Maikel Smits doet wel twee jasjes uit in zware etappe 7

Gepubliceerd op: 13-01-2018 21:54

Wie dacht dat de Dakar Rally gemakkelijker werd in de tweede week, op de paden op de Altiplano van Bolivia, kwam bedrogen uit. De zevende etappe sloeg grote gaten in de rangschikking. Maikel Smits had ruim anderhalf uur meer nodig dan etappewinnaar Joan Barreda (die met een ernstige knieblessure aan de finish kwam) om de 42ste tijd te noteren.

In het marathonbivak in Uyuni, waar de Dakardeelnemers geen assistentie hebben en alles zelf moeten doen, kwam Maikel Smits buiten adem aan. “Ik heb vandaag niet één jasje uitgedaan, maar minstens twee. Het was echt heel zwaar.”

De dag begon al niet lekker, in La Paz. Smits had zich iets verslapen en toen hij wilde vertrekken, bleek zijn helm te zijn gestolen. Onderweg naar de start van de proef regende het pijpenstelen, maar daar was Smits op gekleed. “Het eerste stuk ging best goed. Totdat ik omviel op een duintje en mijn motor met geen mogelijkheid overeind kreeg. Op die hoogte (4000 meter) is alles zwaar en de minste inspanning is ineens een enorme opgave. Ik heb er een paar minuten naar staan kijken en toen nog een keer geprobeerd. Dat lukte, maar het ging zeker niet vanzelf.”

Een eind verderop kwam Smits nog een keer vast te staan, in de modder deze keer. Op een stuk met veel plassen en veel sporen, kwam hij precies in het verkeerde spoor terecht. “Ik reed 50, 60 en stond ineens stil”, vertelt hij. “Ik hing voorover over het stuur, maar ging er net niet af. Ik heb wel vijf, zes minuten in die blubber gestaan. Ik kreeg die motor er echt niet in mijn eentje uit. Gelukkig was er iemand zo aardig om me te helpen.”

In Uyuni, waar de deelnemers de nacht doorbrengen in militaire barakken, had Smits weinig puf meer om nog veel aan zijn motor te doen. “Ik kijk even naar de olie en het luchtfilter en verder doe ik er niks aan. Ik moet het er nog maar een dag mee doen. Ik ga douchen, eten en op mijn bedje liggen.”

 

 

Vorige bericht

Jan en Ben van de Laar houden zich niet aan de afspraken

Die laatste etappe van de Africa Eco Race – die van morgen aan het Lac Rose is meer een ererondje dan een etappe – zouden ze het rustig aan doen, hadden Jan en Ben van de Laar vooraf afgesproken. Bij de start van de 219 kilometer lange proef keken de broers elkaar nog eens diep in de ogen. “Rustig aan en de truck naar de finish brengen”, was de afspraak. Dat is niet gelukt. “Het naar de finish brengen wel”, zegt Jan van de Laar in het feestelijke laatste bivak van Saint Louis. “Maar dat rustig aan, daar is niks van terecht gekomen. Vanaf de start was het zo’n leuke proef: ik ben er plankgas in gegaan. Het ging knetterhard.” Als derde truck kwam Van de Laar uit de proef, om te beginnen aan de lange verbinding naar de grens met Senegal. Daar bivakkeert de karavaan op het oude vliegveld van Saint Louis. “We hebben zo’n leuke week achter de rug”, vult Ben zijn broer aan. “We hadden verwacht dat de negende etappe dé rit zou zijn, maar het werd de tiende – die van gisteren. Dat was de moeilijkste van deze rally. En dat we die dan nog winnen ook. Dat was echt een cadeautje.” De doelen die ze zich vooraf stelden, hebben de Van de Laartjes meer dan bereikt, zeggen ze. “Alles is perfect gegaan”, vindt Jan. “Er zaten zoveel uitdagingen in de laatste week”, zegt ook Ben. “En elke keer werd het beloond met een mooi resultaat.” De broers kijken uit naar het moment dat ze morgen het Lac Rose bij Dakar bereiken. De ontvangst zal niet zo groots en massaal zijn als bij de grote Dakar Rally van vroeger, maar toch. “We horen al vijftien jaar de verhalen van ons pap en van Hans Stacey over het strand bij het Roze Meer. Nu gaan we het eindelijk zelf meemaken.”
 
Lees verder