Duinen, duinen nog eens duinen tijdens de vijfde etappe van de Dakar Rally in Saoedi-Arabië, en Roger Grouwels en zijn navigator Ronald van Nederpelt hadden er schik in. Na 118 kilometer zwoegen op de special kwamen het duo van Team RaceArt/QFF op de verbindingsroute naar Shubaytah terecht om daar als 28ste te finishen in de Challenger-klasse.
“We hebben steady gereden, op de automatische piloot en met cruise control. We hebben geen gekke dingen gedaan en het is goed gekomen”, luidde het opgeruimde commentaar van Grouwels. “Het was een best interessante stage. Bijna alleen maar duinen met af en toe een plat stukje. We hadden ook broken dunes.”
‘Afstap van een meter of twee’
Hij vervolgde: “Dan ga je over duin die rond lijkt te zijn, maar dan ineens is er een afstap van een meter of twee. Die staat wel in het road book, maar je moet toch heel alert zijn en niet te veel risico nemen. We zijn met beleid naar de finish gereden en hebben niet overhaast. Het verhaal lijkt zo heel saai maar het was spannend in de duinen. Een geweldige dag. Hij was toch weer anders dan de andere dagen, ondanks het feit dat we alleen maar zand hadden.”
Als hij zich van één ding doordrongen was, dan was het wel dat hij het gas erop moest houden in zijn Can-Am Maverick X3. “Sommige duinen waren behoorlijk scherp. Als je ook maar even inkakte, zou je vast kunnen komen te staan. Gelukkig is ons dat niet overkomen. We wilden dat ook per se voorkomen, want als je moet scheppen, loop je een kwartier tot een half uur vertraging op. En het was juist heel belangrijk om in het licht te kunnen finishen. In het donker word je vaardigheid op de proef gesteld. Uiteindelijk zijn we in de schemer gefinisht.”
Regelmatig tempo
Hoewel de twee aan de rally deelnemen om hem uit te rijden, blijkt het regelmatige tempo goed voor een plek bij de beste 25. “We zitten nu in de league waar we thuishoren, plus minus de 25ste plek. Dat is ons niveau. We willen zeker niet een tandje harder gaan trappen. Het is al heel mooi als we de rally kunnen finishen. Gelukkig verloopt het tot nu toe allemaal heel vlotjes.”
Van Nederpelt: “Als ik zie hoeveel mensen om ons heen pech hebben, valt het voor ons best wel mee, tot nu toe. We hebben wel wat dingetjes meegemaakt, maar niks ernstigs. We zijn alleen vastgelopen op de eerste dag en we hebben één lekke band gehad. Ik denk dat dat minimaal is. Je moet natuurlijk wel wat geluk hebben. Gisteren liep het goed af met de keien op het pad; die stonden niet in het road book.”
Lof
Hij had lof voor zijn rijder: “Je kunt niet alles toeschrijven aan geluk als het goed gaat. Roger doet een uitstekende job. Hij rijdt zeer beheerst en op een hoog niveau. Hij houdt de auto goed onder controle. Dus stuurmanskunst helpt mee. Wat mij betreft gaan we dat zo houden. Er zullen nog wel wat rijders wegvallen de komende dagen. We moeten ervoor zorgen dat wij niet daar niet bij zitten.”
De zesde etappe wordt donderdag en vrijdag gehouden. Voor het eerst in de geschiedenis een rit over twee dagen. De lengte lijkt, wat dat aangaat, relatief beperkt: 788 kilometer in totaal, waarvan 572 kilometer special met start een aankomst in Shubaytah.
Dik 500 kilometer
Van Nederpelt: “Dik 500 kilometer over twee duinen lijkt niet veel, maar als je er met een gemiddelde van vijftig kilometer per uur doorheen gaat, is het al aardig. Twee uur is nog te doen, maar het wordt veel langer. Aan de andere kant: het vraagt, denk ik, niet veel meer energie dan tijdens de andere dagen om zo’n rit af te maken.”
Een bijzonder element is dat er geen overnachting is in het bivak. Dat betekent 48 uur overleven in de woestijn met een slaapzak en een tentje. En de deelnemers kunnen géén service krijgen. “Dus moet je de auto niet stuk rijden. En als er dan toch iets stuk is, zullen we het zelf moeten doen met de middelen die er zijn. Dat is wel een dingetje.”