Van Kasteren ‘plankgas of geen gas’

Gepubliceerd op: 12-01-2020 14:59

Een kapot palletje onder het gaspedaal maakte dat Janus van Kasteren in de zevende etappe van de Dakar Rally 2020 nogal wat tijd verloor. De kopman van Petronas Team De Rooy Iveco kwam met de vijftiende tijd over de finish en zag in het klassement Dmitry Sotnikov passeren. Vick Versteijnen sloot de etappe van Riyad naar Wadi Al-Dawasir af met de zevende tijd.

Bijna 27 minuten leverde Janus van Kasteren in op etappewinnaar en klassementsleider Karginov in de 546 km lange proef. Zeer tegen zijn gewoonte in liet hij vandaag vooral in de duinen tijd liggen. “Terwijl dat eigenlijk het enige was waarop je wat te winnen had”, zei Van Kasteren. “Tussen de duinen door was het zo snel dat ik continu op 140 tegen de begrenzer aan reed. Daar was geen verschil te maken.”

De reden dat Van Kasteren moeite had in de duinen was een kapot palletje onder het gaspedaal, waardoor doseren niet mogelijk was. “Het was plankgas of geen gas”, vertelde Van Kasteren. “Maar als je een duin op wilt, moet je doseren. Plankgas beginnen en bovenaan halfgas, zodat de truck zichzelf over de top trekt. Dat ging niet. Het was gruwelijk vervelend in de duinen.”

Zo vervelend zelfs dat de Iveco Powerstar 6 minuten vast stond op een duin. De truck werd losgetrokken door concurrent Martin Macik. “Heel sportief van hem”, vond Van Kasteren. Dat betekent waarschijnlijk wel dat Macik, vijfde in het klassement, wat tijd terugkrijgt voor het helpen van Van Kasteren, waardoor het verschil nog iets groter wordt.

Macik had even later wel, net als Van Kasteren, een lekke band. “In de duinen gaan we de auto’s voorbij, maar op de rechte stukken waar wij maximaal 140 mogen, komen die auto’s weer met 180 voorbij blazen”, zei Van Kasteren. “In het stof hebben we een lekke band gereden. Dat was jammer.”

Vick Versteijnen deed het met de zevende tijd in de etappe opnieuw uitstekend. Als Experience-rijder, buiten het klassement, startte hij als zestiende truck en dus reed hij lang in het stof van de voor hem vertrokken auto’s. “Het was geen spectaculaire etappe. De lange rechte stukken waren zelfs ronduit saai. We zaten in de cabine behoorlijk in te kakken. Ik betrapte mezelf erop dat ik aan de zaak zat te denken.”

In de duinen daarentegen was Versteijnen wel bij de les. Dat moest ook wel, want er zaten gemene afstappen aan de achterkant. “Het was heel zacht zand en soms zo gruwelijk steil dat je moest oppassen of je stond op de neus. Het was best moeilijk.”

Albert Llovera en Michiel Becx kwamen met respectievelijk de zestiende en negentiende tijd aan de finish. Llovera had een veerblad kapot, maar kon daarmee doorrijden. Geen werk dus voor Becx, die een prima dag beleefde.