Al sinds 2001 is er maar één merk dat de Dakar bij de motoren weet te winnen; het Oostenrijkse KTM. Met 17 zeges op een rij, is KTM ook voor de komende Dakar weer hèt te kloppen team. Het succes van KTM is niet alleen dat van het fabrieksteam, maar ook van het grote aantal amateurs dat voor een rally-replica kiest van KTM.
Bekijk de deelnemerslijst maar eens, en tel de KTM’s. Daar zit een flink aantal gloednieuwe replica’s bij. Maar ook van het vorige model doen er nog genoeg mee, zo was goed te zien bij de inscheping in Le Havre eind november.
Iedere twee a drie jaar ontwikkelt KTM een nieuwe fabrieksmotor, die vervolgens een jaar later ook beschikbaar komt voor de amateurs. Bart van der Velden van het Bas Dakar Team is sinds 2013 met een team aanwezig in de Dakar, en heeft een flink aantal van deze nieuwe KTM’s geprepareerd voor de komende Dakar.
Historie
Nadat verschillende amateurs het met eigen opgezette projecten al met een KTM probeerden, deed KTM in 1994 voor het eerst mee met een fabrieksteam. Wie kent niet de beelden van een spectaculair driftende Heinz Kinigadner? Maar om te winnen moet je eerst finishen, iets wat Kinigadner nooit gelukt is. In 1998 is het Dakarlegende Peterhansel die met Yamaha de Dakar voor de zesde keer wint om vervolgens over te stappen naar de auto’s. In 1999 en 2000 domineert BMW, maar in 2001 pakt KTM dan eindelijk de eerste overwinning.
Eind jaren ’90 komt de eerste replica beschikbaar voor amateurs. O.a. Gerard Jimmink, Eric Verhoef en Henk Knuiman scoren goede resultaten met de replica’s. KTM is op dat moment het enige merk dat een kant en klaar concept heeft, met de mogelijkheid om bij KTM aan te kloppen voor onderdelen tijdens de rally.
KTM domineert en de motoren worden steeds sneller en betrouwbaarder. In 2005 reed Hopmans zijn eerste Dakar met een 660 rally-replica van 2003. Een sterke snelle motor, maar het verschil met de huidige KTM’s is natuurlijk enorm.
Herwin Hopmans: ”Het is ongekend wat er voor ontwikkelingen geweest zijn. Ik kocht die 660 van Henk Vercoelen. ‘Hoe zwaarder hoe sterker en beter’, riep Henk altijd. Dat is natuurlijk ook wel zo, maar in het terrein is dat niet altijd een voordeel. Het was een machtige machine, met maximaal 48 liter benzine aan boord. Maar zelfs toen al was die motor ongekend stabiel.’’
Op 7 januari staat Herwin Hopmans met de nieuwste versie van KTM aan de start van zijn tweede Dakar. Maar wat maakt de 2019 versie weer zoveel beter dan de vorige? Wat zijn zoal de doorgevoerde verbeteringen en wat maakt dat zoveel rijders maar ook monteurs graag kiezen voor de KTM?
In samenwerking met het BasDakar Team kon Herwin de nieuwe KTM en het vorige model tegelijkertijd testen. Daarmee zijn de verschillen tussen het oude en nieuwe model ook goed te zien.
Herwin Hopmans: ”De eerste indruk was meteen goed. Ik heb de nieuwe motor op allerlei ondergronden kunnen rijden, behalve in duinen. De nieuwe motor draait makkelijker af. Het zwaartepunt is omlaag gebracht en het totaal gewicht is zo’n tien kilo minder. In Peru gaan we veel zand rijden, en ik verwacht er makkelijker door de duinen te kunnen surfen. Op hoge snelheden is de motor heel stabiel.”
”Het goede gevoel geeft ook weer een stukje zelfvertrouwen. De motor is toch veertien dagen mijn maatje. De enige die er verder aan mag komen is monteur Leon van Bakel, ik ben er erg zuinig op. Soms ben ik te competitief, ik zal tijdens de Dakar echt op heel houden rijden. In Griekenland tijdens de Serres Rally ben ik er hard afgestapt, omdat ik me liet verleiden achter een andere rijder aan te gaan. Achteraf bleek dat ik twee ribben gebroken had en nog een aantal gekneusd. Ik zal op zestig, zeventig procent moeten rijden, en geen navigatiefouten mogen maken.’’
”De motor is bovenop nog wat slanker, dat voel je goed. Daarmee kun je bewegingen van de motor beter opvangen. Hij reageert nog iets directer op het gas, wat fijn is als je bij een gat de voorkant erover wilt tillen. Hij pakt meteen op. We hebben geen tractiecontrole, maar door een versnelling hoger te rijden kun je je snelheid met behulp van de achterrem mooi doseren. Ik heb een klik met deze motor. We hebben de vering iets aangepast, omdat ik vrij licht ben. Finishen is het enige doel. In 2005 heb ik veel te snel het noodbaken getrokken, dat zal nu niet meer gebeuren. ”
Bart van der Velden is in 2013 met het BasDakar team ingestapt in de Dakar. Wat begon als een vriendenclub die Dakar wilde rijden, is nu een professioneel team dat service en transport aanbiedt en de koop of huur van een rallymotor verzorgt. Zeker voor rijders van buiten Europa kan huren interessant zijn, in verband met de transportkosten en het feit dat de motoren laat in het jaar geleverd worden.
”Vanaf de zomervakantie begint het hier al druk te worden met de preparatie van de motoren. Dat doen we voor onze eigen rijders, maar ook voor rijders die met de kist gaan en andere klanten’’ vertelt Bart van der Velden.
”Het vorige type heeft drie jaar meegedaan. We gaan nu voor het eerst met de nieuwste klantenversie rijden. De rally is veranderd door de jaren heen, en dat geldt ook voor de motoren. Kort, intensief, op hoge snelheden. Sinds een aantal jaren rijden we alleen nog met 450cc motoren, waar steeds meer vermogen uit gehaald wordt. Het gewicht is een heel belangrijk ding. We hebben de motor op de weegschaal gehad en ik heb het nog een paar keer opnieuw gedaan omdat ik het niet kon geloven. Het scheelt meer dan tien kilo met het vorige model. Met dezelfde tankinhoud is dat heel knap.”
”De gemiddelde snelheden liggen erg hoog. Vering, vermogen, wendbaarheid , ze krijgen het steeds voor elkaar dat weer te verbeteren. Het testwerk is door het fabrieksteam gedaan. De klantenmotoren wijken niet heel veel af van de fabrieksversie. Het verschil zit ‘m o.a. in de vering en de versnellingsbak. Het topvermogen zal niet eens zo veel schelen. Een jaar of zes, zeven terug hadden we ons niet voor kunnen stellen dat de motor nu zo bedrijfszeker is. Je kunt er probleemloos twee Dakars mee rijden. Iedere Dakar hangen wij er nieuwe blokken in, puur vanwege de zekerheid. Maar we hebben klanten die er 450 draaiuren op hebben staan met een enkele zuiger en drijfstang set.”
Bij de nieuwe motor is weer goed gekeken naar de handelbaarheid en de werkbaarheid aan de motor. ”Op het voorwiel na is de motor volledig nieuw ontwikkeld. Het zwaartepunt is omlaag gebracht, de meeste kilo’s zitten tussen de voetsteunen. De motor is smaller, met een compactere kuip, en een roadbooksteun die bijna niets weegt. Het blok is heel compact in het frame gebouwd. Het is makkelijker geworden om een injector te wisselen, en zo denkt KTM ook echt mee met de monteurs. De motoren van 2013 en 2015 waren al een stap vooruit, het is knap om te zien welke stappen er wederom gezet zijn met deze nieuwe replica’” aldus van der Velden.
Bart van der Velden: ”Per motor zijn we hier zo’n 30 tot 40 bezig met de preparatie. Dat hangt ook nog af van wat de klant voor andere wensen heeft, qua vering bijvoorbeeld. De motor wordt door ons helemaal los gehaald. Ik wil ieder boutje gecontroleerd hebben. Met kleine aanpassingen maken we de motor nog iets degelijker, veel onderdelen waar je slecht bij kunt borgen we. In het begin van de rally is een monteur anderhalf a twee uur kwijt per motor, naarmate de rally vordert gaat dat door de vermoeidheid meer tijd kosten. Bedrijfszekerheid is t allerbelangrijkst. We hebben vijf rijders dit jaar, waarvan twee met de kist. (Sjors van Heertum en Mark Tielemans) Voor Sjors en Mark is de basis gelegd hier in de werkplaats. Van een coureur maak je niet zomaar een monteur, maar als ze geen gekke dingen meemaken kunnen ze zich tijdens de rally beperken tot onderhoud. Wat kistrijders niet zullen doen, doen wij wel: we vervangen iedere dag de olie om te zien wat er in het motorblok gebeurt. Dat kunnen we aan de olie aflezen. We zijn continu bezig met het wegnemen van risico’s.’’
”In Marokko, tijdens de Rallye Du Maroc hebben we kennis kunnen maken met de nieuwe replica. Daar was het fabrieksteam ook, en dan kun je meteen zien wat de verschillen zijn. Qua vering en tandwielverhoudingen hebben we weer veel geleerd. Vier motoren hebben we voor Marokko klaargemaakt , en tien na Marokko voor de inscheping in Le Havre. Dat zijn voor ons de drukste weken van het jaar.”
”Als monteur kijk je ook uit naar de finish. Dat zijn hele speciale momenten. Twee keer hebben we een 100% score gehaald, dat is ongelooflijk. Daar doen we het allemaal voor. En daarom is het ook belangrijk dat we als monteurs een goede band hebben en samen met de rijders een echt team vormen. Als je dan twee weken lang 24 uur per dag met elkaar optrekt is het een stuk plezieriger.”