De Argentijn Kevin Benavides heeft in de laatste etappe zijn eerste Dakaroverwinning behaald. De Honda-coureur ging als klassementsleider van start in de slotetappe, maar met kleine marges. Hij wist KTM-rijder Sam Sunderland en Honda-teamgenoot Ricky Brabec van zich af te schudden in de 202 km lange proef. Brabec won de etappe, waardoor hij Sunderland in het klassement nog wist te passeren en de tweede plaats voor zich opeiste. Benavides sloot de Dakar af met 4.56 voorsprong op zijn teamgenoot Brabec en 15.57 op KTM-coureur Sunderland.

Het is de eerste ‘dubbel’ voor Honda sinds 1987, toen Cyril Neveu won voor Edi Orioli. Franco Picco, nog steeds actief (foto hieronder), werd destijds vierde. De Italiaan reed in 1985 zijn eerste Dakar en reed die van 2021 uit als kistdeelnemer. Het kistklassement werd overigens gewonnen door de Litouwer Arunas Gelazninkas, meervoudig endurokampioen in zijn land en in 2019 winnaar van de Tuareg Rally in Algerije.

Benavides kende één moeilijke dag deze Dakar: de tweede. Toen werd hij 24ste en stond hij dertiende in het klassement. Die dag startte hij als tweede en kwam hij door navigatieproblemen in moeilijkheden. Daarna kwam hij niet meer lager dan de vijfde plaats in het klassement, ondanks soms wat mindere daguitslagen en ondanks een gebroken neus die hij overhield aan een valpartij in etappe 5. Het feit dat hij in de laatste etappe als derde van start kon, bleek zijn redding. Halverwege de etappe had hij Sam Sunderland al opgeveegd, zodat hij met een marge van tien minuten richting de finish kon.

Ook Brabec kende een lastig begin. Op dag 4 stond de winnaar van vorig jaar vijftiende en zag hij het eigenlijk niet meer zitten. De marathonetappe was cruciaal voor de Amerikaan. Hij won het eerste deel, waardoor hij van 13 naar 8 wist op te klimmen. De tweede week kwam de Honda-rijder beter in zijn ritme en reed hij vijf van de zes etappes in de top 3.

Sunderland reed voor zijn doen een tamelijk anonieme Dakar, maar wel de meest constante van de top 3. Geen uitschieters naar boven of beneden, geen grote fouten, maar ook geen opmerkelijke successen, tot aan de voorlaatste dag. De KTM-rijder klom in het klassement vooral doordat er rijders voor hem uitvielen, zoals zijn teamgenoot Toby Price en de toenmalig klassementsleider José Cornejo. In etappe 11 boekte de Brit zijn enige etappeoverwinning. Die bracht hem weer volledig in de strijd voor de overwinning, maar was meteen ook zijn grootste nadeel omdat hij de laatste proef moest openen. Dat kostte hem zijn tweede Dakaroverwinning.

Toch was Sunderland tevreden, vertelde hij aan de finish. “Meer zat er gewoon niet in.”

Paul Spierings reed een solide Dakar, die hij afsloot op de 26ste plaats in het klassement. Dat is een evenaring van 2019. Vorig jaar werd Spierings 25ste. De Brabander finishte in alle drie zijn Dakardeelnames, wat al een prestatie op zich is.
Aan de finish deed hij zijn verhaal:

Ook Olaf Harmsen bereikte de finish. Voor hem was het de eerste keer dat hij een medaille mag ophalen.