Het kostte Jan en Ben van de Laar moeite om twee zinnen uit te spreken zonder vloeken. De vierde etappe van de Dakar Rally was ‘drama van begin tot eind’, vonden de broers. Desondanks brachten ze de truck met de zeventiende tijd over de finish, na 453 km afzien.
Drie positieve noten konden de heren Van de Laar in het verhaal van vandaag ontdekken: de zeventiende tijd, dat de truck heel was gebleven en het feit dat de dag erop zat. Jan: “We zijn de truck niet uit geweest. Nog geen band kapot gehad, niks. Dat is goed, want er is veel materiaal afgeschreven vandaag. Zelfs aan de finish zijn we er niet uit gegaan: we kijken in het bivak wel wat ie te lijden heeft gehad. Zo op het eerste gezicht valt het me alleszins mee. Het model is nog steeds vrachtwagen. Het ziet er beter uit dan ik had verwacht.”
De etappe van Neom naar Al-‘Ula omschreef Jan van de Laar als “de grootste klotedag die ik heb meegemaakt. Het was niet te doen. Vanaf het eerste tot het laatste moment drama: rotsen, stenen, bergpasjes die met de truck simpelweg niet te doen waren. Het was echt niet te geloven.”
Navigator Ben was het met zijn broer eens: “Er waren stukken die zó slecht waren dat je niet harder dan 20, 30 km/uur kon. Het was alleen maar emotie in de cabine. We zaten óf met z’n drieën te schelden en te vloeken óf te schaterlachen omdat we niet konden geloven dat het zó slecht was. Er kwam geen einde aan. Het bleef maar doorgaan.”
Pas bij aankomst in het bivak kwam de rust een beetje terug, toen het resultaat best goed bleek te zijn. In het klassement staat het team nu achttiende, wat ook lang niet verkeerd is. En het wordt beter. De ergste stenenpartijen lijken achter de rug te zijn. In de etappe van morgen zit bijvoorbeeld voor bijna de helft zand. Echt zand. En dat ligt de broers Van de Laar uitstekend.