Van Loon spaart banden in langste etappe

Gepubliceerd op: 12-01-2019 00:00

Met 451 kilometer op snelheid en een neutralisatie van 67 kilometer is het tweede deel van de marathonetappe tevens de langste stage van Dakar 2019. Door de lekke banden van gisteren besluiten Erik van Loon en Harmen Scholtalbers om te temporiseren en zo min mogelijk risico te lopen op meer lekke banden. De proef bestaat uit veel zand en er ontstaat veel stof. Door mist en stof aan het eind van de proef besluit de organisatie om een gedeelte te schrappen, maar Van Loon en Scholtalbers behalen de reguliere finish met de 13e tijd.

“Het ging eigenlijk prima,” vertelt Van Loon. “We hadden eigenlijk last van een gebrek aan reservewielen, dus we wilden eigenlijk niet lek rijden. Maar toen we het bivak uitreden, hadden we direct een lekke band. Aangezien we in groepjes van twee startten op het strand en we met teamgenoot Domzala waren ingedeeld, hadden we afgesproken om bij hem in de buurt te blijven voor het geval we een band tekort kwamen. Vervolgens rijdt hij zelf twee keer lek en laat ons doorrijden. In de neutralisatie hadden wij een reservewiel over en die hebben we nog aan hem gegeven.”

Na de zware etappe van gisteren met veel zand, besluit Van Loon dat finishen vandaag het belangrijkste is. “Er is al zoveel gebeurd, wij willen gewoon de finish halen. Doordat er trucks voor ons rijden hebben we vrij veel last van het stof, dus zijn we af en toe gestopt om weer voldoende te zien. Dan kun je het beste gewoon even stoppen, want anders verongeluk je gewoon. We hebben zelf verder nergens vast gezeten en gewoon door kunnen rijden. Dus eigenlijk zijn we erg tevreden na deze marathon.”

Op zaterdag is de rustdag in Arequipa en kunnen de monteurs aan de slag om de auto weer helemaal tiptop te krijgen voor de tweede Dakar-week.

 

Vorige bericht

Spierings als een dolle over het strand

Met de 37ste plaats in de vijfde etappe heeft Paul Spierings de eerste week van de Dakar Rally keurig afgesloten. Het tweede deel van de marathonetappe was de Dakar-debutant uitstekend bevallen. “Die massastart op het strand: geweldig! Ik ben als een gek van start gegaan, meteen langs de vloedlijn en poken met dat ding. Toen ik even keek, reed ik 166.” Na een wat ongemakkelijke nacht in het marathonbivak – een stadionnetje waar de motorrijders met zijn allen in een sportzaal op matjes de nacht doorbrachten – was Spierings gretig om te vertrekken. “Mijn nek deed pijn, mijn rug deed pijn, maar daar wilde ik mijn dag niet door laten verzieken. Toen ik op het strand stond en de eerste vier groepen had zien vertrekken, dacht ik: ‘maar ik ga geen stofhappen. Dit wordt mijn dag.’ Toen ik na een paar kilometer poken omkeek, zag ik helemaal niemand meer. Ik heb ze allemaal los gereden.” Ook in de duinen verderop in de 345 km lange special hield Spierings, met een groepje van een man of zes, de gang erin. “Dat was maar goed ook”, vertelt hij. “Er lagen twee diepe glooiingen, een soort greppels, die niet duidelijk in het roadbook stonden aangegeven. Ik ging er vol gas over en raakte nog net het randje. Had ik 10 km/u langzamer gereden, dan had ik anderhalve meter diep in een gat gelegen.” Na nog een lange rit naar het bivak, van tegen de vier uur, kwam Spierings tevreden aan in Arequipa, waar zaterdag de rustdag is. “De motor is heel, ik ben heel: ik ben blij!”
 
Lees verder