Team De Rooy focust zich volledig op de Dakar komend jaar. Met Gerard De Rooy, Ton van Genugten, Maurik van den Heuvel en Federico Villagra kan het team een serieuze gooi naar de overwinning doen. Maar wat gebeurt er allemaal achter de schermen?
Afgelopen Dakar streden van Genugten en Villagra lang om de ereplaatsen. Van Genugten won vier stages, maar finishte uiteindelijk als achtste. Villagra deed tot de voorlaatste dag mee om de overwinning, maar viel uit.
De trucks zijn inmiddels op weg naar Lima in Peru, waar het team begin januari de technische keuring zal afwerken. Voor de mannen in de werkplaats altijd weer een hele opluchting als alles weer klaar is en er nog even tijd is om rustig toe te werken naar de start van de Dakar op 7 januari.
Ook voor Corné van Drunen, chef werkplaats, is het een hele klus om alle voertuigen in topconditie te brengen, waarbij er steeds weer nieuwe verbeteringen en aanpassingen doorgevoerd worden. Hoe gaat het er aan toe in de werkplaats, wat doet het team zoal door het jaar heen? We spraken er uitvoerig met Corné van Drunen over.
”Na terugkomst van de Dakar begint meteen de voorbereiding op de volgende editie. Alles wordt schoongemaakt en de trucks gedemonteerd. Tenzij er op korte termijn een andere rally of test gepland staat. Dan volgt er een evaluatie, welke problemen er geweest zijn tijdens de rally. Als monteurs twijfelen, ben ik degene die beslist of iets wel of niet vervangen wordt.’’
In de werkplaats in Son staat nog één truck, waar het team verder aan zal werken deze weken. Corné van Drunen: ”De truck met de onafhankelijke vering, de EVO IV, blijft thuis dit jaar. Die gaan we komend jaar verder ontwikkelen. Onlangs hebben we nog in Marokko getest. De opbouw van de rolkooi scheurt steeds af, die hebben we al drie keer aangepast. Verder zijn we aan het testen met de ‘camber’ en ‘cast’ van de wielen. De positie van de wielen kan daarmee aangepast worden. We hebben het onder controle, maar de technische kwetsbaarheid weegt nog niet op tegen de voordelen. Dat gaan we verder perfectioneren.’’
”We hebben een soort technische commissie, waar Gerard (De Rooy) inzit, mensen van de machinefabriek die de spullen moeten maken en ikzelf. Er worden tekeningen gemaakt en dingen getest in een CAD (Computer Aided Design) programma. Als de onderdelen gefabriceerd zijn, bouwen wij het erop en gaan ermee testen in Zuid-Frankrijk of Marokko, waarna er weer een evaluatie volgt. Zo blijven we door ontwikkelen. Het grootste voordeel van de onafhankelijke vering is het contact met de ondergrond. De bladveren worden vervangen door schroefveren, dat is ook anders. Gerard Seesing van Reiger is vaak bij het testen erbij, voor hen is de ontwikkeling van de nieuwe truck ook een mooie uitdaging.’’
In februari maken we een planning voor het hele jaar, en dat is voor 2019 nog wel een verbeterpuntje. Voor de mensen die eraan werken is het ook fijn als ze beter weten wanneer we weg zijn.
De EVO III heeft een vierpunt cabine ophanging, met een automaat en de motor verder naar achteren verplaatst. Dat is een heel goed product, en daar gaan we ook verder mee. De betrouwbaarheid is goed. Zo zit er in onze assen al tien jaar ontwikkeling. Gewicht is ook een ding, we proberen zoveel mogelijk gewicht te besparen, wat niet altijd makkelijk is.’’
‘’Tijdens de rally hebben we vier racetrucks, met ieder een monteur aan boord die ’s avonds ook mee sleutelt. Dat is de hoofdmonteur, die de checklist afwerkt. En dan hebben we twee monteurs extra per truck. We proberen die teams jaarlijks zoveel mogelijk hetzelfde te houden, dezelfde mensen bij dezelfde auto. Dat werkt het fijnst. Ik stuur ze aan en samen lossen we de problemen op. We weten natuurlijk wat er mis kan gaan. Afgelopen jaar hebben we weinig technische problemen gehad, maar wel veel schades.’’
”We hebben een 8×8 en twee 6×6 trucks, en een camper waar 8 man in kan slapen. Iedere truck heeft een vaste chauffeur, die op tijd naar bed gaat. Met de ‘loop’ stages van komend jaar wordt dat iets makkelijker. We hebben een apart clubje voor de banden, die overdag al voor drie trucks wielen met banden kunnen klaar maken. Dat is een vak apart. We schillen iets van de band af, zodat de noppen wat lager zijn en er minder warmte in de band komt. We hebben bij Goodyear training gehad in Luxemburg, waar we op moeten letten om te zien of een band nog goed is. We hebben er totaal negentig mee.’’
De rustdag is bepaald geen rustdag voor de monteurs. Er wordt extra onderhoud gedaan voor het tweede deel van de rally. ”De bladveren vervangen we, de auto’s worden helemaal uitgekleed. Is het stuurhuis nog goed, doen we er andere dempers erop? Henk van Leuven is teammanager, we hebben twaalf monteurs, vier chauffeurs. En ook nog twee man op de klep die de onderdelen uitgeven en in de computer registreren, zodat we per auto weten wat de kosten zijn.”
”In het bivak ben ik de baas. We hebben een hecht team, en ik geef ook aan dat iedereen open en eerlijk naar elkaar moet zijn. In 2010 ben ik als vrijwilliger begonnen, toen wilde ik graag als monteur op de racetruck mee. Uiteindelijk ben ik vast in dienst gekomen, en zijn we alweer acht jaar verder. Ik werd hier chef werkplaats, maar dat betekende wel dat ik een rol als monteur op de truck kon vergeten. Tijdens het testen rij ik wel regelmatig mee. We hebben er nu twee man vast bij, en het duurt een jaar of drie, vier voor die mannen echt weten hoe wij het willen. Niks is standaard hier. In het voortraject is het vaak harder werken dan tijdens de rally’s of de testen zelf, we maken hier dan lange dagen. Het is m’n passie, ik kan t niet zomaar loslaten.’’
”Ik ben er trots op dat we de strijd aan kunnen met een groot fabrieksteam als Kamaz. Met drie lekke banden ben je tegenwoordig kansloos. Wij gaan voor het podium, daar moeten we staan. In de loop van de rally wordt die druk groter. Alles moet kloppen. Afgelopen jaar viel alles goed, tot het mis ging in de laatste twee dagen. Daar heb ik maanden van gebaald, maar het hoort erbij.’’