Met een nieuwe auto, deelname in een nieuwe klasse en een nieuwe navigator hoopt Roger Grouwels zijn derde deelname aan de Dakar Rally wél tot een goed einde te brengen. De zestigjarige vastgoedondernemer uit Lanaken doet mee met een Can-Am Maverick XRS Turbo RR in de T4-klasse. Rudolf Meijer neemt plaats op de bijrijdersstoel in Saoedi-Arabië.
“Rudolf heb ik een aantal keer ontmoet in Marokko en in de Dakar. Hij heeft vroeger met Hans Weijs gereden en we gaan het proberen”, zegt Grouwels. “Tijdens de afgelopen Morocco Desert Challenge had ik al met hem willen rijden. Maar hij had zich net aan een ander team verbonden. Gelukkig was hij voor de Dakar Rally wel beschikbaar.”
Grouwels rijdt dit jaar in een geheel vernieuwde Can-Am, een bewuste keuze na zijn deelname aan de T3-klasse vorig jaar. “Ik heb gekozen voor de standaardklasse omdat dit uiteindelijk een betere opstap kan zijn naar de T1+-klasse, waarin ik in de toekomst wil gaan deelnemen. Dit heeft deels te maken met het gewicht en het feit dat de T4 een schakelbak heeft, net als de T1+,” legt hij uit.
Na een carrière van sprintraces in competities zoals de Porsche Cup en Ferrari Challenge, heeft Grouwels zijn hart verloren aan de offroadracerij. “Ik vind het offroad rijden zo’n mooie sport dat ik me er graag in blijf uitdagen. De Dakar of de Morocco Desert Challenge biedt niet alleen prachtige natuur, maar ook het samenwerken in een team met een navigator en monteurs die de auto elke dag in topvorm houden. Het onbekende en het afzien vind ik mooi.”
Maar het gaat hem zeker ook om de positie in het klassement. Grouwels beseft dat een plek in de top tien in de T4-klasse, die gedomineerd wordt door professionals en gelauwerde namen, een uitdaging is, streeft hij toch naar een sterke positie in het klassement. “Ik wil mezelf wel uitdagen door in de buurt van de top tien te komen. Offroad rijden om ergens in de tweede helft te eindigen is niets voor mij.”
Dat is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan. De rally uitrijden is namelijk al een uitdaging op zich, weet Grouwels uit ervaring. Tijdens de vorige editie moest hij met een vastgelopen motor opgeven tijdens de eerste dag van de twee dagen durende zesde etappe.
“Ik moet dus een goede balans vinden tussen alles heel houden en een goede snelheid rijden. De laatste zeven jaren van mijn carrière heb ik sprintracers gedaan in de Porsche Cup en de Ferrari Challenge. Op het circuit rijd je op 99.9 procent en in de woestijn moet je ergens tussen de 75 en de 80 procent blijven om aan te voelen waar de grens ligt.”
Hij heeft de route uiteraard al grondig bestudeerd. Grouwels is erover te spreken. “Een pluspunt is dat de verbindingsroutes een stuk korter zijn dan voorheen. Wel hebben we de 48 uurs- en de marathonetappe kort achter elkaar. Dat wordt leuk en zwaar, een echte uitdaging. Verder blijven we ook wat langer op bepaalde bivaks staan”, doelt hij met name op het begin van de rally die zich afspeelt in het gebied rond Bisha.
Grouwels kan niet zeggen dat hij verwacht te kunnen excelleren in bepaalde etappes. “Ik denk dat ik een beetje allround type ben. Ik ben zowel goed in de duinen als op plekken waar het om snelheid gaat. We gaan wel zo zien hoe het gaat lopen.”
Hoe het ook zij, voorlopig blijft hij Dakar rijden, stelt hij. “Ik hoop nog tien jaar te kunnen knallen.”