Motorrijders hebben een snelle maar rustige dag

Gepubliceerd op: 18-04-2017 18:10

De tweede etappe van de Morocco Desert Challenge gaf de motorrijders een beetje een adempauze na het geweld van de eerste dag. De route van Icht naar Foum Zguid over 361 kilometer was ongeveer even lang, maar aanzienlijk sneller en minder moeilijk. Kim de Rycker noteerde zijn tweede dagzege.

Maikel Verkade (105): Het was een snelweg

“Er is altijd wel iets te klagen”, grinnikte Maikel Verkade bij aankomst in het bivak bij Foum Zguid. “Gisteren waren het te veel stenen, vandaag was het te veel een snelweg. Ik heb veel te lang vol gas gereden naar mijn zin. De gemiddelde snelheid was tegen de 100 kilometer. Maar daar staat tegenover dat we lekker op tijd binnen zijn.”

Mark Smits (106): We hebben ons verkeken op de afstanden

Op de eerste dag ging het iets te hard voor Mark Smits. Hoewel de gemiddelde snelheid op dag 2 veel hoger lag, had hij er nu minder moeite mee. “Ik heb vrijwel de hele dag alleen gereden en dan kan ik mijn eigen tempo aanhouden. Dat werkt veel beter”, vertelde Smits. Onderweg stopte Smits bij zijn Marokkaanse teamgenoot Harite Gabari, die zonder benzine stond. “Ik heb hem wat van mij gegeven, maar achteraf gezien was dat niet zo verstandig. We hebben ons verkeken op de afstanden, dachten dat er kortere afstanden van tankstop naar tankstop zouden zijn. We hebben gerekend op ongeveer 180 kilometer, maar de tankstops liggen op ongeveer 200 kilometer. Er mag dus niets mis gaan in de zin van verkeerd rijden, want dan hebben we tekort. We hebben op onze Hondaatjes maar kleine tanks, en maar vijf versnellingen. Die grote rally replica’s hebben 28 of 32 liter en zes versnellingen. Die halen makkelijk snelheden van 150 kilometer op zo’n snelle proef als vandaag. Ik hooguit 110, 120. Het is elke keer met hangen en wurgen dat we de tankstop halen.”

Ook zoon Rob had daarmee problemen. Hij had de reservetank nodig, maar de benzine daaruit moet hij handmatig overpompen naar de grote tank. Dat kostte hem tien minuten en dus een betere klassering.

Harite Gabari (101): Voorsprong teniet gedaan door lege benzinetank

Harite Gabari had al een voorsprong van 14 minuten opgebouwd toen hij stil kwam te staan in de tweede etappe: benzine op. “Ik heb twee tanks van 16 liter. Dat zou ruimschoots genoeg moeten zijn, ware het niet dat er een probleem is met de achtertank en dat de voortank te snel leeg is”, vertelde de Marokkaan. “Ik ging zo lekker. Het duurde 14 minuten voor de nummer 2 kwam en pas na meer dan een half uur stopte Mark Smits bij me om te helpen. Ik haalde er de tankstop net niet mee en moest de laatste kilometer de motor duwen. Het was wel jammer, want ik had goede kansen gehad vandaag denk ik.”

Jeroen van Oers (145): Een beetje roestig

Kistrijder Jeroen van Oers nam er zijn gemak van na aankomst in het bivak. De kistrijders hebben geen monteur bij zich die het onderhoud aan de motor doen: zij moeten alles zelf doen. Met de harde wind die enorme stofwolken over het bivak joeg, had Van Oers nog even geen zin om aan de slag te gaan. “Eerst even een reepje en met de benen omhoog”, zei hij. “Ik merk wel dat het vijf jaar geleden is dat ik voor het laatst een woestijnrally heb gereden. Het is allemaal een beetje roestig. Ik merk dat ik moeite heb met de snelheid in combinatie met navigeren. Ik zie het gewoon niet meer allemaal zo snel. Dat is ook een kwestie van wennen aan het ritme. Ik heb lekker gereden vandaag en gelukkig heb ik weinig geleden van de etappe van gisteren, maar ik ben wel heel blij dat ik vroeg binnen ben en nu even wat extra rust kan pakken.”

Vorige bericht

Slechts een enkele truck zonder brokken aan de finish

De eerste etappe van de Morocco Desert Challenge ‘bijltjesdag’ noemen lijkt wat voorbarig, met nog zes etappes te gaan. Maar het ging er ruig aan toe op de 391 kilometer door de Oued Draa, tussen Plage Blanche en Icht. Slechts een enkele truck kwam zonder brokken aan de finish. De Portugese Elisabete Jacinto noteerde de snelste tijd. Gert Huzink (505): Muurvast in de modder Al na 30 kilometer begon de ellende voor Gert Huzink. Een relatief klein euvel – een kapotte ruitenwisser – dwong Huzink de Renault aan de kant te zetten om de ramen schoon te maken. “We zagen geen steek meer.” Een poging daarna om wat van de verloren tijd goed te maken resulteerde in een lekke band. “Het wisselen duurde lang”, vertelt Huzink. “Dus weer jakkeren om in te lopen. Dat hadden we beter niet kunnen doen, want nog voor de verplichte stop kwamen we muurvast te zitten in de modder. Daar hebben we zo ontzettend veel tijd verloren. Uren.” Er waren twee trucks nodig om die van Huzink los te trekken. Met vereende krachten van William de Groot en Eimbert Timmermans lukte het. Maar door de actie kwam Timmermans zelf vast te zitten en daarbij werd het stuurhuis vernield, waardoor de etappe er voor Timmermans min of meer op zat. Voor Huzink was de gifbeker nog niet leeg. Op 40 kilometer voor de finish bleken alle vier de banden kapot. “Ik voelde de truck zwabberen. De banden waren niet lek, maar het loopvlak was compleet afgesleten. Op een sukkeldrafje zijn we naar de streep gereden. Morgen moet het maar even wat rustiger, want ik wil nu wel eens een keer de finish halen.”  Wouter de Graaff (501): Als een malle gereden Maar één keer had Wouter de Graaff, de navigator van Martin van den Brink in deze Morocco Desert Challenge, verkeerd gezeten. “En dat kwam door de stress van een haperende versnellingsbak, waardoor we al vroeg in de wedstrijd nogal wat tijd zijn verloren.” Het versnellingsbakprobleem van de Mammoet Renault stond niet op zichzelf. “Toen dat was gerepareerd, hebben we als een malle gereden”, zegt De Graaff. “Met twee lekke banden als gevolg. Dus nog meer tijd verloren. En op 30 kilometer voor de finish gingen er nog eens twee kapot. Het laatste stuk hebben we op eieren gereden. Het was een slagveld bij de trucks.”  Gerrit Zuurmond (512): Voluit rijden was onmogelijk Voor het eerst zat Gerrit Zuurmond niet naast Gerrit van Werven als navigator. In plaats daarvan reed Zuurmond zelf, met Jasper Riezebos als copiloot aan zijn zijde. “We moeten allebei nog even wennen”, vertelde Zuurmond. “Maar het is goed bevallen. Voor mijn gevoel was dit zwaarder dan elke Dakar-etappe die ik heb meegemaakt. Het was onmogelijk om hier voluit te rijden. Daarvoor waren de paadjes te smal en lagen er te veel stenen. Het was zo warm dat het zweet langs mijn benen liep.” Ook Riezebos was het navigeren in de Rainbow-MAN wel bevallen. “We zijn een paar keer verkeerd gereden omdat Gerrit niet goed luisterde. Eén keer trok hij zelfs het roadbook uit mijn handen. Ik moet vooral wennen aan het praten. Als motorrijder kijk je en handel je, maar in de truck moet je het ook nog vertellen en dat is best moeilijk. Wat zeg je wel, wat sla je over, wanneer zeg je iets? Maar dat komt wel goed hoor. We kunnen het goed vinden in de cabine. We hebben best schik gehad.” Teamgenoot Gerrit van Werven verloor ruim een uur met zoeken naar de goede weg. Ook stond Van Werven ongeveer 20 minuten bij Gert Huzink. William de Groot (508): Gas eraf, zelfs op het strand William de Groot ging als een speer in het eerste deel van de etappe, maar verloor bijna anderhalf uur met hulpverlening aan Gert Huzink. “Misschien ging het wel juist zo goed omdat we redelijk rustig aan hebben gedaan”, dacht De Groot. “Zelfs op het strand heb ik niet harder dan 140 gereden. Als ik daar boven ga, gaat er een pieper af, dus dat laat ik wel. Het had geen zin om vol gas te gaan, want dan wordt de kans op fouten en ongelukken groter dan wanneer je met een beetje meer beleid rijdt.” Zelf had De Groot eigenlijk geen problemen gehad. “Ik heb er veel voorbij zien komen die we later met stukken hebben zien staan. Dat was dus een goede keuze. Als we niet zo lang bij Huzink hadden gestaan, had ik het nog wel eens willen zien.”  
 
Lees verder