Willems: klem in doodlopende vallei en vijf kapotte banden

Gepubliceerd op: 10-01-2019 08:41

Je kon er eigenlijk niet verkeerd rijden, zo smal was de canyon waar de auto’s in de derde etappe van de Dakar Rally doorheen moesten. Maar Maik Willems slaagde er toch een doodlopende inham uit te zoeken, waar hij minstens een kwartier in vast stond. “Het was te smal om te draaien en 50 meter achteruit terug ging ook niet vanzelf. Daar hebben we wel even staan rotzooien. Ach ja, kan gebeuren.”

De wedstrijdproef van 331 km op de route van San Juan de Marcona naar Arequipa was een taaie, waar menig topcoureur niet zonder kleerscheuren doorheen kwam. Willems en zijn navigator Rob van Pelt hadden in vergelijking daarmee niet te klagen. “Natuurlijk zijn wij ook aan het zoeken geweest in het begin, net als iedereen”, zei Willems. “Het waren mooie duinen, best stevige dingen. Daar kwamen we wel goed doorheen.”

De Bastion Toyota kwam in elk geval niet vast te zitten, zoals aantal toppers. Wel hadden Willems en navigator Rob van Pelt te maken met drie lekke banden plus twee die eraf liepen. “Ik had de keus: of een heel diep gat, of het risico van aflopen van de voorwielen. Het werd het laatste. En later nog een gewone lekke band en een dubbele klapper, inclusief de velgen naar de kloten, bij het passeren toen ik – dom, dom – uit het spoor ging.

Bij deze klapper kwamen we dus reservebanden tekort, want die hadden we al gebruikt. Rob, met de gouden handen, is er in geslaagd zonder materiaal een band weer op een velg te krijgen en zo konden we dus de laatste 150 km rustig naar de finish rijden.”

Vorige bericht

Becx staat heel lang “bijna” vast

De derde etappe brengen eigenlijk geen problemen met zich mee voor Michiel Becx en Edwin Kuijpers. Doordat zij als 55e van start gaan, tussen auto’s en trucks, is het parcours op veel plaatsen kapot gereden. De gigantische duinen van Peru, een tikje onervarenheid en het helpen van andere deelnemers kosten uiteindelijk iets meer dan drie uur tijd.  De meeste vertraging die Becx opliep, kwam voort uit de status van de duinen: “Er waren al aardig wat voertuigen over de proef heen toen wij er kwamen. Het eerste stuk was niet zo ingewikkeld, maar toen kwamen de duinen. Onvoorstelbaar wat zaten er hoge tussen. Dit hebben we nog niet eerder getest, dus we waren hier en daar wat te bang dat het mis zou gaan. Daardoor hebben we vrij lang bijna vast gestaan. Er waren duinpannen zover kapot gereden dat we moesten improviseren of dat we dachten: dat kan écht niet. Maar met het vermogen van de MitJet ging dat eigenlijk prima!” Behalve de duinen, die intussen op enorm veel respect kunnen rekenen van Kuijpers, had Becx ook wat last van fouten van anderen. “Zo hebben we nog in een rio gestaan waar iemand niet uit kwam. Dan sta je gewoon te wachten, maar we probeerden nog maar eens om het vermogen van de MitJet te gebruiken om eruit te komen en dat lukte nog ook. Onderweg nog samen met Erik Wevers een andere rijder geholpen, die op z’n kop lag, Kortom: het was me een dagje, maar wel zonder problemen!” Morgen staat het eerste gedeelte van de marathonetappe op het programma, maar Kuijpers moet eerst nog even de duinen verwerken: “Zo gigantisch, niet normaal. Ik kan dit geen duinen meer noemen. Nee, dit is Mijnheer de Duin. Ze heten hetzelfde in mijn roadbook, maar ik respecteer ze meer dan ooit. We moeten nu nog 450 kilometer naar het bivak, dus ik heb nog wel wat tijd om het te verwerken.” Foto: Becx Competition / MCH
 
Lees verder