Stam en zijn ‘karretje’ hebben weinig te lijden

Gepubliceerd op: 12-01-2020 18:32

De langste etappe (546 km) van de Dakar 2020 was zeker niet de uitdagendste. Onderweg naar Wadi Al-Dawasir troffen Teun Stam en René Bargeman afwisselend lange, rechte paden en wat duinenpartijtjes. “Weinig spectaculair”, vond Stam, die de dag op de 51ste plaats volbracht.

Het was dus wel een lange proef, maar geen lange dag. Stam kwam voor het donker aan de finish en op weg naar het bivak versloeg hij en passant ook nog de servicecrew van Schijf Rally. Die waren onderweg op zoek gegaan naar een nieuwe accu voor de servicetruck. “Het was even zoeken, maar ze hebben er toch eentje op de kop weten te tikken”, kon Stam melden.

De rijder meende dat dit een zwaardere klas was dan de etappe. “Lange, rechte paden en om de 10 kilometer wat duintjes”, zo omschreef hij de proef. “Over het algemeen geen moeilijke duinen, maar er zaten een paar moeilijke bij met slap zand, waarvoor je moest knokken om boven te komen.”

Het verliep allemaal zeer voorspoedig en Stam en Bargeman noch ‘het karretje’, zoals Stam zijn Toyota liefdevol noemt, hadden te lijden van de zevende etappe. “Elke dag strepen we er eentje af. Nog vijf te gaan. Er komt zeker nog een dag waarop er een hoop sneuvelen. Het is aan ons om dat voor te blijven en het karretje naar de finish te brengen.”