Spoorboekje Dakar 2021: De tiende etappe van Neom naar Al-Ula

Gepubliceerd op: 13-01-2021 00:01

De tiende etappe richting Al-Ula is bekend terrein voor de ervaren deelnemers. Vorig jaar werd een deel van deze rit ook gereden en ook dinsdag zijn de deelnemers door de mooie rotsstukken van Neom gekomen. Het gevaar ligt in deze relatief korte etappe (342 kilometer special stage) echter wel op de loer. Want het is weer een etappe met overwegend harde ondergrond en stenen, maar ook met een aantal lastige punten voor de navigators. Zo kan er met een klein foutje weer veel tijd verloren gaan.

Het is derhalve opletten geblazen voor de eerste motorrijders die kort na zonsopgang vertrekken. Kevin Benavides van Honda is om 7.50u lokale tijd (5.50u onze tijd) de eerste die vertrekt. De auto’s en vrachtwagens vertrekken weer door elkaar. Stephane Peterhansel van Mini is om 9.45u lokale tijd (7.45u onze tijd) de eerste die af mag trappen. Pas aan het eind van de proef zit er nog wat zand in, al zijn dit volgens de organisatie ook overwegend snelle stukken.

Vorige bericht

‘Gevaarlijkste dag ooit’ voor Olaf Harmsen

Dat de negende etappe van Dakar 2021 een gevaarlijke was, dat is wel duidelijk. Zowel deelnemers als hun voertuigen liepen schade op in de 465 km lange lus door de bergen. Olaf Harmsen en zijn motor kwamen ongedeerd aan de finish, net voor het donker werd, maar daarmee was het meeste wel gezegd. “Dit was de gevaarlijkste dag van de rally én de gevaarlijkste etappe die ik ooit gereden heb.” De opluchting was groot bij Olaf Harmsen, terug in het bivak van Neom. Opluchting dat hij ook achter ‘etappe 9’ een vinkje kon zetten, en dat het allemaal relatief goed was gegaan. Vorig jaar was hij er immers in de etappe Neom-Neom uit gegaan met een forse crash. Toen lag de etappe aan het begin van de Dakar, nu halverwege de tweede week. Met veel meer ervaring in zijn rugzak ging Harmsen op weg in de proef, die begon aan de Rode Zee-kust en daarna de bergen in ging. “Het gevaar zat niet zozeer in de stenen”, vertelde Harmsen. “Daar ben ik nu meer aan gewend, ik weet inmiddels hoe ik daar overheen moet. Dat ging boven verwachting. Het gevaar zat vooral in het stof. Het was niet alleen ontzettend veel stof, maar ook onberekenbaar. Je werd niet alleen als je werd gepasseerd door een auto of truck totaal verblind, maar ook door de wind kon je zomaar ineens in een wolk van stof zitten.” Omdat Harmsen maar één doel voor ogen heeft – finishen – deed hij extra voorzichtig. Maar dat gaf ook weer nieuwe problemen. “Auto’s komen vooral voorbij op plaatsen waar je goed door kunt rijden. Maar elke keer als er een auto voorbij komt blazen, zet die je in het stof en moet je van het gas af of zelfs stilstaan. Dus in plaats van 120 te rijden, ga je met 50 of sta je stil om te wachten tot ie voorbij is en je weer iets kunt zien. Maar dan komt er nog een, en nog een, en nog een. Dat gaat allemaal af van de kostbare tijd die je hebt om voor het donker aan de finish te zijn, want in het donker én het stof wil je helemaal niet.” Voor het donker binnen lukte net en dat was dus nog eens een extra opluchting en kers op de taart. “Er komen nog drie pittige dagen aan, maar ik denk dat dit de zwaarste dag van deze Dakar was”, zei Harmsen. “Dag 11 is een heel lange, en daar houd ik rekening mee in het verdelen van mijn krachten, maar ik verwacht dat die relatief snel zal zijn. Vandaag lag de gemiddelde snelheid vrij laag. Ik ben hoe dan ook blij dat deze etappe achter de rug is, om alle denkbare redenen, maar ik heb zin in de etappe van morgen.”  
 
Lees verder