SHUBAYTAH – Na zijn vrijwel probleemloze debuut in de Dakar Rally van vorig jaar had Stefan Carmans het in 2025 aanzienlijk moeilijker. Het resultaat was hetzelfde: de piloot van CSA Racing haalde ook in de 47ste editie de finish en dus mocht hij vrijdag zijn tweede medaille ophalen. Samen met zijn navigator Arjan van Tiel eindigde hij de rally op de 39ste plaats in de prestigieuze T1+ klasse.
Tuurlijk was Carmans maar wat blij dat hij de rally opnieuw tot een goed einde had gebracht. Want het was in zekere zin een opluchting. “Dat je de rally weer volbracht hebt”, zei een fiere Carmans nadat hij in Shubaytah met Van Tiel over het finishpodium was gekomen. “Vorig jaar was de euforie al groot, dit jaar is die even groot omdat we er meer voor hebben moeten vechten om hem binnen te halen.”
Toch nog redelijk pittig
Vrijdag moest hij wel eerst nog zien te finishen in de korte slotetappe met een special van slechts 61 kilometer. Daarin zat nog vijftig kilometer aan duinen. “Het was toch nog redelijk pittig”, bekende hij. “Een paar auto’s hebben nog gesukkeld en redelijk wat tijd verloren.”
“Wij hebben geen problemen gehad. Maar het zit allemaal in een klein hoekje, dus de adrenaline voor de start was zeker aanwezig. Niet minder omdat het de laatste etappe was. De meet is in zicht, maar je moet het nog wel doen tot aan de meet.”
Zenuwachtig was Carmans niet echt. Zeker niet in vergelijking met de slotetappe van de rally van vorig jaar. “Dat was mijn eerste Dakar. Als je dan het hebt gebracht tot een boogscheut van de finish, dan is de stress toch groot.”
Diverse problemen
Toen reed hij echter vrijwel probleemloos naar de finish, dit jaar kreeg hij met diverse problemen te maken. Met name in de eerste week. De tweede week viel voor hem reuze mee. “Daardoor was de laatste week iets minder zwaar dan de eerste week”, concludeerde hij.
Het was Carmans trouwens opgevallen dat het tempo deze Dakar ‘toch wel hoog’ lag. “Vorig jaar kon ik het gemiddelde tempo volgen en nu moest ik daarvoor wel gas geven. Er stonden achttien Toyota’s aan de start en twaalf Century’s. Dat zijn allemaal kanonnen. Het wordt ieder jaar professioneler. Het verschil met vorig jaar is goed merkbaar, het is echt weer een trapje hoger.”
Carmans liet zich er niet door afleiden en reed stoïcijns sturend door de Saoedische woestijn, op weg naar de finish. “Je doet iedere dag je ding. Je rijdt wat je kunt. Ik zeg altijd: ik rij wat ik zie. Maar het geeft wel een kick als je tussen de toppers staat om te starten.”
Dakar 2026
Nu hij twee uit twee heeft gescoord zal hij vast ook wel in 2026 aan de start staan, toch? Carmans: “We zullen wel zien wat het wordt. Vorig jaar heb ik er ook een paar maanden over gedaan om een besluit te nemen.”
Ondanks de grote uitdaging die de Dakar is, is de aantrekkingskracht om mee te doen groot. Want als hij zich de afgelopen twee weken ergens niet mee bezig heeft gehouden, is het wel met zijn bedrijf. “Hier kun je alles resetten omdat je geen moment met iets anders bezig bent dan met de Dakar. Vanaf de eerste rit tot nu heb ik geen enkele mail bekeken. Bedrijfsmatig was ik volledig geïsoleerd van de buitenwereld.”
Nu hij zijn reset dus heeft gehad en zijn Dakar-medaille opgehaald, keert hij met een voldaan gevoel naar huis. “Zondag in de voormiddag ben ik weer thuis in Lummen. Dat gaat mooi zijn. Efkes terug thuiskomen na drie weken is toch wel fijn.”