Eurol in Dakar: flat out

Gepubliceerd op: 13-01-2020 14:00

In hun Toyota Hilux reden Bernhard ten Brinke en Tom Colsoul een groot deel van de achtste Dakar etappe samen met de snelste vier coureurs van het autoklassement. Hoewel onderweg geplaagd door kleine problemen, finishte de Toyota-equipe de special over 477 km op een goede zevende plaats, op 10 min. 19 van de dagwinnaar.  “Net als gisteren ging het op sommige stukken weer heel hard, maar vandaag moesten we een ander type duinen door. Zwaardere en moeilijkere duinen”, aldus Bernhard ten Brinke. Aan de finish bleek een steen een olieleiding te hebben geraakt, waardoor de fabrieks-Totota haar kostbare Eurol-motorolie verloor. Bernhard ten Brinke: “Om geen enkel risico te lopen, heeft Giniel De Villiers ons naar het bivak gesleept. Het kenmerkt de teamspirit bij Toyota Gazoo Racing.”

Binnen het Gazoo Team waren de rollen vooraan vandaag omgedraaid. Nu was het juist Fernando Alonso die zijn eerste podiumplaats in een Dakar-etappe scoorde, terwijl De Villiers vierde werd. Nasser Al-Attiyah had het wat lastiger met een elfde plaats, als liep hij ruim drie minuten in op de leider van het algemeen klassement, de eerste plaats is nu nog maar 6 minuten en 40 seconden verwijderd van de tweede plek van de Qatari.

Bij de trucks was Riwald’s Pascal de Baar weer de snelste Nederlander, maar vandaag was dat wel buiten de Top 10. Een uitslag die nog maar eens even aangeeft hoe ongelooflijk hard er in deze klasse wordt gereden. Gert Huzink en navigator Rob Buursen reden samen de etappe weer netjes uit, met het ontbreken van een monteur in de cabine blijft dat vooral een kwestie van voorzichtig zijn. Bij Martin van den Brink was het een lastige dag, na een paar prima resultaten in de afgelopen dagen, werd de stijgende lijn ruw afgebroken door een technisch probleem in de aandrijflijn. Op het moment van schrijven staan ze nog in de duinen, maar er word hard gewerkt om te proberen de truck weer aan de gang te krijgen.

Kees Koolen kwam vandaag als achtste aan, een fantastische ranking op maar 19 minuten van etappewinnaar Varela. Veel harder gaan wordt lastig, omdat de SuperB Can Am zo zijn beperkingen kent. Koolen gisteren daarover: “Op de rechte stukken rijden we zo hard als de belt (aandrijfriem van de variomatic) het toelaat, tot 110-111 graden. Vanaf 113 gaat deze stuk. Dat betekent dat we grote delen op 40-50% van de gas stand rijden”.

Peter van Merksteijn beleefde een topdag op een geweldige twaalfde plek, zijn beste resultaat tot nu toe. Bij Tom & Tom Coronel was er wéér een finish ruim voor het donker. Prima nieuws zou je denken, maar gisteren liet de tweeling nog weten dergelijk dagen wat saai te vinden, al raceten ze met The Beast “flat out” over de snelle stukken.

Vorige bericht

Pech zet Petronas Team De Rooy Iveco op achterstand

Meer dan 50 minuten verloor Janus van Kasteren in de achtste etappe van de Dakar Rally 2020. Kostbare tijd, zowel wat betreft de startvolgorde voor morgen als wat betreft het klassement. Van Kasteren sloot de 477 km af op de 16de plaats. Teamgenoten Michiel Becx en Albert Llovera volgden op de 18de en 22ste plaats. Vick Versteijnen kwam zonder vierwielaandrijving te staan. Een lekke band, een klapband en een heel zachte duin vormden de belangrijkste obstakels voor Janus van Kasteren in de lus rond Wadi Al-Dawasir. De eerste lekke band kwam al op 30 km. Daarna kwam de Iveco Powerstar ‘vierkant vast’ te zitten op een duin. “Mijn eigen stomme schuld”, bekende Van Kasteren. “Daar hebben we 25 minuten op verloren. Ik hoopte dat Vick kort achter me zou zitten, maar die had zelf problemen. Jan van de Laar heeft me losgetrokken, nadat een aantal andere Nederlanders waren doorgereden. Gert Huzink stond op ongeveer hetzelfde punt vast.” Van Kasteren probeerde vervolgens nog zijn voormalig teamgenoot Martin van den Brink te helpen, die op km 124 vast stond in de duinen, maar aangezien die een kapot differentieel had, was daar geen beginnen aan. Het vervolg van de etappe ging best goed, totdat op 12 km voor de finish een achterband van de Iveco ontplofte en daarbij ook de achteras beschadigde. Met een olielekkage bereikte Van Kasteren alsnog de finish, waar hij meteen de blik op het klassement wierp. Daar zag hij dat hij nog altijd zevende staat en dat zijn naaste concurrenten ook tijd waren verloren. “Al met al valt 51 minuten verliezen me nog niet tegen, maar die 25 minuten hadden niet gehoeven en dat is jammer.” Michiel Becx reed een keurige achttiende tijd. Hij stopte bij Versteijnen die de ophanglager kapot had. “Maar dat hebben wij niet bij ons, dus we zijn doorgereden”, vertelt Becx, die ook nog stopte bij teamgenoot Albert Llovera die een probleem had met de gasbediening op zijn stuur. “In de duinen zaten we ineens achter Janus. Daar schrokken we een beetje van. We zijn achter Van de Laar gebleven. Die had Janus geholpen, dus als hij iets zou hebben, konden we wat terugdoen. We hebben hem even losgetrokken van een duintje. Het was wel interessant om te zien hoe hij door de duinen reed. Veel van geleerd.”
 
Lees verder