Van Kasteren maakt moeilijke dag Team De Rooy goed

Gepubliceerd op: 08-01-2020 18:38

Met een knappe vierde plaats zorgde Janus van Kasteren ervoor dat de stemming bij Petronas Team De Rooy Iveco opklaarde. Die stemming was bedrukt en teleurgesteld nadat Vick Versteijnen nog voor de start van de vierde etappe de handdoek in de ring moest werpen. Een kapotte naaf maakte dat de truck niet op tijd aan de start kon verschijnen en dus uit de race ligt.

De vierde plaats van Janus van Kasteren had zelfs nog beter gekund, meende hij zeker te weten na aankomst in het bivak van Al-‘Ula, na een loodzware proef van 453 km. De kopman van Team De Rooy was als achtste truck begonnen aan de vierde etappe en liep hard in, totdat hij op de als vierde vertrokken Richard de Groot stuitte. Die was door een fout in de tijdwaarneming op de vierde plaats terecht gekomen, en tot ieders verbazing was dat niet rechtgezet.

“Dat is een blunder”, vond Van Kasteren. “Richard is een fijne vent, maar wat hem vandaag bezielde is mij een raadsel. Hij ging niet aan de kant. Ik heb een half uur achter hem zitten sentinellen (een alarmsignaal in de cabine dat aangeeft dat er iemand wil passeren, red), maar hij vertikte het gewoon, terwijl er ruimte genoeg was om even opzij te gaan. Hij ging pas aan de kant toen hij zelf kapot ging. Als hij me geen half uur had opgehouden, had ik – wie weet – wel kunnen winnen. Daar ben ik boos over, ja. Ik snap best dat het gaaf is om eens vooraan te rijden, maar hij heeft er niets te zoeken en moet zich al helemaal niet bemoeien met het spel vooraan.”

Had Van Kasteren vol gas kunnen doorrijden, dan was waarschijnlijk Dmitry Sotnikov niet in het laatste stukje nog voorbij gekomen. De Kamaz was als elfde gestart, maar kon inlopen op de Iveco Powerstar en kwam in de slotfase voorbij. “Wel zó hard. Dan zie je dat zij professionals zijn en wij niet. Ik snap niet dat die banden het houden bij hen, met zoveel geweld. Gelukkig hebben wij ook niks gehad, nog geen bandje lek.”

Kamaz kan, met drie man in de top 3 van vandaag, morgen het teamspel volledig uitspelen. De dichtstbijzijnde teamgenoot voor Van Kasteren is Albert Llovera, die vandaag zeventiende werd. Michiel Becx eindigde op de negentiende plaats, nadat hij als een van de laatste trucks was begonnen aan de special.

Hij had eerst zo lang mogelijk geholpen bij Vick Versteijnen, die onderweg naar de start te kampen kreeg met een kapotte naaf. “We hebben geprobeerd het te maken, maar het kostte te veel tijd”, vertelde Becx. “Daarom zijn wij uiteindelijk maar gaan rijden, omdat we er anders met twee trucks uit zouden liggen. Vanuit het achterveld hebben we ons voor de derde dag op rij naar voren gewerkt. Het was een lange dag en een zware proef. De laatste 100 km hebben we in het donker gereden. Dat maakte het er niet gemakkelijker op.” In de haast om voor het donker zo ver mogelijk te komen reed Becx twee banden tegelijk lek op een stuk rots. In het laatste stukje kreeg hij ook nog problemen met een wiellager. “Maar als de etappes niet heftiger worden dan dit, komt het best goed”, meende Becx.

Team De Rooy bekommerde zich ondertussen verder over de zwaar teleurgestelde Vick Versteijnen. “Het is niet onze Dakar”, constateerde hij. “Na 50 km op de verbinding hoorden we een klap en zagen we dat er olie onder de vooras uit liep, linksonder. Alles moet uit elkaar om dat te repareren, maar dat duurt een paar uur. Dat redden we niet. Doodzonde.”

Versteijnen mag nu starten in het zogeheten Experience-klassement, waarin deelnemers die met technische problemen zijn uitgevallen buiten competitie alsnog kunnen starten. In de race kan Versteijnen dan niets meer betekenen, maar hij kan nog ondersteuning bieden aan de andere trucks van Team De Rooy.

 

Vorige bericht

Team Van de Laar sluit ‘dramadag’ als zeventiende af

Het kostte Jan en Ben van de Laar moeite om twee zinnen uit te spreken zonder vloeken. De vierde etappe van de Dakar Rally was ‘drama van begin tot eind’, vonden de broers. Desondanks brachten ze de truck met de zeventiende tijd over de finish, na 453 km afzien. Drie positieve noten konden de heren Van de Laar in het verhaal van vandaag ontdekken: de zeventiende tijd, dat de truck heel was gebleven en het feit dat de dag erop zat. Jan: “We zijn de truck niet uit geweest. Nog geen band kapot gehad, niks. Dat is goed, want er is veel materiaal afgeschreven vandaag. Zelfs aan de finish zijn we er niet uit gegaan: we kijken in het bivak wel wat ie te lijden heeft gehad. Zo op het eerste gezicht valt het me alleszins mee. Het model is nog steeds vrachtwagen. Het ziet er beter uit dan ik had verwacht.” De etappe van Neom naar Al-‘Ula omschreef Jan van de Laar als “de grootste klotedag die ik heb meegemaakt. Het was niet te doen. Vanaf het eerste tot het laatste moment drama: rotsen, stenen, bergpasjes die met de truck simpelweg niet te doen waren. Het was echt niet te geloven.” Navigator Ben was het met zijn broer eens: “Er waren stukken die zó slecht waren dat je niet harder dan 20, 30 km/uur kon. Het was alleen maar emotie in de cabine. We zaten óf met z’n drieën te schelden en te vloeken óf te schaterlachen omdat we niet konden geloven dat het zó slecht was. Er kwam geen einde aan. Het bleef maar doorgaan.” Pas bij aankomst in het bivak kwam de rust een beetje terug, toen het resultaat best goed bleek te zijn. In het klassement staat het team nu achttiende, wat ook lang niet verkeerd is. En het wordt beter. De ergste stenenpartijen lijken achter de rug te zijn. In de etappe van morgen zit bijvoorbeeld voor bijna de helft zand. Echt zand. En dat ligt de broers Van de Laar uitstekend.
 
Lees verder