Olaf Harmsen viel afgelopen Dakar uit op de derde dag na een val vlak voor de neutralisatie op kilometer 125. Van de val zelf kan Harmsen zich niets meer herinneren. Met een snijwond in z’n bovenbeen, twee gebroken ribben en een hersenschudding was de rally veel te snel over. Als snel was Harmsen weer thuis en kon hij zien hoe een aantal teamgenoten aan de finish stond in Qiddiyah, wat natuurlijk wel even pijn deed. Toch overheerst het gevoel dat finishen mogelijk is. De plannen om de missie in 2021 wel te voltooien zijn in de maak.
Tot dag drie ging het prima voor Olaf Harmsen, die in de dagen ervoor last had van een voorhoofdsholteontsteking. ”Qua uitslagen ging het helemaal niet slecht, ondanks dat ik echt beroerd was. Na de tweede dag ben ik echt heel vroeg naar bed gegaan en toen ik opstond voelde ik me voor het eerst weer fit. Het eerste deel van de derde etappe lag bezaaid met stenen. Vanwege het vele stof moest ik soms stapvoets rijden. Eenmaal in het zand ging het meteen lekker. Ik weet nog precies wat er gebeurd is, tot aan mijn val. Ik reed achter nummer 88 en samen waren we best veel mensen aan het inhalen. We reden op kilometer 122, en ik wist nog dat op kilometer 125 de neutralisatie begon. Ik dacht hem nog in te halen, zodat ik na de neutralisatie voor hem kon starten en niet in zijn stof hoefde te rijden. Ik reed naar hem toe en dat is het laatste wat ik weet.”
Niemand heeft gezien wat er precies gebeurd is. Gerben Lieverdink is nog gestopt bij Olaf. ”Gerben vertelde dat er niks bijzonders te zien was, behalve wat kamelengras. Aan de motor was ook niet veel te zien. Ik had een flinke sneewond in m’n bovenbeen, die er lelijk uitzag. Een geluk was dat ik geen slagader had geraakt. Wel had ik twee ribben en m’n neus gebroken en ik had een hersenschudding. Dat laatste is nog het ergste. ik slaap nog steeds een paar uur meer per dag. Maar dat gaat nu de goede kant uit. Ik kan me steeds beter concentreren en hoop binnenkort weer te kunnen beginnen met sporten.”
Harmsen werd naar het ziekenhuis gebracht in Tabuk, waarna hij samen met Martien Jimmink via Riyadh naar Nederland kon vliegen. ”Ik heb de rest van de rally op afstand gevolgd. De verslagen heb ik gelezen, maar ernaar kijken kon ik niet. Ik vond dat ik daar ook aan de finish had moeten staan.”
”Ik besefte niet dat het in Nederland zo leefde. Natuurlijk volg ik het zelf al jaren maar je krijgt reacties uit hoeken vanwaar je ze niet verwacht. De interviews bij Omroep Brabant en RTL7 zijn ook zeer goed ontvangen. Zo goed dat mijn sponsors al aangegeven te hebben weer door te willen gaan voor komende Dakar. Ik weet nog niet precies hoe het jaar er verder uit gaat zien, ik hoef me voor 2021 natuurlijk niet te kwalificeren en dat scheelt veel budget. Vanaf april ga ik weer in hetzelfde ritme qua trainen en rijden zoals ik afgelopen jaar heb gedaan, vijf zes dagen per week, met flink wat uren op de motor iedere week. Dat is sowieso geen straf.”