Verschil tussen Stacey en Versluis slechts 15 seconden

Gepubliceerd op: 06-01-2017 06:13

In de vier dagen van de Dakar 2017 heeft het klassement er al elke dag anders uit gezien. Een half uur tijdverlies op de ene dag, kan de volgende dag alweer bijna zijn goedgemaakt. Peter Versluis en Hans Stacey hebben daarom maar besloten zich voorlopig niet al te druk te maken over het klassement, waarin de teamgenoten van EVM Rally op respectievelijk de achtste en negende plaats staan, gescheiden door slechts 15 seconden.

De vierde etappe was wat dat betreft een goede reminder voor Peter Versluis, die erop gebrand was om zijn plaats in de top 5 terug te veroveren. “Dat moet ik toch een beetje zien los te laten”, constateerde Versluis na afloop in Tupiza. “Vooraan starten is niet per se een voordeel en te gedreven zijn geeft een groter risico op fouten. In plaats van een plaatsje te stijgen, ben ik er twee gezakt en alleen maar omdat ik een kwartier bezig was met een lekke band.”

De lekke band kwam op 90 kilometer voor de streep van de 416 kilometer lange etappe van Jujuy in Argentinië naar Tupiza in Bolivia. Op een ongelukkige plaats, waardoor het wisselen langer duurde dan gewoonlijk. Een beetje opgefokt door het tijdverlies was Versluis aan het eind van de rit iets te ongeduldig bij een viaduct over een rivierbedding. “Ik koos de verkeerde doorgang en kwam klem te zitten”, vertelt hij. “De schade aan de truck valt gelukkig mee, maar hij knapt er niet van op. Het materiaal heeft deze rally toch al behoorlijk te lijden. De vijfde etappe wordt ook weer een lange dag, van boven de 500 kilometer. Dan is het verstandiger om iets rustiger zo’n etappe in te gaan, met de instelling niet al te veel tijd te verliezen in plaats van te proberen tijd goed te maken.”

Een kwartier verliezen heeft in deze fase van de Dakar meteen gevolgen. Dat merkte ook Hans Stacey, die ongeveer dezelfde tijd nodig had om een waypoint te vinden. “Als je op 20 minuten in het klassement staat, is een kwartier best veel”, zei Stacey. “We waren als vijfde vertrokken en gingen super door de duinen, maar daarna moesten we zoeken naar het waypoint. Toen we terugreden, zagen we de trucks die achter ons waren gestart, al aankomen. Dan weet je al dat je dat kwartier niet meer goedmaakt.”

Stacey heeft meer dan genoeg ervaring in de Dakar om te weten dat het nog alle kanten op kan. De etappes waarin de echte verschillen worden gemaakt, moeten nog komen. “We zijn nog maar op een kwart. Alles ligt nog open. Wat nu nog minuten zijn, kunnen over een paar dagen uren zijn. De prijzen worden toch pas eind volgende week verdeeld.”

Foto: Condor Media

Vorige bericht

‘Moeilijke dag’ een makkie voor Jos Smink

De vierde etappe zou een moeilijke dag worden. Lastige duinen, op 4000 meter hoogte, moeilijk te vinden waypoints en pittige navigatie. Maar Jos Smink stuurde zijn Ginaf er doorheen alsof het niks was, door navigator Daniël Bruinsma zonder problemen naar alle waypoints geloodst. Smink had genoten. “Hier doen we het voor, voor dit soort etappes, met lekker veel zand en schitterende duinen.” Die mooie dag werd ook nog eens afgesloten met de vijftiende tijd, wat Smink naar de zeventiende plaats in het klassement bracht. “Als je hoort zeggen dat het de zwaarste Dakar in tijden wordt, denk je nog ‘jaja, het zal wel’, maar ik moet zeggen dat ze tot nu toe de belofte aardig nakomen. Ik vind het een mooie rally. Met inderdaad, zoals ze hadden beloofd, veel zand. En wij zijn zandboeren hè. Daar houden we van.” De vierde etappe, 416 kilometer naar Tupiza in Bolivia, was best pittig, maar voor Smink geen probleem. “Toen we bij de duinen kwamen, zagen we andere auto’s en trucks er overal doorheen draaien, maar wij zijn er zo doorheen gezoefd. Van de eerste rij duinen was het zand heel zacht. De tweede duinenpartij was enorm hoog. Wat een grote duinen.” Het was wel een lange zit. Vooral het laatste stuk, met rivierbeddingen met knippen en stenen, maakte het vermoeiend. Onderweg trok Smink ook nog even landgenoot Maurik van den Heuvel los uit een modderpoel. “Dat was een kleine moeite, die ons niet eens tijd heeft gekost. Hij stond gewoon een beetje ongelukkig. Eén rukje en hij kon weer verder.” Het probleem met de koeling van de Ginaf lijkt ook te zijn opgelost. Doordat de thermostaat pas bij 85 graden open ging, werd de motor te warm. Door een veertje te veranderen, waardoor de thermostaat al bij 75 graden open gaat, werd dat probleem opgelost. “Geen last meer van gehad”, meldde Smink tevreden. “De motor liep als een zonnetje, zelfs op 4000 meter hoogte. Soms mag je wel eens mazzel hebben, toch?” Foto: Condor Media
 
Lees verder