Die ene week opleiding in de huizenhoge duinen van Namibië bleek achteraf een uitstekende keuze, erkende Stefan Carmans maandag na de pittige achtste etappe in de Dakar Rally. De autocoureur van CSA Racing kwam in het Saoedische Hail als 52ste binnen na duinen van honderden meters hoog te hebben getrotseerd.
“Het is een toffe dag geweest”, sprak hij opgewekt. “We hebben voor het eerst deze rally de zandplaten moeten gebruiken omdat we op een duin vast zaten. Maar daar waren we snel weer uit. Het heeft ons maar vijf minuten gekost. We waren nog bij daglicht binnen.”
Heuveltjes
Hoewel het een etappe was die qua landschap uit verschillende delen bestond, was het 170 kilometer lange duinenstuk aan het begin van de special het meest uitdagende, vond Dakar-debutant Carmans. “Ik heb ook in Marokko gereden, maar de Marokkaanse duinen zijn totaal anders dan hier. Daar zijn het maar heuveltjes. Hier zijn ze zo hoog als een flatgebouw. Driehonderd, vierhonderd meter hoog.”
Niettemin haalde hij maandag zonder grote problemen de finish van de achtste etappe. Tot dusver gaat het ogenschijnlijk allemaal van een leien dakje voor Carmans. Maar hij bekende in het bivak dat hij wat blij was dat hij in Namibië een opleiding van een week had gevolgd om door een ontzagwekkend duinenterrein te kunnen rijden.
Duinen aanvallen
“De duinen die ik in Namibië heb gezien zijn vergelijkbaar met de duinen die ik vandaag heb gezien. “In Namibië hebben mensen die veel ervaring hadden met die duinen me geleerd hoe je ze moet aanvallen. Die opleiding heb ik daar gedaan om niet onbezonnen aan de Dakar te beginnen. Als ik die opleiding niet had gedaan, was ik uit de wedstrijd geweest.”
Na het lange duinenstuk was er een verbindingsrit en daarna was het landschap ‘totaal verschillend’, had Carmans ervaren. “In het begin waren het heel snelle pistes waar we 150, 160 konden rijden. Op het eind hadden we veel rotsen, keien, gaten, bulten. Ongelijk terrein. In de laatste 15 kilometer hadden we redelijk frustrerend veel rotsen. Dat ruwe terrein vind ik maar niks. Je wordt voortdurend door elkaar gerammeld. De auto krijgt klappen en die krijg je op je lichaam.”
Pijn in de rug
Veel had hij er niet aan overgehouden. “Alleen af en toe een beetje pijn in de rug. Maar op een gegeven moment pas je je rijstijl aan het terrein aan.” Zo had hij de etappe dus tot een goed einde gebracht. “Gelukkig geen problemen net de auto. Met de navigatie maakten we af en toe een klein foutje, maar dat zal iedereen wel gehad hebben. En nog altijd geen lekke banden.”
Zodoende concludeerde Carmans dat hij ‘niet mag klagen op dit moment’. “Ik hoor van andere deelnemers die vaker Dakar hebben gereden dat deze wordt genoteerd als één van de zwaarste Dakars.” Carmans nam het ter kennisgeving aan. Als debutant kon hij immers niet vergelijken. “Ik heb een goede auto en ik heb rij-ervaring. Meer heb ik niet. Ik moest het ermee doen, en daarmee is het weer gelukt.”