Na een intensieve voorbereiding staan voor Ronald van Loon alle seinen op groen: hij maakt volgende week met zijn eigen Oase Motorsport-formatie zijn debuut in de Dakar Rally. “Binnen onze mogelijkheden hebben we alles gedaan om ervoor te zorgen dat we goed voorbereid aan de start staan.”

Ruim anderhalf jaar geleden besloot Van Loon dat deelname aan de Dakar een feit moest worden. “Ik ben er vorig jaar gaan kijken, maar toen had ik voor mezelf al besloten dat ik zou gaan. Al met al zijn we anderhalf jaar bezig geweest met de voorbereiding”, zegt Van Loon. En die voorbereiding was pittig. “Het kost veel geld en energie, het is de zwaarste rally om te rijden maar ook in de voorbereiding komt er veel bij kijken. Vanuit de ASO ook krijg je het ene na het andere document, met de keuring moet de documentatie op orde zijn. Daar gaat veel tijd in zitten. Ik heb niemand die dat voor me doet, dat doe ik allemaal zelf. Daar zijn heel wat avonden tijd in gaan zitten om het allemaal te regelen. Dat is wel tegengevallen.”

100%

Van Loon staat voor het eerst aan de start en staat erom bekend dat hij alles tot in de puntjes verzorgd wil hebben. Echt bezuinigen is er dan ook niet bij. “Je kunt ook niet bezuinigen op bepaalde dingen, dat zou echt dom zijn. Ik heb veel onderdelen, we hebben de vrachtwagen klaar laten maken. We willen het 100 procent doen, maar ik heb onderweg geen assistentie. Dat kost nog eens flink wat geld. Op een gegeven moment moet je een streep trekken. Het is niet mijn ding om het half te doen, dus ik ga er vol voor.” Ook op fysiek vlak heeft Van Loon al een langere tijd de zaken aardig op orde. “Ik ben sowieso wel fit, ik heb twee jaar lang echt fanatiek getraind met een personal trainer. Ik heb juist de laatste weken rustig gedaan om ervoor te zorgen dat ik niet geblesseerd zou raken. Je kunt een paar maanden beginnen met trainen, maar dan moet je flink aan de bak. Ik ben conditioneel altijd wel in goeden doen geweest, mijn basis is goed. Ik denk dat ik goed aan de start sta, daar zal het niet aan liggen.”

Navigator Erik Lemmen zat in aanloop naar de Dakar veel op de fiets. Een van de factoren waar je geen controle over hebt, is nachtrust. “Dat valt ook niet te trainen, dat is vooral mentaal”, zegt Van Loon. “We hebben allebei kinderen, sindsdien kan ik er wel beter tegen om weinig te slapen.” De reden dat Van Loon deel wil nemen aan de Dakar is simpel: “In onze sport is dit het hoogst haalbare, het is de grootste en de zwaarste rally. De Dakar wil je eenmaal uitgereden hebben. We hebben een WK-wedstrijd gereden, dat was vrij makkelijk om te doen. Maar de Dakar is het hoogste niveau. Ik ben ermee opgegroeid, ik kom uit het dorp waar de Dakar-spirit nogal leeft. Mijn ouders volgden altijd al de Dakar, het is met de paplepel ingegoten dat dit de rally der rally’s is.”

Blijven rollen

Van Loon reed meerdere keren de Carta Rallye in Marokko. Achteraf was dat een belangrijke leerschool, weet hij: “Vooral omdat ik reed in een auto die gedateerd was met weinig vermogen en ik reed in een rally die goed georganiseerd is, maar ik reed aan kop. Er waren geen sporen en we hadden een zandstorm. Toen kwamen we erachter dat de proef geneutraliseerd was, maar er was geen systeem om dat aan ons door te geven. We hebben ‘m volledig uitgereden, het was echt een puinzooi, maar je leert het duinen rijden wel. Je zag niks, ze waren los. Alles was ruk, maar je leert het wel omdat je geen keuze hebt. In Tunesië was er een dag dat iedereen problemen had, maar toen hadden wij best een goede dag. We hebben vastgestaan, maar ik rijd liever een keer vast en graaf een kwartier dan dat ik van een duin val. Duinen rijden is niet anders dan het ding in de tweede versnelling en zorgen dat je blijft rollen. Ik ben geen Nasser Al-Attiyah, ik ga daar niets winnen. Als het niet lukt, schuif je een stukje op en dan kom je er alsnog wel. Het voordeel is dat er veel voor mij starten en dat er al veel sporen staan, het nadeel is dat alles al kapotgereden is.”