De boel heel houden en niet te veel tijd verliezen op de directe concurrentie was de opdracht voor Petronas Team De Rooy Iveco in de negende etappe van de Dakar Rally 2020. Daarin slaagden alle vier de crews. Janus van Kasteren noteerde de tiende tijd aan de finish van de 410 km lange proef, Albert Llovera de vijftiende, Michiel Becx de zeventiende en Vick Versteijnen de negentiende.
De negende etappe, van Wasi Al-Dawasir naar Haradh, was een sloopetappe. Vooral het eerste deel tot de neutralisatie op km 155. “Een bokkenpad vol stenen, afstapjes en ander gemeen spul”, omschreef Michiel Becx het. Voor Janus van Kasteren was het op dat stuk ‘treintje rijden in het stof’. “Degenen met het minste stof konden doorrijden, de rest niet. Inhalen was vrijwel onmogelijk, omdat het door rivierbeddingen ging. We hebben een beetje kalm aan gedaan om risico’s te vermijden, want in dat stof kun je alleen maar de boel kapot rijden.”
Het tweede deel was gemakkelijker, maar ook hier viel weinig te winnen: lange rechte stukken waar de trucks tegen het maximum van 140 km reden, afgewisseld met wat kleine, glooiende duintjes waar de trucks op snelheid doorheen konden. In de timing was goed te zien dat de verschillen hier nauwelijks uiteen liepen. Toch wist Van Kasteren hier tijd te pakken op naaste concurrent Martin Macik, die met een kapotte band stond. “Toen heb ik toch even het gas wat dieper ingetrapt”, glimlachte Van Kasteren. “Maar verder was er vandaag niets te winnen. Het was overleven en heel houden. Daarom ben ik best tevreden dat we de zevende plaats in het klassement hebben kunnen behouden en zelfs iets hebben kunnen verbeteren. Dat we 13 minuten achter de top finishen is niet erg, als we maar winnen op de rest.”
Vick Versteijnen ging heel bewust van het gas af. Hij startte na de grote problemen van gisteren helemaal achteraan en reed dus vol in het stof. Een gebroken schokbreker kostte wel iets tijd, maar het snelle tweede deel was zijn redding. “Als de auto niet te veel springt, kun je wel doorrijden. De verschillen waren niet groot. Ik ben blij dat we binnen zijn, voor het donker.”
Voor Michiel Becx was het snelle tweede deel iets lastiger. De Trakker is te comfortabel geveerd voor die lange rechte stukken en heeft daardoor de neiging te gaan zwabberen. “Het is lastig om nu met de afstelling te gaan spelen. Dat gaat eigenlijk niet. Dus blijven we eraf en ga ik een beetje van het gas. Zo komen we er ook.”
Voor morgen – de marathonetappe – staan er weer duinen op het programma. Juist morgen is het zaak voor Becx om bij te blijven, want hij is dan de enige toegestane assistentie voor Team De Rooy. “We nemen niet meer mee dan anders, alleen slaapzakken. En die duinen, tja. We zullen er toch doorheen moeten. Of zoals mijn monteur Bernard der Kinderen zegt: We kunnen niet wachten tot ze zijn weggewaaid.” Ook Vick Versteijnen krijgt extra onderdelen mee. Hij rijdt immers al buiten het klassement en kan daarmee het team extra ondersteuning bieden in de marathonetappe.