Maik Willems heeft dubbele gevoelens overgehouden aan de tweede etappe van de 46ste Dakar Rally. De autocoureur van het Bastion Hotels Dakar Team finishte ‘gewoon’, maar had onderweg last gehad van haperende apparatuur. Daardoor had hij zondag 150 kilometer lang geen navigatie. Dat hij desondanks als 47ste finishte bij de auto’s was een kleine opsteker.
“Het was goed en niet goed”, verwoordde Willems zijn dubbele gevoel. “We hebben geweldig fijn gereden, maar op zo’n 150 kilometer van de finish hielden de tablets, zeg maar je roadbook, er een beetje mee op.” Een beetje? “Soms kwamen ze terug, maar op de verkeerde pagina, dan weer gaven ze geen signalen meer”, verduidelijkte hij.
In het stof
“Ik ben maar achter anderen aangereden. We wisten het niet meer. Je rijdt dan de hele tijd in het stof. Dat was niet fijn. Achteraf bleek een contact los te zitten. Dat moet je maar net weten. We kennen de apparatuur ook niet. Die wordt door de organisatie in je auto geplaatst.”
Het gevolg was een berg aan snelheidsovertredingen. Willems: “Want we wisten niet waar je hoe hard mocht. Je doet dan maar wat. Dat was jammer.” Hij hoopt voor die snelheidsovertredingen op coulance van de organisatie, vanwege de haperende apparatuur.
“Voor de rest was het gelukkig een prima dag. Al met al viel de schade nogal mee. En het was een aardige route. In het begin hadden we duinen. Niet heel moeilijke. Het was lekker om er weer in te komen. En we hebben flink doorgereden in de eerste 350 kilometer. Uiteindelijk is er niks gebeurd. Het heeft ook geen uren gekost.”
Slotfase
Willems wilde ervoor waken te veel te mopperen over de slotfase van de etappe. “Zulke dingen gebeuren in Dakar. Daar moet je niet te lang bij stilstaan. Morgen is er weer een dag.” Dan staat de lange derde etappe van Al Duwadimi naar Al Salamiyah te wachten. Het Dakar-peloton moet een route van maar liefst 733 kilometer afleggen. 438 kilometer daarvan is special. Geen etappe om te onderschatten dus.
Niettemin keek Willems ernaar uit. “Morgen wordt het een heel lange en leuke dag. Het wordt een semi-bivakdag. Op het eind van de proef mag je twee uur service hebben. We hebben de tentjes bij ons en dan gaan we braaf slapen. Dinsdagavond zijn we dan weer in het bivak. We hebben een mooi programma voor de boeg!”