Na een lange marteling van 333 kilometer rond Ha’il moest Maik Willems zijn best doen om het leuk te vinden. De eerste etappe draaide ook voor het Bastion Hotels Team uit op een totale slijtageslag. “Dit is zo’n dag waarvan ik morgenochtend kan zeggen dat het een prachtige dag was.”
De proloog was een mooi opwarmertje, maar rustig op gang komen was er in de eerste echte etappe van zondag niet bij. Maik Willems en Rob van Pelt vielen met hun neus in de boter met de loodzware eerste klassementsproef van Dakar 2022. De proef bestond grotendeels uit heel zacht zand waarin het ook nog eens lastig was om te navigeren. Een complete veldslag was het gevolg, Willems en Van Pelt zaten er middenin.
“Een echte Dakar-dag”, typeerde Willems de eerste etappe, al plaatste hij er wel een kanttekening bij: “Niet eentje uit het boekje overigens, meer eentje uit de bijlage. Wat een ellende vandaag.” Het eerste deel van de proef liep heel aardig voor het ervaren duo. Willems schurkte tegen de top-vijftig aan en hield de achterstand heel aardig binnen de perken. “Tot een kilometer of vijftig van de finish liep het fantastisch. Toen konden we een waypoint niet vinden en daar hebben we eindeloos om gezocht. Het is maar een waypoint van een kwartier, dus zo’n geweldig groot probleem was het nou ook weer niet.”
Het waypoint is echter ook weer het startpunt van de route naar het volgende punt. “Je moet een aanknopingspunt hebben omdat je midden in de duinen zit. Als je dan verkeerd rijdt weet je helemaal niet meer waar je zit. Je blijft cirkels draaien en zoeken, zoeken, zoeken. Ik denk dat we daar wel een uur of anderhalf rondgereden hebben.” Willems was niet de enige die daar ‘eindeloos’ rondjes heeft gereden. Slechts een enkeling kwam er zonder grote problemen doorheen.
“Als je heel eerlijk bent is de persoon die blind volgas gaat degene waarvan je denkt dat die het weet”, vervolgde Willems. “Daar ga je dan achteraan en dat hebben we twee keer gedaan, maar die wisten het ook niet. Na een paar keer stoere jongen trapte die ook weer op de rem en moesten we terug. Het was zoeken en op een gegeven moment hadden we een pad gevonden en hebben we dat maar gevolgd. Zonder waypoint, maar we zaten in ieder geval weer in het juiste spoor.”
Het grote deelnemersveld zorgt er overigens ook voor dat het lastig is om iedereen voor het donker binnen te krijgen. Ook Willems ondervond dat weer: “We hebben nog twee en een half uur in het donker gereden. Dan rijd je weer in een gat, is het twee uur martelen tot je verder kunt en moet je in het donker weer het materiaal bij elkaar zoeken dat je gebruikt hebt. Alles ligt in het mulle zand. We hebben al met al alweer heel wat meegemaakt. “Dit is zo’n dag waarvan ik morgenochtend kan zeggen dat het een prachtige dag was. Ik moet nu nog een beetje m’n best doen om het leuk te vinden. Het zij zo.”