Petronas Team De Rooy Iveco ging voor het podium in de Dakar Rally 2020, maar dat bleek in deze editie iets te hoog gegrepen. Op de zesde plaats van Janus van Kasteren in het eindklassement is het team echter meer dan trots. “Dit is op dit moment het maximaal haalbare, ook al had iedereen meer gewild”, zei ook Van Kasteren zelf aan de finish van een uiterst enerverende rally.
Voor Van Kasteren was het de eerste keer dat hij de eindstreep van de Dakar haalde. In zijn vorige twee keer viel hij uit. Het was ook de eerste keer in Saoedi-Arabië, de eerste keer met de Iveco Powerstar en de eerste keer met navigator Marcel Snijders en monteur Darek Rodewald. “Als je ziet wat er vóór ons zit: drie full-prof Kamaz-teams, een MAZ-fabrieksteam en Martin Macik met tien jaar ervaring”, somde Van Kasteren op. “Iedereen verwacht wel dat je als Team De Rooy op het podium komt, maar de zesde plaats was in dit geval het maximaal haalbare. De verschillen zijn ook niet zo groot. Vorig jaar stond de nummer 4 (Federico Villagra, red) op 5 uur en 49 minuten. Wij worden zesde op 4 uur en 26 minuten. Ik ben hartstikke blij met die prestatie.”
Wat eraan schortte, volgens Van Kasteren, was dat er te veel pieken en dalen waren, onder meer als gevolg van lekke banden, en dat de rally in deze eerste editie in Saudi-Arabië misschien niet zwaar genoeg was. “Zwaarder zou een voordeel zijn voor ons. De Iveco is heel sterk en betrouwbaar. Als de rally zwaarder is, is de kans groter dat er trucks uitvallen of in de problemen komen, zoals Ales Loprais die op de voorlaatste dag muurvast komt te zitten in een duinpannetje. Dat leverde ons een plaats winst op. Eén lekke band is niet erg, dat kost vijf minuutjes. Maar als je daardoor in het stof terecht komt, kost dat twintig minuten. Dan moet je de volgende dag vanaf de tiende plaats starten in plaats van vanaf de vierde of vijfde, en dan rijd je wéér in het stof. We hebben heel hard gereden, daar ligt het niet aan. Het moet meer constant worden, dat is duidelijk.”
Teambaas Gerard de Rooy feliciteerde Van Kasteren van harte op het podium en hechtte er waarde aan uitspraken die hij deed bij Omroep Brabant te nuanceren. “In het perspectief van eerdere jaren lijken de prestaties van het team inderdaad tegen te vallen. Het perspectief is dit jaar alleen anders, doordat we coureurs hebben met minder ervaring. Dat is hen niet aan te rekenen. Het is niet ons doel het team te veranderen, maar om kwaliteiten en vaardigheden te verbeteren door middel van meer testen en trainen, het verder ontwikkelen van de rallytrucks en waar nodig uitbreiden van kennis en kunde van het hele team. Janus heeft met zijn crew een prima job gedaan, en heeft er het maximale uitgehaald. Door de pech en het uiteindelijk uitvallen van Vick Versteijnen had Janus ook niet de backup voorin die nodig is om voor het podium te kunnen rijden. Vick heeft ondanks heel veel pech laten zien uit het juiste Dakar-hout te zijn gesneden door een aantal prima dagresultaten te boeken. Michiel Becx en Albert Llovera hebben beiden in hun rol van assistentie volledig aan de verwachtingen en afspraken voldaan. Er is dus geen sprake van veranderen, maar van verbeteren en doorontwikkelen.”
Llovera eindigde op de vijftiende plaats in de eindrangschikking, Michiel Becx op de zestiende. Voor Becx was het de eerste Dakar met een truck. In zijn rol van snelle assistentie moest hij zeker in de eerste week een aantal keren stoppen om hulp te verlenen aan met name Vick Versteijnen, die door pech uit de wedstrijd viel. “Zelf hebben we geen problemen gehad”, zei Becx. “Twee lekke banden en één keer heel even op de kant in de duinen. Dat mag geen naam hebben. Ik ben blij en trots dat we de finish hebben bereikt, mede dankzij perfect navigeren van Edwin Kuijpers en de rust en ervaring van monteur Bernard der Kinderen. Van deze medaille droom ik al mijn hele leven.”