Carlos Sainz (2x), Stéphane Peterhansel (4x), Nasser Al-Attiyah (2x), Nani Roma en Giniel de Villiers zijn de winnaars van de Dakar Rally op Zuid-Amerikaanse bodem. Zondag staan ze allemaal weer aan de start van de 41ste jaargang van de Dakar, die deze keer in zijn geheel in Peru wordt gehouden.

Met 130 wagens, waarvan 30 ssv’s, is het veld in de autocategorie het grootste sinds 2015. Zes auto’s worden bestuurd door Nederlanders: Bernhard ten Brinke, Erik van Loon, Erik Wevers, Maik Willems, Tim/Tom Coronel en nieuwkomer Michiel Becx.

Voor de meeste deelnemers is de finish halen – op 17 januari in Lima – de belangrijkste opgave, maar voor de topklasseringen zijn meer favorieten dan er podiumplaatsen zijn. In de top hebben zich veel verschuivingen voorgedaan, door het afhaken van Peugeot. In de geschiedenis van de Dakar is altijd een soort golfbeweging te zien: het tijdperk Mitsubishi werd gevolgd door het tijdperk Volkswagen, waarna Mini vier jaar lang de macht overnam. De laatste drie jaar was het Peugeot dat de dienst uitmaakte. Nu het Franse merk is gestopt, spitst de strijd zich toe op Mini en Toyota.

De Peugeot-sterren Carlos Sainz, winnaar van de editie 2018, Stéphane Peterhansel en Cyril Despres hebben de overstap naar Mini gemaakt, dat verder onder andere cross country-wereldkampioen Kuba Przygonski (met de Belgische navigator Tom Colsoul aan zijn zijde, die in 2012 de Dakar won met Gerard de Rooy), Silk Way Rally-winnaar Yazeed Al-Rajhi en oud-Dakarwinnaar Nani Roma aan de start brengt. Mini komt met drie tweewielaangedreven buggy’s en vijf vierwielaangedreven Works-modellen aan de start.

Daar tegenover staat Toyota, met de oud-winnaars Al-Attiyah en De Villiers, en Bernhard ten Brinke, die vorig jaar geschiedenis schreef door als eerste Nederlander ooit een etappe te winnen. Ten Brinke had een podiumplaats binnen handbereik toen hij op de voorlaatste dag uitviel met mechanische pech. De Nederlander gaat ook dit jaar voor een topklassering en heeft zich zelfs gewaagd aan de uitspraak dat hij de Dakar kan winnen.

Outsiders

Ook in een Toyota, maar zonder directe fabrieksondersteuning, rijdt Erik van Loon. De Brabander sloeg een jaar over, maar is nu terug met de ambitie zijn vierde plaats van 2016 te evenaren.

Sébastien Loeb is de enige van het succesvolle Peugeot-kwartet die geen plaats bij een fabrieksteam heeft verworven. Hij richtte zich het afgelopen jaar op het WRC en had helemaal geen plannen om weer in de Dakar te rijden, maar op het laatste moment liet hij zich toch overhalen om met een ex-fabrieks-Peugeot aan de start te komen. Ondanks dat hij geen fabrieksondersteuning heeft, mag Loeb toch als een kanshebber worden gezien, mits hij de auto heel houdt. Zijn teamgenoot is Harry Hunt. De Brit wordt genavigeerd door Wouter Rosegaar, die eerder Van Loon naar de vierde plaats begeleidde.

Een andere outsider, ook terug van weggeweest, is de Amerikaan Robby Gordon, die met een buggy de strijd aangaat. Gordon verwierf een enorme populariteit toen hij met een Hummer meedeed. Voor de overwinning maakt hij weinig kans, maar de wispelturige Amerikaan zou zomaar een enkele etappeoverwinning kunnen behalen.

Van de Nederlanders zou ook Michiel Becx zomaar eens voor een verrassing kunnen zorgen. In zijn eerste Dakar doet hij mee met een bijzondere buggy, die is gebaseerd op een baja-auto. In de Morocco Desert Challenge behaalde hij er een etappeoverwinning mee. Als alles meezit, zou hij best eens een plaats in de top 25 kunnen behalen. Dat geldt ook voor Erik Wevers, die evenals vorig jaar met een Borgward meedoet.

De Nederlanders 

309      Bernhard ten Brinke / Xavier Panseri (Fra) – Toyota Gazoo Racing SA
317      Erik van Loon / Harmen Scholtalbers – Overdrive Toyota / Van Loon Racing
336      Erik Wevers / Ashley Garcia Chavez (Per) – Borgward Rally Team
339      Maik Willems / Rob van Pelt  – Bastion Hotels Dakar Team
347      Tim Coronel / Tom Coronel – Maxxis Dakarteam
370      Michiel Becx / Edwin Kuijpers – Becx Competition