Ronald van Loon vroegtijdig uit de proef: “We geven niet op”

Gepubliceerd op: 02-01-2023 22:12

Ronald van Loon en Erik Lemmen hebben maandag de tweede etappe van de Dakar Rally niet uitgereden. Al vroeg in de etappe ging het mis met grote schade ten gevolg. Via de openbare weg kwam het duo van Oase Motorsport uiteindelijk in het bivak van Al’Ula.

De 431 kilometer lange special stage werd door toprijders omschreven als de zwaarste Dakar-proef van de afgelopen jaren. Maar voor Ronald van Loon, die bij de auto’s al ver naar achteren moest starten, was het vrijwel niet te doen. “Het was eigenlijk om te janken”, zegt Van Loon. “Het parcours was dusdanig kapot gereden, er lagen zoveel stenen dat onze auto met een starre achteras het eigenlijk niet aankan. Er is op den duur een bout uitgelopen waardoor de hele as kantelde. Alle schokbrekers braken af, de aandrijfas ging kapot. Toen was het klaar. We hebben drie uur staan knutselen met tie-wraps en ratels. We hadden maar één optie en dat was om zo snel mogelijk uit de proef naar de weg te komen. We hebben twintig kilometer off-road naar de weg gereden en toen naar het bivak. We zijn over de finish gekomen, maar sinds kilometer zestig hebben we geen waypoint meer gepakt.”

Er staat veel straftijd voor het missen van waypoints en met een te groot aantal ontbrekende waypoints kan de organisatie zelfs besluiten om de betreffende deelnemer uit de wedstrijd te halen. Van Loon heeft echter een starttijd gekregen voor de special van dinsdag, maar het is de vraag of ze nog ‘echt’ in competitie zitten. Zo niet, bestaat er in de Dakar Rally nog een Experience-klassement. “Ook dat wordt nog een dingetje”, gaat hij verder. “Zoals het nu voor staat met het team waar we hier mee zijn, als we nog zo’n dag hebben liggen we er allemaal uit. Dan zijn de achterassen op. Door de stenen slijten de achterassen zo extreem hard, ze hebben bij alle auto’s al die assen moeten vervangen. Ze rijden al sinds 2014 met deze auto’s in de Dakar Rally, maar dit is nog nooit gebeurd.”

Het reglement in de Dakar Rally is de afgelopen jaren veranderd dat de auto’s van de topteams nu ook met grotere wielen mogen rijden. “Het betekent ook dat die auto’s diepere geulen creëren”, legt Van Loon uit. “De sporen zijn zo diep dat onze auto de hele dag stenen kopt. Dat gaat om duizenden stenen. Als het zo kapot gereden is, dan blijft het spul gewoon niet heel.”

Van Loon piekert er niet over om op te geven. “Nee, we zijn er nu toch”, glimlacht hij. “Dan kunnen we net zo goed doorgaan. Zolang de auto rijdt en we de onderdelen hebben, gaan we door. Als er een mogelijkheid is, geven we zeker niet op.”

Vorige bericht

In tweede etappe ook Gert Huzink uit de wedstrijd

Nadat op de eerste dag van de Dakar Rally 2023 al Pascal de Baar de handdoek moest gooien, moest op de tweede dag ook Gert Huzink de wedstrijd verlaten. Hij kreeg in het eerste deel van de etappe naar Al Ula te kampen met een kapotte turbo. Die bleek niet te repareren. “Dus we gaan nu voor de dagsuccessen en proberen iedere dag voorin mee te doen.” Het geluk is vooralsnog niet aan de zijde van het Riwald Dakar Team. Gert Huzink begon voortvarend aan de etappe en reed met de hybride Renault vlotjes naar voren. Door de pech van de eerste dag (vast in een duinpan) was Huzink ver naar achteren gestart, maar dat was niet per se een nadeel. “Het ging best goed, tot de turbo stuk ging. Alles was weggeslagen.” Het onderdeel werd vervangen, maar ook de reserve ging stuk. “Dat had al drie uur geduurd. We wisten toen dat we niet meer op tijd zouden kunnen zijn en dat we nog 300 kilometer in het donker hoe dan ook niet gingen halen.” Dus besloot Huzink eieren voor zijn geld te kiezen en de Renault uit de proef te sturen. Daar stond het team hem op te wachten, zodat de noodzakelijke reparaties konden worden gedaan zodat de truck op eigen kracht via de weg het bivak kon bereiken. “Het is nu wel een beetje gezakt, maar het was een emotionele dag”, erkende Huzink na aankomst in het bivak. “We moeten het nu maar hebben van de dagsuccessen en proberen iedere dag voorin te rijden. We kunnen daarvoor wel een beetje meer risico nemen en dan zien we wel waar we uitkomen.” Met diezelfde insteek ging Pascal de Baar al van start in de tweede etappe, na het brandje aan boord in de eerste rit. De Riwald-monteurs haalden een nachtje door om de Renault weer in orde te krijgen. Onderweg stopte De Baar eerst bij Huzink. “Die had mijn reserve-turbo nodig en vroeg of we even konden helpen. Dat duurde nogal lang, dus op een gegeven moment zijn wij maar doorgereden.” Na nog eens 300 kilometer stenen – want veel meer dan héél veel stenen was het niet vandaag – kwam De Baar eindelijk bij de duinen die het toetje van de etappe vormden. “Dat was leuk. Net motorcrossen. En daar lag Adwin Hoondert, op zijn kant en het touw lag onder de truck. Maar wij hebben ook een touw, dus die stond binnen een minuutje weer overeind voor de laatste 7 kilometer.” Met al dat oponthoud kwam De Baar uiteindelijk als 21ste aan de meet, op de hielen gezeten door Hoondert. De Zeeuw is nu nog de enige Riwald-truck in de wedstrijd. De derde etappe belooft een uitdaging te worden voor de navigators. Van de 669 kilometer van Al Ula naar Ha’il tellen er 447 voor de wedstrijd.  
 
Lees verder