Hans Smit op zijn tandvlees naar de finish

Gepubliceerd op: 04-01-2017 04:16

De lengte van de tweede etappe (proef van 276 kilometer) was niet zozeer het probleem voor Hans Smit. Het was de hitte op de pampa’s in het noorden van Argentinië die hem naar adem deed snakken. Op zijn tandvlees bereikte Smit het bivak in Tucuman.

“Ik was weer bevangen door de hitte”, vertelde Smit, nadat hij in de airco van de truck van het BAS Dakar serviceteam een beetje was bijgekomen. “Bij de finish van de special moest ik echt even een half uurtje zitten en aan alle kanten water over en in me gooien om een beetje bij te komen en moed te verzamelen voor het laatste stuk verbinding. Ik wist niet hoe ik dat moest gaan doen.”

De tweede etappe van de Dakar 2017 was een lastige dag. Het begon al met een verbinding van 430 kilometer van het bivak in Resistencia naar de start van de proef. “Die verbinding was erg lang en vooral heel saai. Ik heb er een schrale kont aan overgehouden. De special was mooi, maar heel snel met heel veel stof. Sommige mensen hebben blijkbaar andere ogen – of veel meer lef – dan ik; die komen in het stof voorbij alsof je stil staat en dan zie je helemaal niks meer. Ik heb er een paar keer naast gelegen, doordat je in het stof de gaten niet ziet. Toen heb ik er maar een tandje af gedaan en op safe gereden. Het duurt nog twaalf dagen, dus ze gaan maar voorbij. Als ik het kan zien, durf ik ook echt wel gas te geven, maar het moet wel kunnen.’’

Nóg 100 kilometer

Na de finish lag er nog een stuk verbinding te wachten en die laatste 100 kilometer was net te veel. Op het asfalt was het helemaal verzengend heet en met de al geleverde inspanning ging het licht langzaam uit bij Smit. “Ik snakte naar een koude cola. Bij de tweede pomp die ik tegenkwam, hadden ze die gelukkig, maar het hielp niet veel. Ik bleef gewoon beroerd. Heel sneu voor het enthousiaste publiek onderweg, want ik had echt de kracht niet meer om m’n hand nog op te tillen en terug te zwaaien.”

Eenmaal in het bivak kwam Smit al snel weer bij zijn positieven, in de koelte van de truck van zijn serviceteam. “Het wordt bij BAS Dakar super geregeld. Ik heb even kunnen slapen in de airco en dat deed me goed. Nu hebben ze zelfs mijn roadbook voor morgen al voor me gereed gemaakt. Het zijn twee delen, dus het zal wel weer een pittig dagje worden.”

 

Vorige bericht

Willems en Van Pelt buffelen door blubberdag

Maik Willems dacht dat hij wel al wat gezien op het gebied van modder, maar na afloop van de tweede etappe van de Dakar 2017 schatte hij de Toyota zo’n 400 kilo zwaarder in dan bij de start van de 274 kilometer lange proef. “Dit was wel een heel bijzondere dag, met blubber, stof en toestanden. Alles zat dichtgeplakt en aangekoekt.” De regen van de afgelopen weken in het noorden van Argentinië had de paden waarover de auto’s, motoren en trucks moesten op veel plaatsen veranderd in modderpoelen. Vorig jaar hadden Willems en zijn navigator Rob van Pelt dat ook wel meegemaakt, maar niet zo erg als deze keer. “Dan reed je door een riviertje en was het weer schoon. Nu bleef die blubber overal vastkoeken en het stof plakte er ook nog eens in. De auto kon zijn temperatuur niet meer kwijt, dat bleef hangen op 95 graden. De koppeling bleef hangen. Het was niet storend, maar wel bijzonder. Het was echt een rare blubberdag.” Die blubberdag sloot het Bastion Hotels-duo af met de veertigste tijd, op iets meer dan een uur achterstand van dagwinnaar Sébastien Loeb. De Unimog van Kornelis Offringa en Thomas de Bois kwam als 39ste van de trucks over de streep. Nachtje op hotel In het bivak in Tucuman aangekomen bleek dat de servicetruck van het team nog onderweg was. De assistentiekaravaan had een tocht van ruim 700 kilometer, waarvoor een uur of tien rijden was ingecalculeerd, maar een lekke band had de truck aanzienlijk vertraagd. Behalve reserve-onderdelen, gereedschap en apparatuur voor het onderhoud van de Toyota en de Unimog heeft die truck ook de persoonlijke spullen, slaapzakken en tentjes van het hele team bij zich. “De truck zal hier niet voor twee uur vannacht zijn en wij moeten om zeven uur morgenochtend weer vertrekken. Dan zal je zien dat hij nog een uur later is ook. Ik lig het liefst lekker in mijn tentje, maar we hebben nu toch maar een hotel geregeld, zodat we een paar uur kunnen slapen. De jongens van de Jeep zijn al begonnen met sleutelen en we hebben een goede relatie met de buren, dus we kunnen altijd wat lenen.” De hoogte in Voor de derde etappe is het wel belangrijk om goed uitgeslapen en fit te zijn. Niet alleen omdat het een lange dag wordt (780 kilometer in totaal met 364 kilometer geklokt), maar ook een pittige qua rijden, met tal van rivierbeddingen die doorkruist moeten worden. “Als ik me goed herinner, is het wel een mooie etappe”, meende Willems. “Op een plateau en dat is hoog, op zo’n 4900 meter begreep ik net bij de briefing. Veel hoger kunnen we ook niet, geloof ik. Het is een flinke overgang, maar wel lekker fris. Hoeven we niet meer te schelden op de airco, maar kunnen we zeuren over de verwarming. De hoogte is geen probleem Vorig jaar moesten ze ons vertellen dat we op die hoogte zaten. Godzijdank hebben we er geen last van, want als je er wel last van hebt, kun je er goed beroerd van worden en daar kun je weinig aan doen.” Foto: Condor Media
 
Lees verder