De eerste etappe van de Morocco Desert Challenge ‘bijltjesdag’ noemen lijkt wat voorbarig, met nog zes etappes te gaan. Maar het ging er ruig aan toe op de 391 kilometer door de Oued Draa, tussen Plage Blanche en Icht. Slechts een enkele truck kwam zonder brokken aan de finish. De Portugese Elisabete Jacinto noteerde de snelste tijd.
Al na 30 kilometer begon de ellende voor Gert Huzink. Een relatief klein euvel – een kapotte ruitenwisser – dwong Huzink de Renault aan de kant te zetten om de ramen schoon te maken. “We zagen geen steek meer.” Een poging daarna om wat van de verloren tijd goed te maken resulteerde in een lekke band. “Het wisselen duurde lang”, vertelt Huzink. “Dus weer jakkeren om in te lopen. Dat hadden we beter niet kunnen doen, want nog voor de verplichte stop kwamen we muurvast te zitten in de modder. Daar hebben we zo ontzettend veel tijd verloren. Uren.”
Er waren twee trucks nodig om die van Huzink los te trekken. Met vereende krachten van William de Groot en Eimbert Timmermans lukte het. Maar door de actie kwam Timmermans zelf vast te zitten en daarbij werd het stuurhuis vernield, waardoor de etappe er voor Timmermans min of meer op zat.
Voor Huzink was de gifbeker nog niet leeg. Op 40 kilometer voor de finish bleken alle vier de banden kapot. “Ik voelde de truck zwabberen. De banden waren niet lek, maar het loopvlak was compleet afgesleten. Op een sukkeldrafje zijn we naar de streep gereden. Morgen moet het maar even wat rustiger, want ik wil nu wel eens een keer de finish halen.”
Maar één keer had Wouter de Graaff, de navigator van Martin van den Brink in deze Morocco Desert Challenge, verkeerd gezeten. “En dat kwam door de stress van een haperende versnellingsbak, waardoor we al vroeg in de wedstrijd nogal wat tijd zijn verloren.”
Het versnellingsbakprobleem van de Mammoet Renault stond niet op zichzelf. “Toen dat was gerepareerd, hebben we als een malle gereden”, zegt De Graaff. “Met twee lekke banden als gevolg. Dus nog meer tijd verloren. En op 30 kilometer voor de finish gingen er nog eens twee kapot. Het laatste stuk hebben we op eieren gereden. Het was een slagveld bij de trucks.”
Voor het eerst zat Gerrit Zuurmond niet naast Gerrit van Werven als navigator. In plaats daarvan reed Zuurmond zelf, met Jasper Riezebos als copiloot aan zijn zijde. “We moeten allebei nog even wennen”, vertelde Zuurmond. “Maar het is goed bevallen. Voor mijn gevoel was dit zwaarder dan elke Dakar-etappe die ik heb meegemaakt. Het was onmogelijk om hier voluit te rijden. Daarvoor waren de paadjes te smal en lagen er te veel stenen. Het was zo warm dat het zweet langs mijn benen liep.”
Ook Riezebos was het navigeren in de Rainbow-MAN wel bevallen. “We zijn een paar keer verkeerd gereden omdat Gerrit niet goed luisterde. Eén keer trok hij zelfs het roadbook uit mijn handen. Ik moet vooral wennen aan het praten. Als motorrijder kijk je en handel je, maar in de truck moet je het ook nog vertellen en dat is best moeilijk. Wat zeg je wel, wat sla je over, wanneer zeg je iets? Maar dat komt wel goed hoor. We kunnen het goed vinden in de cabine. We hebben best schik gehad.”
Teamgenoot Gerrit van Werven verloor ruim een uur met zoeken naar de goede weg. Ook stond Van Werven ongeveer 20 minuten bij Gert Huzink.
William de Groot ging als een speer in het eerste deel van de etappe, maar verloor bijna anderhalf uur met hulpverlening aan Gert Huzink. “Misschien ging het wel juist zo goed omdat we redelijk rustig aan hebben gedaan”, dacht De Groot. “Zelfs op het strand heb ik niet harder dan 140 gereden. Als ik daar boven ga, gaat er een pieper af, dus dat laat ik wel. Het had geen zin om vol gas te gaan, want dan wordt de kans op fouten en ongelukken groter dan wanneer je met een beetje meer beleid rijdt.”
Zelf had De Groot eigenlijk geen problemen gehad. “Ik heb er veel voorbij zien komen die we later met stukken hebben zien staan. Dat was dus een goede keuze. Als we niet zo lang bij Huzink hadden gestaan, had ik het nog wel eens willen zien.”