Het duurde niet lang voordat Dakar-debutant Paul Spierings in de gaten had dat je ook in een korte etappe van 84 km heel goed moet opletten. De openingsrit van de Dakar 2019 – van Lima naar Pisco – was niet zo heel lang, maar wel op sommige punten verraderlijk. Vooral op plaatsen waar veel mensen staan, en zeker als ze met een telefoon of camera in de aanslag staan, is het echt oppassen geblazen.
Ontzettend veel volk stond er in de duinen bij Pisco, waar de eerste special stage zich afspeelde. “Met tentjes en barbecues, complete campings leken het soms wel”, vertelt Spierings bij aankomst in het bivak. “Op een gegeven moment zag ik een groepje staan met camera’s, en ik was al gewaarschuwd dat de mensen meestal gaan staan op een plek waar iets kan gebeuren, dus ik stampte gelijk op de rem. Dat was maar goed ook, want daar lag een afdaling die zo steil was; dat wil je niet weten.”
Spierings stond toch al op scherp. Kort voordat hij moest starten kregen de deelnemers de mededeling dat er iets niet goed was met de waypoints in het gps-systeem. Dat moest eerst worden opgelost. Voor een aantal motorrijders die al waren vertrokken was het al te laat, waardoor zij zoekend naar de juiste weg kriskras door de duinen reden. “De eerste 10 km was het net kermis met al die sporen”, zag Spierings. De 31-jarige bouwvakker begreep dat hij de kop erbij moest houden en zich niet van de wijs moest laten brengen door al die sporen. “Ik heb alle apparatuur op 0 gezet en ben er eens goed voor gaan zitten. Ik heb vrijwel het hele eind alleen gereden en dat is me goed bevallen. Ik kon lekker doorrijden en heb geen fouten gemaakt.”
Zijn 64ste plaats in de uitslag van de etappe bewijst dat. Die klassering maakt dat Spierings in de tweede etappe, van Pisco naar San Juan de Marcona met een proef van 342 km, niet ergens achteraan moet starten met zijn startnummer 129, maar in de eerste helft van het veld.