De negende etappe van de Dakar 2020 was een slopende rit, letterlijk en figuurlijk. In de briefing was al gewaarschuwd voor moeilijk terrein, met gaten, geulen, stenen en ander onheil. Edwin Straver maakte na een moeizaam begin toch best wat tijd goed op zijn concurrenten in het kistklassement.
Straver besloot vanmorgen maar eens iets harder te beginnen aan de 410 km special richting Haradh. Eerder had hij al gemerkt dat hij een stabiel tempo kan rijden, en dat iets harder beginnen dus flink tijd kan opleveren. “Maar al snel zakte de moed me in de schoenen”, vertelt Straver bij aankomst in het bivak. “Op een glad bergweggetje met veel stenen – toch al niet mijn terrein – kwamen er jongens voorbij zeilen die vier, vijf minuten achter mij waren gestart. En ik kon ze absoluut niet bijhouden.”
In het tweede deel van de proef, na een stuk van 30 km neutralisatie, zat meer zand en was het parcours wat sneller. Daar ging het Straver heel wat beter af. “Daar heb ik lekker gereden en kon ik toch aardig wat tijd goedmaken.” Straver was als derde kistrijder aan de finish, als 38ste algemeen, en in het kistklassement komt plaats 4 nu snel in zicht.
Met de marathonetappe voor de deur is dat een prettig idee, al maakt het voor de kistrijders weinig uit of er wel of geen assistentie is. Zij moeten toch altijd alles zelf doen. “Maar het scheelt wel of je bij je gereedschap kunt, of nieuwe banden kunt steken.” Straver vertrekt morgen voor de zekerheid op een nieuwe set banden, ververst vanavond de olie en neemt een gereedschapssetje en een nieuw filter mee. “Het scheelt dat we het roadbook pas bij de start krijgen, dan hoef ik daar geen tijd aan te besteden.”