Eurol in Dakar: Eurol-teams strijden door de tweede etappe

Gepubliceerd op: 08-01-2018 06:00

Eurol ondersteunt teams die deelnemen aan de Dakar Rally 2018. Tijdens de tweede etappe moesten deelnemers opnieuw in gevecht met de zware duinen van Peru.

Martin van den Brink kende niet zijn beste dag. Hij kwam vroeg in de proef vast te zitten en verloor waardevolle tijd. Hoewel Van den Brink op snelheid door kon in de rest van de etappe, maakte hij de schade op zijn voorgangers niet meer goed. Desondanks liet Van den Brink wel zien dat er rekening met hem gehouden dient te worden. Janus van Kasteren liet eveneens zien dat hij goed voor de dag kan komen, bij zijn debuut eindigde hij op de dertiende plaats.

Gert Huzink heeft heel wat ervaring met de Dakar, maar de proef in Peru was een ander niveau met de enorm hoge duinen. Huzink eindigde zestiende en consolideerde zijn plaats in het klassement. Ed Wigman maakte er een hele lange dag van en bereikte pas het bivak in de kleine uurtjes.

Bernhard ten Brinke finishte op de elfde plaats na een lange en zware etappe. Ten Brinke was blij met het verloop van de dag en de Toyota Hilux. Tim en Tom Coronel hadden aan het begin van de proef problemen, maar konden hun weg snel vervolgen richting het eind van de proef.

Jurgen van den Goorbergh heeft besloten niet al te fanatiek van start te gaan in zijn tiende Dakar. De kistrijder kwam tot een 61e plaats en staat daarmee nog altijd goed gepositioneerd in het klassement de solo-rijders.

Vorige bericht

Maikel Smits in zijn element in Peruaans klapzand

Met een keurige 53ste tijd, op iets meer dan drie kwartier van etappewinnaar Joan Barreda, tikte Maikel Smits aan op de finish van de tweede etappe van de Dakar Rally. De lus in de duinen bij Pisco was een pittige proef, die lang niet iedereen doorstond. “Het was 267 kilometer klapzand. Iedereen had me gewaarschuwd dat het een loodzware dag zou worden, maar het ging super.” Smits mocht als zestigste motorrijder beginnen aan de proef. De start was twee aan twee. “Ik had al gezien dat het eerste stuk een track was met veel stof. Daar had ik geen zin in, dus ik dacht alleen maar ‘ik moet zorgen dat ik hier als eerste weg ben’. Dat lukte.” Vanwege de waarschuwingen begon Smits vrij rustig aan de etappe, maar al na 20 kilometer had hij zo’n goed gevoel dat hij er maar eens goed voor ging zitten. “Nog voor CP1 (op 51 km in de proef, red.) had ik al een mannetje of twaalf ingehaald. Dat eerste deel was echt ontzettend smerig. Een en al knippen en diepe gaten, alles door elkaar.” Een groot deel van de etappe bestond uit duinen. Tal van auto’s gingen daar de fout in. Bij wijze van uitzondering waren de auto’s vóór de motoren gestart. “Ze lagen overal. Ik zag een groepje auto’s in een duinpan staan; ik geloof nooit dat die er op eigen kracht uit komen. Ik ben een paar keer bovenop een duin gestopt om te kijken want het was zo steil dat ik, als ik daar verkeerd naar beneden zou gaan, nooit meer boven zou komen. Eén keer heb ik een lusje moeten maken om het te halen, maar verder ging het best goed.” Smits liet zich niet verleiden om in de laatste 150 kilometer terug naar het bivak het gas te ver open te draaien. Een paar andere motorrijders kwamen hem voorbij, maar hij besloot niet aan te haken. “Het was een heel snel stuk, waar je makkelijk te hard gaat. Ik ben mijn eigen ding blijven doen en heb het tempo aangehouden waarbij ik me goed voelde. Ik kan mezelf wel over de kop jagen, maar die hooguit 2 minuten tijdwinst zijn me het risico niet waard. Het gaat lekker zo het gaat. Als het zo nog twaalf dagen doorgaat, ben ik hartstikke tevreden. Maar daar denk ik nog niet aan. De Dakar is een kwestie van dag voor dag.”
 
Lees verder