Willems: “Eindelijk weer eens een normale etappe”

Gepubliceerd op: 07-01-2023 15:44

Na dagen ploegen door het zware Saudische zand, trof Maik Willems in de zevende etappe ‘eindelijk’ weer eens een normale proef aan. De routinier kwam zonder noemenswaardige problemen door de eerste helft van de geïmproviseerde marathon.

De 334 kilometer lange zevende etappe van Riyadh naar Al Dawadimi bevatte zo’n beetje alle ingrediënten die Willems graag ziet op een mooie Dakar-dag. “Ik zou bijna willen zeggen, dit was eindelijk weer eens een normale etappe”, lacht de routinier. “Gewoon om en uur of vijf binnen en niet de hele dag dat gedoe. Een mooi stuk duinen, dat vond ik heel mooi. Ik had het niet verwacht, maar er zat toch een kilometer of zestig schitterende duinen in. Het was best moeilijk. Het was hartstikke leuk en veel snelle paden.”

Op de stenen gingen meerdere coureurs in de fout. Na een crash moest Erik van Loon, de beste Nederlander in het klassement, de strijd verlaten. Willems nam op dit gedeelte van de proef weinig risico, er valt nu eenmaal weinig te winnen. “Het was niet echt gevaarlijk, je kunt het allemaal zo gevaarlijk maken als je zelf wilt. Er zaten een paar kronkelige stenen paden in. Als je daar gaat schuiven, kan het zeker misgaan. Als je niet te gek doet, dan was het vandaag prima te doen.

Na aankomst bij de finish reden Willems en Van Pelt door naar een dorpje verderop waar het team tijdelijk hun kamp opgeslagen heeft. Daar kunnen de monteurs twee uur service verrichten voordat de bemanning van de Toyota Hilux zich naar het marathonbivak in Al Duwadimi begeeft. “Als je de monteurs vijf uur geeft, maken ze het vol. Deze twee uur maken ze tot de laatste minuut vol, maar grote dingen zijn er niet te doen. Dat is zeker.”

Vanuit het marathonbivak staat er zondag een etappe van 346 kilometer op het programma. Daarna is het maandag rustdag.

Vorige bericht

Auto Tim en Tom Coronel over de kop

“Er kwam geen einde aan, we bleven maar rollen. Vier, vijf, zes keer? Ik weet het niet.” Een zandheuveltje op ongeveer 5 kilometer van de finish van de zevende etappe lanceerde de Century met Tim en Tom Coronel aan boord. De auto landde uiteindelijk op drie wielen en miste een wiel en de helft van het bodywork, maar de inzittenden zijn in orde. “De Dakar is de Dakar: onverbiddelijk”, constateerde Tim. “Het was een zandbultje van niks. We reden 160, 170 en werden gelanceerd.” De schade aan de auto was aanzienlijk. De diverse onderdelen lagen overal verspreid. De hele linker voorkant van de auto was afgebroken. Nadat ze de hele boel weer bij elkaar hadden gescharreld, de schade hadden opgenomen en van de eerste schrik waren bekomen, besloten ze kijken of en hoe ze de finish zouden bereiken. Ter plaatse repareren was onbegonnen werk, de finish niet ver weg. Op drie wielen lukte dat en bij de finish konden ze aanhaken bij de truck van Pascal de Baar, die hen naar het servicepark sleepte, 94 kilometer verderop. Daar had het team al alles in gereedheid gebracht om de noodzakelijke reparaties uit te voeren. Er was meer werk dan in twee uur gedaan kon worden, maar de auto kon op vier wielen naar het marathonbivak. De broers kregen nog wel een fikse tijdstraf, maar het feit dat ze nog heelhuids in de wedstrijd zitten, was belangrijker. “Op zich was het een mooie stage”, vond Tom. “Het ging ook goed, we reden een mooi tempo. Eigenlijk was alles vloeiend, tot we 5 kilometer voor de finish een beetje pech hadden. Niet te geloven.”
 
Lees verder