De auto’s en vrachtwagens hadden donderdag een spoor van vernieling achtergelaten op de proef die Wiljan van Wikselaar vrijdag moest bedwingen. De organisatie besloot de proef al na 100 kilometer te neutraliseren om de veiligheid van deelnemers te garanderen. Een extra halve dag rust dus, maar Van Wikselaar had best nog een lange dag in het zadel willen zitten.
De voorbije dagen werd Van Wikselaar geplaagd door een ontstoken pees in zijn linkerpols en het leek erop dat de pijnstillers hun werk niet deden. Vrijdag ging het echter van een leien dakje voor de Harskamper, die het plezier weer terugvond. “Mijn dag ging helemaal goed, ik heb weer kunnen genieten”, vertelde Van Wikselaar. “Het was een beetje kort, maar ik heb het weer echt naar m’n zin. Ik heb voor m’n pols pijnstillende zalf die goed werkt. Dat smeren we nu ’s ochtends en ’s nachts, gisteren had ik dat alleen in de nacht gedaan en waarschijnlijk heeft het niet genoeg tijd gehad om te werken en dat ik daarom alweer zo snel last kreeg.”
De zesde etappe ging oorspronkelijk over een afstand van 404 kilometer waarbij de motorrijders de pistes moesten trotseren die een dag eerder door de auto’s en trucks helemaal naar de vaantjes gereden waren. Dit zorgde voor gevaarlijke situaties, bovendien constateerde men dat de gevaarlijke punten in de roadbooks niet meer correct aangegeven stonden. “Ik vond het eigenlijk wel jammer dat het zo vroeg afgelast werd”, aldus Van Wikselaar. “Ik had voor de rustdag graag nog een beetje willen kijken hoe het nu zou gaan met m’n pols, maar verder ging het heel goed. Ik had vanochtend het idee om te overleven en de finish te halen. Ik stond niet ver achter Mirjam Pol en vond het prima om een dag haar tempo te volgen. Het ging boven verwachting. Ik ben m’n eigen pad gevolgd en gewoon gaan rijden. Ik had het plezier helemaal terug en het ging gewoon goed.”
Van Wikselaar had dus wel door willen rijden, maar weet ook dat er nog een zware tweede week aan zit te komen. “Voor m’n pols is het beter dat we een halve dag extra rust hebben en dat we morgen op de rustdag ook kunnen bijkomen zodat we iets beter aan de tweede week kunnen beginnen. Hopelijk wordt het dan iets beter, maar dat is afwachten.” Het is een flinke ommekeer naar donderdag, toen Van Wikselaar er naar eigen zeggen ‘geen lol’ meer in had. “Toen dacht ik dat dit niet veel langer zo moest doorgaan, vanochtend baalde ik na die 100 kilometer eigenlijk dat we de dag niet konden afmaken.”