt volgen. Arunas is een stuk jonger dan ik en kan gewoon harder rijden. Zo simpel is het.”

Abdelkader Mebarki was tevreden met zijn derde plaats. “Het is de eerste keer dat ik in zo’n internationaal veld rijd. Ik heb deze week veel geleerd. Voor de volgende keer ben ik beter voorbereid.”

Bij de Pro-auto’s en bij de quads ging de winst wel naar Algerijnen. Bij de auto’s werd zelfs de hele top 5 bezet door Algerijnen, maar Lofti Ben Mansour stak er met kop en schouders bovenuit, evenals Mohamed Islam Saib – ondanks dat het maar een klein ventje is – bij de quads.

Hij reed de laatste etappe door de duinen met een versnellingsbak die alleen nog in de eerste en tweede versnelling wilde. “Dat compliceerde de boel nogal, maar mijn voorsprong in het klassement was groot genoeg.” De nummer 2 bij de quads, de Duitser Clemens Eicker, reed niet de hele etappe uit. Na twee van de drie ronden hield hij het voor gezien. “Ik ben kapot”, hijgde hij aan de finish bovenop een hoog duin. “Het is goed zo.”

Saib was dolblij met zijn overwinning maar had bovenal genoten van de rally. “Ik kom uit het diepe zuiden van Algerije. Bij ons heb je niet zoveel duinen, en zeker niet zulke hoge als hier. Ik vond het geniaal.”

Bij de ssv’s ging de eindoverwinning naar de IJslander Gunnar Björnsson, die ook vrijwel alle etappes op zijn naam schreef. Bij de trucks was dat het geval voor de Duitser Emmerich Nagy. In de Expert-klasse bij de auto’s was de winst voor de Italianen Stefano Dalla Valle en Oscar Polli.

Alleen in de Expert-klasse bij de motoren was er nog enige spanning. De Italiaan Lorenzo Piolini ging met een marge van twee uur aan de leiding bij aanvang van de etappe, die voor de Experts maar een ronde was. De ene na de andere kwam aan de finish, maar Piolini bleef weg. Problemen met de motor, zeiden andere rijders aan de finish. Dat gaf de Litouwer Arunas Neciunas ineens nieuwe hoop. Die werd bij aankomst in het bivak meteen weer de grond in geboord toen organisator Rainer Autenrieth de resultaten bekeek. Piolini had weliswaar de finish gemist, maar dan leverde hem slechts twee uur straftijd op, waardoor hij toch nog gewonnen bleek te hebben.

“Vergelijk het maar met bijvoorbeeld Formule 1: daarin hoeft een coureur ook niet per se elke wedstrijd te finishen om toch kampioen te kunnen worden”, legde Autenrieth uit. “De finish is wat ons betreft een gewone CP, waar in dit geval een extra uur straftijd op staat. Piolini is over de hele week bekeken gewoon de snelste geweest. Dat hij die laatste 6 kilometer niet heeft kunnen rijden, doet daar verder niets aan af.”

Voor Piolini draaide de wereld op zijn kop. “Vijf minuten geleden zat ik nog de ogen uit mijn hoofd te janken door zoveel pech”, vertelde hij toen hij het nieuws hoorde. “Nu ben ik de koning te rijk. Ik kan haast niet geloven dat ik toch nog heb gewonnen. Alles ging mis vandaag. Bij half gas sloeg de motor af. Ik kon geen duin op komen. Ik heb steeds de wat lagere duinen gekozen waar de machine niet te hard hoefde te werken, en heb bij het naar beneden rijden de snelheid gepakt om bij de volgende weer naar boven te kunnen. Zo ben ik tot 6 kilometer voor de finish gekomen. Die laatste hoge duinen waren niet te doen. Ik had twee uur marge en heb geprobeerd zoveel mogelijk tijd te sparen. Met die twee uur straftijd heb ik blijkbaar net genoeg overgehouden om toch nog te winnen. Ik dacht dat het over was, maar van mijn grootste pechdag is het nu mijn grootste geluksdag geworden.”

In de laatste etappe nam de Duitser Markus Jerg alsnog de derde plaats over van Michael Miggitsch. Jerg ging de eerste dagen van de Tuareg rally aan de leiding, maar kreeg problemen met zijn roadbook en gps waardoor hij ruim twee uur verloor die hij niet meer goed kon maken. Met vier dagoverwinningen was hij wel een van de smaakmakers in pas zijn eerste rally.

 

Vorige bericht

Eindeloze duinen in etappe 6 Tuareg Rally

In de briefing werd het al gezegd en het roadbook toonde ook best wat duinen in de zesde etappe van de Tuareg Rally, maar het waren er uiteindelijk veel meer dan de deelnemers vooraf hadden gedacht. “Er kwam geen einde aan de duinen”, riep de Duitser Stefan Laschinger bij aankomst in het bivak in Taghit. “Elke keer als ik dacht dat er nu wel een stukje piste zou komen, en we even rust zouden krijgen, werden we weer de duinen in gestuurd.” “Het was dodelijk vermoeiend, al die duinen”, vond Abdelkader Mebarki. “Ik was bekaf aan de finish.” De Algerijn strijdt nog mee voor winst, maar zag Arunas Gelazninkas uit Litouwen weer verder uitlopen. Niet voor niets was er een tankstop op ongeveer 40 kilometer in de etappe. Voor veel motorrijders en ssv’s was de etappe van 170 kilometer toch net ietsje te lang: duinen zijn benzineslurpers. Het was ook niet zo dat de rijders in de kopgroep minder benzine hadden meegenomen. Minder benzine meenemen betekent lichter in gewicht en dus kom je makkelijker en sneller door de duinen, maar dat was dus niet het geval. “Ik had de tanks helemaal vol en heb op de tankstop ook de maximale 3 liter meegenomen”, vertelde Mathieu Delmotte. De Belg heeft een uurtje goed te maken om in de top 3 te finishen, dus een risico nemen was goed te verklaren geweest. Delmotte kwam in de duinen zonder benzine te staan en kreeg een lift achterop bij Wouter de Graaff naar de finish, waar hij van de bemanning van de controlepost een litertje brandstof kreeg. De Italiaan Alessandro Barbero was zo aardig om Delmotte terug te brengen naar zijn motor. “Met die motorlaarzen aan is een kilometer door de duinen in de brandende zon een workout waar ik niet zo op zat te wachten, dus ik ben zowel Wouter als Alessandro veel dank verschuldigd.” De Graaff had aan de finish nog een klein litertje over. Hij zag het in het begin van de etappe in de duinen al aankomen. “Ik heb heel bewust niet in de sporen gereden, maar ben mijn eigen koers gevaren. In de sporen rijden kost meer vermogen om boven te komen, omdat het zand zachter is. Dat kost dus meer brandstof. Ik heb maar een kleine tank op mijn Hondaatje en wilde niet in de problemen komen, dus ik heb slim gereden.” Klassementsleider Arunas Gelazninkas kwam evenmin zonder brandstof te staan, net als de andere twee motorrijders in de top 3, Abdelkader Mebarki en Dominique Robin, maar veel had hij ook niet over. “In de eerste 40 kilometer duinen heb ik rustig aan gedaan om mezelf, de motor en de brandstof te sparen. Ik rijd altijd buiten de sporen en dus zuinig.” Vanaf kilometer 64 reed de Litouwer samen met Robin, maar in de laatste sectie (hoge) duinen reed hij weer weg bij de Fransman. Ook in andere klassen waren er problemen met het brandstofverbruik. De Duitser Manfred Eichner reed aan de leiding bij de side by sides toen zijn voertuig ermee ophield. “Het verbruik is gewoon te hoog in de duinen”, concludeerde hij na afloop. “Ik had alles volgetankt, ook de twee reservetanks van elk 5 liter, maar toen ik die al moest gebruiken met nog 60 kilometer te gaan, wist ik al dat ik het niet zou halen. We zijn met samengeknepen billen verder gereden, maar 3 kilometer voor de finish was het ‘schluss’, helaas.” De Polaris van Wim Vanmassenhove reed ook op de laatste druppels, dus de Belg kon niets missen. De redding voor de Duitsers kwam van een Algerijn die als toerist met een quad door de duinen reed om te kijken. Hij regelde een paar liter benzine en bracht die naar de nummer 213, die zonder de brandstofproblemen de etappe vrijwel zeker had gewonnen en daarom nog veel meer baalde. In plaats daarvan ging de dagzege opnieuw naar Gunnar Björnsson.
 
Lees verder