De schrik zat er nog een klein beetje in op de rustdag van de Dakar Rally 2022, na het sprongetje in de zesde etappe waarbij Tim Coronel serieus zijn rug bezeerde. De opluchting is groot bij de broers dat er niets ernstigs is, en dat ze morgen van start kunnen in de zevende etappe, die de tweede week van de Dakar inluidt.
“We waren bang dat het einde Dakar was”, geeft Tom Coronel toe. “Daarnaast is het echt niet leuk om je tweelingbroer pijn te zien lijden. Hij kon nauwelijks uit de auto komen bij de finish en ademhalen ging ook moeilijk.”
Bij de medische dienst werd een scan gemaakt van de rug van Tim, waarop alleen een oude breuk tevoorschijn kwam, van een jaar of tien geleden in Marokko. “Daar heeft hij nu last van, maar het zijn vooral de spieren eromheen die de spanning vasthouden. Daarom heeft hij gisteravond en vandaag voortdurend massages, om die spieren los te krijgen. Het gaat al beter. Hij kan weer lopen, al is het alsof hij in zijn broek heeft gescheten. De dokter zei gisteren dat hij vanavond zou kunnen dansen, maar dat zie ik nog niet gebeuren. Hoeft ook niet, als we morgen maar weer kunnen instappen.”
De eerste week van de Dakar Rally 2022 is uitstekend verlopen voor de broers. Ze staan op de zeventiende plaats in het klassement (nadat een straf van vijf uur voor Giniel de Villiers werd teruggedraaid zakten ze een plekje) en zijn dik tevreden. De klassering is niet geheel onverwachts, maar wel dat het al na de eerste week is. “Het gaat supergoed”, vindt Tom. “Maar het voelt wel alsof we al twee weken onderweg zijn, zo intensief zijn we bezig met alles. We zijn constant bij het team en bezig met de auto, zodat we die steeds beter leren kennen.”
Bij het team ziet Coronel dat de spanning over de nieuwe Century inmiddels plaats heeft gemaakt voor rust en vertrouwen. “De organisatie staat, iedereen kent zijn rol en ook de auto is inmiddels vertrouwd. De prestaties komen ten goede aan die rust en andersom. Het gaat zo goed en we hebben nu zoveel ervaring als team direct achter de subtoppers, dat ik denk dat we wel klaar zijn voor een tweede auto ernaast.”