Team De Rooy vermaakt zich in mooie etappe

Gepubliceerd op: 07-01-2020 15:53

De derde etappe van de Dakar Rally 2020, een lus van 427 km bij Neom, was zo mooi dat iedereen bij Petronas Team De Rooy Iveco ervan onder de indruk was. Behalve het landschap in de noordelijke punt van Saoedi-Arabië stemden ook de resultaten tot tevredenheid. Een lekke band kostte Janus van Kasteren weliswaar de vierde plaats, maar met plaats 8 was hij niet ontevreden. Vick Versteijnen stoomde op van 28 naar 12, Michiel Becx van 27 naar 17. Albert Llovera nestelde zich er tussenin op de zestiende plaats.

Na de uiterst moeizame tweede etappe was de vier équipes er alles aan gelegen om uit de problemen te blijven. In de proef die tot dichtbij de grens met Jordanië kwam, in een bergachtig gebied met een piek tot 1400 meter, kon heel veel mis gaan, maar Van Kasteren, Versteijnen, Becx en Llovera hielden de schade beperkt tot een lekke band en een geknapte turboslang.

Janus van Kasteren, gestart vanaf de elfde plaats, zat meteen goed in het ritme en bouwde de snelheid aardig op met doorkomsten op de zesde, vijfde en vierde plaats. “Jammer genoeg kregen we 25 kilometer een lekke band, waardoor we iets terugvielen”, vertelde hij aan de finish. “In de laatste 100 km was de navigatie ingewikkeld. Daar hebben we een paar keer een rondje moeten draaien.” Met de achtste tijd in de etappe won Van Kasteren in het klassement één plaats: van 8 naar 7.

Omdat hij moest sturen, had Van Kasteren niet heel veel gelegenheid om om zich heen te kijken. “Maar wat ik heb gezien, was heel mooi. Naast me hoorde ik voortdurend ‘Oh! Wat mooi hier!’”

Ook Vick Versteijnen & co. genoten van de omgeving. “Het is mooier dan Zuid-Amerika”, vond Versteijnen. “Heel gaaf om hier te rijden.” Ook hij kwam prima uit de startblokken: van 28 naar 7 en 8. Een geklapte turboslang kostte een minuut of tien, waardoor hij iets terugviel. “Een paar kilometer voor de finish klapte er nog één. Daar zijn we niet voor gestopt. Zonder turbodruk hebben we de finish gehaald. Het is jammer, maar als we hiermee twaalfde zijn geworden, heeft de rest dus veel meer meegemaakt.”

Michiel Becx hoefde vandaag niet te stoppen om assistentie te verlenen en kon dus lekker doorrijden. “Wij rijden niet met het mes tussen de tanden, zoals Janus en Vick”, vertelde hij. “Het is belangrijker dat ik zelf niks stuk rijd, zodat ik die jongens kan helpen met onderdelen. Bij de finish hebben we een turboslang aan Vick gegeven om naar het bivak te kunnen rijden. Dat was het voor vandaag.”

Becx krijgt steeds meer gevoel bij de Iveco Trakker. Bij de verplichte stops tussendoor paste hij de vering een tikje aan, waardoor de truck beter reageert. “Vanavond gaan we de cabine nog even beter afstellen. Zo gaat het elke dag ietsje beter. Ik ben in mijn element.”