Willems zoekt eigen spoor in vierde etappe

Gepubliceerd op: 04-01-2023 20:41

Maik Willems heeft na een ouderwetse dag buffelen in de Dakar Rally de complimenten overgebracht aan Dakar-organisator David Castera. De eerste week van deze editie doet denken aan de Dakars uit het verre verleden, waarin het zwoegen en zweten was.

Willems sprak voor de rally al de hoop uit dat het een Dakar zou worden waarin de jongens van de mannen gescheiden zouden worden. Na de vierde etappe liep Willems Dakar-baas Castera tegen het lijf: “Ik sprak David Castera vanavond en heb hem gezegd: ‘Potverdomme, je hebt echt goed geluisterd.’ Het is geen 100 meter recht, het is elke dag ouderwets buffelen en bikkelen.”

Ook woensdag weer. In de 425 kilometer lange special met start en finish in Ha’il zaten alle ingrediënten die Willems in een mooie Dakar wil zien. “Het was redelijk technisch, aan het begin hadden we niet bepaald duinen maar het waren van die grote zandbergen. Omdat het nat was, moest je echt zelf een spoor kiezen. We zitten in de middenmoot, dus alles is kapot gereden. Dan zijn er al twintig vrachtwagens overheen geweest. De meest logische paden zijn al verbruikt, het is een beetje improviseren.”

De zon gaat vroeg onder in Saudi-Arabië en dat betekent met een startplek in de tweede helft van het programma bij de auto’s dat het bijna onmogelijk is om voor het donker binnen te zijn. “Dat was wel aardig hoor”, zegt Willems, die het laatste uur in het donker moest rijden. “Je had allemaal gigantisch steile dingen naar beneden, maar het was goed te overzien. Verder was het hartstikke leuk, de perfecte dag. Ik heb begrepen dat we morgen ook nog een mooie dag krijgen, daarna wordt het een beetje simpeler.

Na de rustdag wordt de moeilijkheidsgraad dan weer verder opgevoerd, weet Willems. “En dan krijgen we nog een mooie tweede week, het is tot nu toe een ouderwetse Dakar. Ik hoop dat alles zo goed blijft gaan, je krijgt het niet cadeau.”

Vorige bericht

Hoondert weer vrienden met duinen

Als je twee keer op je kant hebt gelegen in de duinen, zoals Adwin Hoondert de eerste twee dagen van de Dakar Rally 2023 overkwam, worden die dingen toch een beetje spannend. Maar dankzij de knoeperts van duinen in de vierde etappe zijn Hoondert, navigator Jasper Riezebos en monteur Arwin de Vos toch weer een beetje vrienden met de duinen. “Ze waren ook wel allemachtig mooi”, glunderde Jasper Riezebos bij terugkeer in het bivak van Ha’il. “Van die hele hoge duinen, waar je recht tegenaan moest en dan over de ruggen poetsen. We hebben besloten om er niet meer bang van te zijn, maar er vol tegenaan te gaan en dat hebben we gedaan. Zonder enig probleem. Het was genieten.” De automatische versnellingsbak en de sterke motor van de Riwald Renault waren daarbij zeker behulpzaam. “Dat schakelen is magnifiek”, zeg ook Riezebos. “In een lange klim kun je gewoon doortrekken. Dat karretje loopt best, hoor.” Onderweg kwamen ze een boel ellende tegen. “Spul op de kop, spul kapot, spul wat niet boven kwam, wat aan het dwalen was op zoek naar de juiste richting. Je komt wat tegen.” De mannen van Hoondert Rally team zochten het gevaar niet op, maar reden rustig over de duinkammen en zochten hun eigen pad. “We moeten wel een nieuw spoor kiezen, want de andere sporen zijn kapot gereden of te diep”, legde de navigator uit. “Dat is het nadeel van zo laat moeten starten, omdat we in een verkeerde klasse zijn ingedeeld. Een ander nadeel is dat we altijd in het donker rijden. We beginnen pas rond de middag aan de proef en dan komen we altijd in het donker. Nu ook weer: de laatste 160 kilometer hebben we in het donker gereden. Dat is niet leuk, want de risico’s worden veel groter. En dan is het hier in Saudi Arabië nog heel vroeg donker ook, dus dat win je nooit.” De vijfde etappe is iets korter, 374 kilometer, maar dat wil niet zeggen dat het ook makkelijker is. De lus ten noorden van Ha’il bestaat voor het grootste deel uit zand en duinen.  
 
Lees verder