Eindeloze duinen in etappe 6 Tuareg Rally

Gepubliceerd op: 23-03-2019 09:46

In de briefing werd het al gezegd en het roadbook toonde ook best wat duinen in de zesde etappe van de Tuareg Rally, maar het waren er uiteindelijk veel meer dan de deelnemers vooraf hadden gedacht.

“Er kwam geen einde aan de duinen”, riep de Duitser Stefan Laschinger bij aankomst in het bivak in Taghit. “Elke keer als ik dacht dat er nu wel een stukje piste zou komen, en we even rust zouden krijgen, werden we weer de duinen in gestuurd.”

“Het was dodelijk vermoeiend, al die duinen”, vond Abdelkader Mebarki. “Ik was bekaf aan de finish.” De Algerijn strijdt nog mee voor winst, maar zag Arunas Gelazninkas uit Litouwen weer verder uitlopen.

Niet voor niets was er een tankstop op ongeveer 40 kilometer in de etappe. Voor veel motorrijders en ssv’s was de etappe van 170 kilometer toch net ietsje te lang: duinen zijn benzineslurpers. Het was ook niet zo dat de rijders in de kopgroep minder benzine hadden meegenomen. Minder benzine meenemen betekent lichter in gewicht en dus kom je makkelijker en sneller door de duinen, maar dat was dus niet het geval.

“Ik had de tanks helemaal vol en heb op de tankstop ook de maximale 3 liter meegenomen”, vertelde Mathieu Delmotte. De Belg heeft een uurtje goed te maken om in de top 3 te finishen, dus een risico nemen was goed te verklaren geweest.

Delmotte kwam in de duinen zonder benzine te staan en kreeg een lift achterop bij Wouter de Graaff naar de finish, waar hij van de bemanning van de controlepost een litertje brandstof kreeg. De Italiaan Alessandro Barbero was zo aardig om Delmotte terug te brengen naar zijn motor. “Met die motorlaarzen aan is een kilometer door de duinen in de brandende zon een workout waar ik niet zo op zat te wachten, dus ik ben zowel Wouter als Alessandro veel dank verschuldigd.”

De Graaff had aan de finish nog een klein litertje over. Hij zag het in het begin van de etappe in de duinen al aankomen. “Ik heb heel bewust niet in de sporen gereden, maar ben mijn eigen koers gevaren. In de sporen rijden kost meer vermogen om boven te komen, omdat het zand zachter is. Dat kost dus meer brandstof. Ik heb maar een kleine tank op mijn Hondaatje en wilde niet in de problemen komen, dus ik heb slim gereden.”

Klassementsleider Arunas Gelazninkas kwam evenmin zonder brandstof te staan, net als de andere twee motorrijders in de top 3, Abdelkader Mebarki en Dominique Robin, maar veel had hij ook niet over. “In de eerste 40 kilometer duinen heb ik rustig aan gedaan om mezelf, de motor en de brandstof te sparen. Ik rijd altijd buiten de sporen en dus zuinig.” Vanaf kilometer 64 reed de Litouwer samen met Robin, maar in de laatste sectie (hoge) duinen reed hij weer weg bij de Fransman.

Ook in andere klassen waren er problemen met het brandstofverbruik. De Duitser Manfred Eichner reed aan de leiding bij de side by sides toen zijn voertuig ermee ophield. “Het verbruik is gewoon te hoog in de duinen”, concludeerde hij na afloop. “Ik had alles volgetankt, ook de twee reservetanks van elk 5 liter, maar toen ik die al moest gebruiken met nog 60 kilometer te gaan, wist ik al dat ik het niet zou halen. We zijn met samengeknepen billen verder gereden, maar 3 kilometer voor de finish was het ‘schluss’, helaas.”

De Polaris van Wim Vanmassenhove reed ook op de laatste druppels, dus de Belg kon niets missen. De redding voor de Duitsers kwam van een Algerijn die als toerist met een quad door de duinen reed om te kijken. Hij regelde een paar liter benzine en bracht die naar de nummer 213, die zonder de brandstofproblemen de etappe vrijwel zeker had gewonnen en daarom nog veel meer baalde. In plaats daarvan ging de dagzege opnieuw naar Gunnar Björnsson.

Vorige bericht

Vijfde etappe Tuareg Rally ‘super leuke dag’

Vrijwel alle gezichten stonden op ‘joepie’ in het bivak van Taghit, waar de deelnemers van de Tuareg Rally terugkeerden na de vijfde etappe. Stuk voor stuk waren ze blij. “Wat een heerlijke dag.” De etappe bracht de deelnemers van Beni Abbes terug noordelijk naar Taghit. De route ging door hetzelfde gebied als op dag 2, maar was toch anders. Zelfs de leider van het Pro-klassement bij de motoren, de Litouwer Arunas Gelazninkas, had het ondanks technische malheur erg naar zijn zin. “Al halverwege het eerste deel van de etappe had ik een probleem met de achterbrug waardoor de ketting eraf liep”, vertelde de nummer 78. “Voordat ik dat min of meer gerepareerd had, was ik 20, 30 minuten verder. Ik ben heel rustig naar CP1 gereden en in het geneutraliseerde deel heb ik de ketting kunnen vervangen. Daarna heb ik het gas erop gezet om te proberen zo veel mogelijk tijd weer goed te maken. Het was een heerlijke etappe, met veel zand en bijna geen stenen. Zo zie ik het graag.” Twintig minuten goedmaken terwijl het verschil in het klassement bij aanvang van de etappe slechts een minuut was, leek een nagenoeg onmogelijke opgave voor de Litouwer, maar hij speelde het in de duinen toch voor elkaar en bouwde zijn voorsprong op de Fransman Dominique Robin en de Algerijn Abdelkader Mebarki, de nummers 2 en 3 van het klassement, zelfs verder uit. Nummer 4, de Belg Mathieu Delmotte, keek gretig toe, maar besefte dat hij waarschijnlijk te ver achter staat: een uur. “Ik had me voorgenomen om op het podium te finishen, maar ik heb het al op de eerste dag verspeeld toen ik viel in het labyrint en de motor half heb afgebroken. Ik ben al blij dat ik die dag de finish heb gehaald. Om nog in de top 3 te komen zal er iemand voor me pech moeten krijgen of een CP moeten missen waardoor hij twee of vier uur straftijd krijgt. Maar ik vind het ook niet erg om vierde te worden hoor. Genieten is veel belangrijker en dat heb ik vandaag de hele dag gedaan.” Delmotte was zeer te spreken over de etappe. “Ik heb zitten juichen in mijn helm, zo heb ik me geamuseerd. Het was een super leuke dag, met kleine maar erg fijne duinen in het begin, een mooie brede oued en een werkelijk prachtige vallei met duinen en palmbomen. Het was een zeer gevarieerde etappe, misschien wel de mooiste van de rally, want ik vind het qua variatie over het algemeen wel een beetje tegenvallen.” Wouter de Graaff was de derde Pro-motorrijder die de duinen indook voor het laatste gedeelte. “Voor me zaten twee Algerijnen, Mebarki en Hadj Mohamed Zeghir, waren zo aan het stampen dat ik er niet bij kon komen, maar dat geeft niet. Ik denk dat ik wel goed gereden heb, maar belangrijker is dat ik het ontzettend naar mijn zin heb gehad. Wat een fijne dag, zeg.” De Graaff eindigde als vijfde in de etappe, klom van de twaalfde plaats op naar de top 10 en is nu de best geklasseerde Nederlander. Ook in de Expert-klasse, voor rijders die nog te weinig ervaring hebben voor de moeilijkste stukken duinen, was het genieten. De Algerijnse rijder Alaeddine Bengherifa, uit hetzelfde team als Abdelkader Mebarki, kwam zo laat bij de benzinepomp na het eerste deel van de etappe aan, dat de benzine was uitverkocht. Hij kreeg een paar liter van iemand uit een plastic jerrycan, maar die brandstof bleek vervuild met zand. “De laatste 7 kilometer van de etappe heb ik met een haperende motor gereden, die steeds stilviel. Dat was niet zo leuk. Maar verder was het formidabel. Veel mooier, maar ook moeilijker dan de etappe op de heenweg naar het zuiden naar Beni Abbes. Het zand was zachter en er stonden meer sporen, waardoor het lastiger rijden was.”
 
Lees verder