De Dakar Rally ondergaat een grondige transformatie voor 2026. Tijdens een presentatie op het Spaanse landgoed Les Comes onthulde David Castera plannen die het karakter van ’s werelds zwaarste rally fundamenteel veranderen. Meteen valt de keuze voor Yanbu op. De havenstad aan de Rode Zee wordt zowel start- als finishlocatie voor de 48e editie die van 3 tot 17 januari plaatsvindt. Deze lusroute van 8.000 kilometer markeert een breuk met eerdere edities die verschillende start- en finishplaatsen hadden. Minimalistisch kamperen keert terug De meest ingrijpende wijziging betreft de marathon-refuge etappes. Coureurs krijgen tijdens deze stage alleen een slaapzak, tent en rantsoen mee voor overnachtingen in de woestijn. Onderlinge hulp blijft toegestaan maar externe ondersteuning valt volledig weg. Deze aanpak herinnert aan de vroege Dakar-jaren toen overleving even belangrijk was als snelheid. Twee van deze etappes zijn gepland: een in de eerste week en een halverwege de tweede week. Tactische spelletjes om startposities te beïnvloeden worden hiermee onmogelijk. De organisatie kiest bewust voor deze hardcore benadering. Na jaren van steeds geavanceerdere ondersteuning en technologie brengt de rally terug naar de essentie: mens tegen woestijn. Recordhouder waagt nieuwe poging Stéphane Peterhansel sorteert voor op deze veranderingen. De 59-jarige Fransman met veertien Dakar-overwinningen keert terug in de Stock-klasse achter het stuur van een Land Rover Defender. Hij vormt een team met Rokas Baciuška en Sara Price. Zijn keuze voor de Stock-klasse lijkt strategisch. Nieuwe reglementen maken prestatieverhogende modificaties mogelijk waardoor deze categorie competitiever wordt. Land Rover speelt hierop in door drie Defenders in te schrijven en Toyota eindelijk concurrentie te bieden. Voor Peterhansel betekent dit een kans om zijn record verder uit te breiden zonder de extreme technische druk van de topklasse. De vraag blijft of zijn ervaring opweegt tegen de fysieke uitdagingen van de marathon-refuge etappes. Veiligheid door scheiding routes Een andere belangrijke wijziging betreft de gescheiden parcoursen voor motoren en auto’s tijdens vier etappes. Deze maatregel moet het aantal gevaarlijke inhaalacties verminderen, geeft auto’s en trucks meer tijd om te rijden in daglicht en hierdoor wordt goede navigatie beloond. De organisatie heeft ervoor gezorgd dat er twee keer een back-to-back gescheiden stage plaatsvindt. Hiermee wordt voorkomen dat teams bewust langzaam starten om de volgende dag voordeel te behalen. Winst op dag één wordt doorgaans weer verloren op dag twee. Deze aanpak past in een bredere trend waarbij veiligheid prioriteit krijgt zonder de sportieve waarde aan te tasten. De Dakar worstelt al jaren met het balanceren van spectaculaire actie en acceptabele risico’s. Historische voertuigen krijgen meer ruimte De Dakar Classic groeit ondertussen naar een recordafstand van 4.500 kilometer getimede secties binnen een totaal van 7.000 kilometer. Deze regularity race voor historische voertuigen trekt steeds meer liefhebbers die de originele Dakar-sfeer willen beleven. Voertuigen uit de jaren tachtig en negentig krijgen gezelschap van auto’s tot 2005. De populariteit van deze zijtak toont aan dat nostalgie een krachtige factor blijft in de rallywereld. Parallel hieraan biedt Mission 1000 ruimte voor experimentele voertuigen met alternatieve aandrijving. Deze derde editie moet aantonen of nieuwe technologieën geschikt zijn voor extreme omstandigheden. Het Saudi Next Gen programma krijgt ook een vervolg. De winnaars van 2025, Hamza Bakhashab en Abdullah Alsheqawi, maken hun officiële debuut terwijl nieuwe talenten trainen voor 2027. De Dakar 2026 wordt tevens seizoensopener voor het nieuwe W2RC-kampioenschap. Na zeven edities in Saoedi-Arabië lijkt de rally definitief geworteld in het Midden-Oosten, met Yanbu als symbool voor een nieuwe fase waarin traditie en vernieuwing samenkomen.